De voortzetting van de behandeling van het ontwerp van Rijkswet Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake het geven va... - Handelingen Tweede Kamer 1979-1980 12 februari 1980 orde 10
Inhoudsopgave van deze pagina:
Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van het ontwerp van Rijkswet Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake het geven van inlichtingen door de ministers en de staatssecretarissen en het recht van onderzoek (14225, R 1051).
De Voorzitter: Mij is verzocht, de beraadslaging te heropenen. Ik stel voor, aan dat verzoek te voldoen.
Daartoe wordt besloten. D
De heer Patijn (PvdA): Graag zal ik me-de namens de fracties van de PPR en D'66 het amendement op stuk nr. 15 intrekken, dat betrekking heeft op het parlementaire enquêterecht voor een minderheid. Dit gebeurt dan ten gunste van het amendement-Faber, dat voorkomt op stuk nr. 16. Wij zijn er zeer verheugd over dat een meerderheid in deze Kamer zich op een enquê-terecht voor een minderheid zal kunnen verenigen. Namens mijn fractie benadruk ik nog eens wat een belangrijk recht dit is en welke verantwoordelijkheid dit nieuwe recht voor de meerderheid en de minderheid van de Kamer zal betekenen. De Voorzitter: Aangezien het amendement-Patijn c.s. (stuk nr. 15) is ingetrokken, maakt het geen onderwerp van beraadslaging meer uit. De beraadslaging wordt gesloten. Artikel I en de de aanhef van artikel II worden zonder stemming aangenomen. Het amendement-Faber c.s. (stuk nr. 13) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De Voorzitter: Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de CPN en de SGPtegen dit amendement hebben gestemd.
Tweede Kamer 12 februari 1980
Grondwet
2876
Voorzitter Artikel 3.2.4 zoals dat is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Faber c.s. (stuk nr. 13), wordt zonder stemming aangenomen. Het amendement-Kappeyne van de Coppello c.s. (stuk nr. 14) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De Voorzitter: Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA en de PSP tegen dit amendement hebben gestemd.
Het amendement-Faber c.s. (stuk nr. 16) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De Voorzitter: Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, de SGP en het GPV, alsmede de leden Van Amelsvoort, Hennekam, G. C. van Dam en Van der Sanden tegen dit amendement hebben gestemd.
Artikel 3.2.6, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Kappeyne van de Coppello c.s. (stuk nr. 14) en het amendement-Faber c.s. (stuknr. 16) wordt zonder stemming aangenomen. Het gewijzigde artikel II wordt zonder stemming aangenomen.
Artikel III en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen. De Voorzitter: De heer Wolff heeft mij meegedeeld, dat hij zich bij het uitbrengen van zijn stem over het amendement-Faber c.s. (stuk nr. 13) vergist heeft. Het wetsontwerp wordt zonder stemming aangenomen.