De voortzetting van de behandeling van het wetsontwerp Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van bepalingen inzake de werkwijze van de Stat... - Handelingen Tweede Kamer 1979-1980 12 februari 1980 orde 9
Inhoudsopgave van deze pagina:
Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van het wetsontwerp Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van bepalingen inzake de werkwijze van de Staten-Generaal (14224).
De Voorzitter: Mij is verzocht, de beraadslaging te heropenen. Ik stel voor, aan dat verzoek te voldoen.
Daartoe wordt besloten. De heer De Kwaadsteniet (CDA): Mijnheer de Voorzitter! In de discussies is gebleken, dat amendement nr. 12 vooralsnog niet op voldoende bijval kan rekenen. Het lijkt mij thans het juiste moment, dit amendement in te trekken.
De Voorzitter: Aangezien het amendement-De Kwaadsteniet c.s. (stuk nr. 12) is ingetrokken, maakt het geen onderwerp van beraadslaging meer uit.
De heer De Kwaadsteniet (CDA): Mijnheer de Voorzitter! Het amendement op stuk nr. 11 bevat de toevoeging van een artikel betreffende de verenigde vergadering: De Staten-Generaal kunnen in bijzondere gevallen in verenig-de vergadering beraadslagen en besluiten over andere dan in de Grondwet daarvoor aangewezen onderwerpen indien elk der beide Kamers daartoe besluit. Dit amendement van zeer beperkte strekking heeft in dit Huis tot dusver geen ruime bijval kunnen vinden. Dat betreuren wij, hoezeer wij ons ook verblijden dat onder andere enige tot dusver aanwezige starheid, althans onduidelijkheid, ten aanzien van eventueel gewenst gezamenlijk commissiewerk van beide Kamers in de discussies is doorbroken. Hoewel mijn fractie noch tijdens de schriftelijke noch tijdens de mondelinge behandeling in welk opzicht dan ook terzake is overtuigd door het kabinet wil ik het amendement, omdat gebleken is dat op dit moment de tijd nog niet rijp is, intrekken.
De Voorzitter: Aangezien het amendement-De Kwaadsteniet c.s. (stuknr. 11) is ingetrokken, maakt het geen onderwerp van beraadslaging meer uit. D De heerTerlouw (D'66): Mijnheer de Voorzitter! Mijn fractiegenoot Brinkhorst, die helaas dit deel van de middag hier niet aanwezig kan zijn, heeft een amendement ingediend, voorkomend op stuk nr. 13, dat tot strekking heeft het woord 'fractie' op te nemen in de Grondwet. In de discussie is gebleken dat dit amendement niet op ruime steun in de Kamer kan rekenen. Om de discussie hierover in de toekomst niet verder te belasten, geven wij er de voorkeur aan, het amendement in te trekken. De Voorzitter: Aangezien het amendement-Brinkhorst c.s. (stuk nr. 13) is in-getrokken, maakt het geen onderwerp van beraadslaging meer uit.
De beraadslaging wordt gesloten. Artikel I, de aanhef en de artikelen 3.2.1, 3.2.2, 3.2.3 en 3.2.5 van artikel II worden zonder stemming aangenomen. Het amendement-Patijn c.s. (stuk nr. 14) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PSP, de VVD en het GPV tegen dit amendement hebben gestemd.
Artikel 3.2.7, zoals het is gewijzigd door aanneming van het amendement-Patijn c.s. (stuk nr. 14) wordt zonder stemming aangenomen. Artikel 3.2.8 wordt zonder stemming aangenomen. Het gewijzigde artikel II wordt zonder stemming aangenomen.
Artikel III en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen. Het wetsontwerp wordt zonder stemming aangenomen.