De stemmingen in verband met de ontwerpen van (rijks-) wet: Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake het Koningschap - Handelingen Tweede Kamer 1980-1981 10 februari 1981 orde 8
Inhoudsopgave van deze pagina:
Aan de orde zijn de stemmingen in verband met de ontwerpen van (rijks-) wet: Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake het Koningschap (16034) (R 1138); Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van bepalingen inzake de Koning en de Ministers alsmede de Staatssecretarissen (16035); Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet strekken-de tot opneming van een bepaling in-zake de Ministerraad alsmede tot wijziging van de bepaling inzake het contraseign(16036)(R1139); Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake de Raad van State, de Algemene Rekenkamer en vaste colleges van advies en bijstand (16040) (R 1141). De Voorzitter: Mij is gevraagd om heropening van de beraadslaging. Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen. Daartoe wordt besloten. D De heerDeKwaadsteniet (CDA): Mijnheer de Voorzitter! Ik wil een paar amendementen intrekken. Het eerste betreft het amendement op stuk nr. 18 van wetsontwerp 16035 vanwege een in bepaalde situaties noodzakelijkerwijs ingewikkelde procedure. Het tweede is het amendement op stuk nr. 19 van wetsontwerp 16035. De vernummering van de artikelen zou ons inziens beter zijn, maar dat is niet van wezenlijk belang. Bovendien heb ik niet de indruk dat dit amendement op brede steun kan rekenen. Hetzelfde geldt ten aanzien van het amendement op stuk nr. 17 van wetsontwerp 16036.
De Voorzitter: Aangezien de amendementen-De Kwaadsteniet (stukken nrs. 18 en 19 van wetsontwerp 16035 en nr. 17 van het ontwerp van rijkswet 16036, R 1139) zijn ingetrokken, maken zij geen onderwerp van beraadslaging meer uit. De beraadslaging wordt gesloten. In stemming komt het ontwerp van rijkswet 16034, R 1138. De Voorzitter: Ik constateer, dat de fractie van de BP afwezig is. Artikel I en het begin van artikel II worden zonder stemming aangenomen. Het amendement-De Kwaadsteniet (stuk nr. 14) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de SGP, het GPV, de PPR en DS'70 voor dit amendement hebben gestemd. Artikel 2.1.1 wordt zonder stemming aangenomen. Het amendement-Brinkhorst en Patijn (stuk nr. 20,1) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De Voorzitter: Ik consstateer, dat de aanwezige leden van de fracties van D'66, de PvdA, de PPR, de CPN, de PSP en DS'70 voor dit amendement hebben gestemd.
Tweede Kamer 10 februari 1981
Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk Grondwet
2986
Ik neem aan, dat als gevolg van de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 20 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd. Artikel 2.1.2. wordt zonder stemming aangenomen. De artikelen 2.1.3 en 2.1.4 worden zonder stemming aangenomen. Het amendement-Patijn (stuk nr. 15,1) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, de PPR, de CPN en de PSP voor dit amendement hebben gestemd.
Artikel 2.1.5 wordt zonder stemming aangenomen. Het amendement-Patijn (stuk nr. 15, II) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, de PPR en de CPN voor dit amendement hebben gestemd.
Het amendement-Patijn (stuk nr. 16) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, D'66, de PPR, de CPN, de PSP en DS'70 voor dit amendement hebben gestemd.
Het amendement-Patijn (stuk nr. 15, III) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, D'66, de PPR, de CPN, de PSP en DS'70 voor dit amendement hebben gestemd. Artikel 2.1.6 wordt zonder stemming aangenomen. Het gewijzigde amendement-Waltmans (stuk nr. 22) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PPR, de CPN en de PSP voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd.
gewijzigde amendement als verworpen kan worden beschouwd. Artikel 2.1.7 wordt zonder stemming aangenomen. Artikel 2.1.8 wordt zonder stemming aangenomen. Hetamendement-Waltmans (stuk nr. 13,1) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PPR, de CPN en de PSP voor dit amendement hebben gestemd. Artikel 2.1.9 wordt zonder stemming aangenomen. Het amendement-Patijn en Kappeyne van de Coppello (stuk nr. 17,1) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, D'66 en DS'70 tegen dit amendement hebben gestemd. Ik neem aan, dat als gevolg van de aanneming van dit amendement, de overige op stuk nr. 17 voorkomende amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd. Artikel 2.1.10, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Patijn en Kappeyne van de Coppello (stuk nr. 17,1), wordt zonder stemming aangenomen. Het amendement-Patijn (stuk nr. 15, IV) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, de PPR, de CPN en de PSP voor dit amendement hebben gestem d. Artikel 2.1.11 wordt zonder stemming aangenomen. De artikelen 2.1.12 en 2.1.13 worden zonder stemming aangenomen. Het amendement-Patijn (stuk nr. 15, V) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, de PPR, de CPN en de PSP voor dit amendement hebben gestemd. Het amendement-Patijn (stuk nr. 15, VI) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, de PPR, de CPN en de PSP voor dit amendement hebben gestemd.
Artikel 2.1.14, zoals het is gewijzigd door de aanneming van de amendementen-Patijn en Kappeyne van de Coppello (stuk nr. 17, II en III) wordt zonder stemming aangenomen. Deartikelen.1.15toten met2.1.18 worden zonder stemming aangenomen.
Het amendement-Van der Sanden (stuk nr. 24) tot toevoeging van een artikel 2.1.19, wordt bij zitten en opstaan verworpen. De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de SGP, het GPV en DS'70 voor dit amendement hebben gestemd. Het gewijzigde artikel II wordt zonder stemming aangenomen.
Het amendement-Waltmans (stuk nr. 13, II) wordt bijzitten en opstaan verworpen.
De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PPR, de CPN en de PSP voor dit amendement hebben gestemd. Artikel III wordt zonder stemming aangenomen. Artikel IV en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen. Het wetsontwerp wordt zonder stemming aangenomen. De Voorzitter: De fractie van de PSP wordt aantekening verleend, dat zij geacht wenst te worden, tegen dit wetsontwerp te hebben gestemd. In stemming komt het wetsontwerp nr. 16035. Artikel I wordt zonder stemming aangenomen. Het amendement-De Kwaadsteniet (stuk nr. 16) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de SGP, het GPV en de PPR voor dit amendement hebben gestemd. Het begin van artikel II wordt zonder stemming aangenomen. Het amendement-De Kwaadsteniet (stuk nr. 15) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De Voorzitter: Ik constateer dat dit amendement is verworpen met dezelf-de stemverhouding als het vorige. Artikel 2.2.1 wordt zonder stemming aangenomen.
Het gewijzigde amendement-Van der Sanden (stuk nr. 23,1) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de SGP en het GPV voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd. Ik neem aan, dat als gevolg van de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 23 voorkomende Tweede Kamer 10 februari 1981
Grondwet
2987
Artikel 2.2.2 wordt zonder stemming aangenomen. Het amendement-De Kwaadsteniet (stuk nr. 14,1) wordt bij zitten en opstaan verworpen. Oe Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de SGP en het GPV voor dit amendement hebben gestemd.
Ik neem aan, dat als gevolg van de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 14 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd. Het amendement-De Kwaadsteniet (stuk nr. 17,1) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de SGP en de PPR voor dit amendement hebben gestemd. Ik neem aan, dat als gevolg van de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 17 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd. Artikel 2.2.3 wordt zonder stemming aangenomen. Het amendement-De Kwaadsteniet (stuk nr. 21, II) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, met uitzondering van het lid Faber, en het GPV voor dit amendement hebben gestemd. Het amendement-De Kwaadsteniet (stuk nr. 21, III) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De Voorzitter: Ik constateer, dat dit amendement is verworpen met dezelf-de stemverhouding als het vorige. Ik neem aan, dat als gevolg van de verwerping van dit amendement, de overige op stuk nr. 21 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd. Artikel 2.2.5 wordt zonder stemming aangenomen. Hetamendement-Waltmans (stuk nr. 13) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PPR, de CPN en de PSP voor dit amendement hebben gestemd. Artikel 2.2.7 wordt zonder stemming aangenomen. Artikel 2.2.8 wordt zonder stemming aangenomen.
Artikel II wordt zonder stemming aangenomen. De artikelen III en IV en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen. Het wetsontwerp wordt zonder stemming aangenomen. In stemming komt het wetsontwerp nr. 16036 (R 1139). Artikel I wordt zonder stemming aangenomen. De Voorzitter: Aangezien het amendement-De Kwaadsteniet (stuk nr. 12) in-middels ook is ingetrokken, maakt het geen onderwerp van behandeling meer uit. Het begin van artikel II wordt zonder stemming aangenomen. Het amendement-De Kwaadsteniet (stuk nr. 13) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de SGP, het GPV, de PPR, de PSP en DS'70 voor dit amendement hebben gestemd. Het amendement-Van Thijn (stuk nr. 10) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, de PPR, de CPN, de PSP en de SGP voor dit amendement hebben gestemd.
Het amendement-De Kwaadsteniet en Brinkhorst (stuk nr. 14) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van de VVD tegen dit amendement hebben gestemd. Het amendement-De Kwaadsteniet (stuk nr. 15) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, met uitzondering van het lid B. Bakker, de SGP, het GPV, de CPN, de PSP en DS'70 voor dit amendement hebben gestemd. Artikel 2.2.4, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-De Kwaadsteniet en Brinkhorst (stuk nr. 14) wordt zonder stemming aangenomen. Het amendement-De Kwaadsteniet en Van Thijn (stuk nr. 16) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD en het GPV tegen dit amendement hebben gestemd. Het amendement-De Kwaadsteniet (stuk nr. 18) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van het CDA, met uitzondering van het lid Faber, de PPR en het GPV voor dit amendement hebben gestemd. Het amendement-Waltmans (stuk nr. 11) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PPR, de CPN en de PSP voor dit amendement hebben gestemd. Artikel 2.2.6, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-De Kwaadsteniet en Van Thijn (stuknr. 16), wordt zonder stemming aangenomen. Het gewijzigde artikel II wordt zonder stemming aangenomen. Artikel III en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen. Het wetsontwerp wordt zonder stenv ming aangenomen. In stemming komt het ontwerp van Rijkswet 16040, R1141. Artikel I wordt zonder stemming aangenomen. Het begin van artikel II wordt zonder stemming aangenomen. Het amendement-Brinkhorst en G. C. van Dam (stuk nr. 19,1) wordt bij zitten en opstaan verworpen. De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van D'66, het CDA, de PPR, de CPN, het GPV, DS'70 en de PSP voor dit amendement hebben gestemd. Ik neem aan, dat als gevolg van de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 19 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd. Artikel 4.1 wordt zonder stemming aangenomen. Het amendement-Kappeyne van de Coppello (stuk nr. 21) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, het GPV en DS'70 tegen dit amendement hebben gestemd. Het gewijzigde amendement-Patijn en Brinkhorst (stuk nr. 22) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
Tweede Kamer 10 februari 1981
Grondwet
2988
Voorzitter De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PPR en de PSP tegen dit amendement hebben gestemd. Het amendement-Brinkhorst (stuk nr. 20) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van D'66, DS'70, de PPR, de CPN en de PSP voor dit amendement hebben gestemd. Artikel 4.2, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Ka ppeyne van de Coppello (stuk nr. 21) en het gewijzigde amendement-Patijn en Brinkhorst (stuk nr. 22), wordt zonder stemming aangenomen. De artikelen 4.2a, 4.3,4.4 en 4.4a worden zonder stemming aangenomen. Het amendement-G. C. van Dam en Brinkhorst (stuk nr. 18) tot invoeging van een artikel 4.4b wordt bij zitten en opstaan verworpen. De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, D'66 en DS'70 voor dit amendement hebben gestemd. De artikelen 4.5 en 4.6 worden zonder stemming aangenomen. Het gewijzigde artikel II wordt zonder stemming aangenomen. Artikel III en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen. Het wetsontwerp wordt zonder stenv ming aangenomen.