Verslag van de staten van de nederlandse antillen - Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van bepalingen inzake de Hoge Raad der Nederlanden
Inhoudsopgave van deze pagina:
Nr. 7
VERSLAG VAN DE STATEN VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN Ontvangen 17 november 1980
Aan de heer Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal De bespreking van het onderhavige ontwerp van Rijkswet heeft dezerzijds tot geen principiële bedenkingen aanleiding gegeven. Evenwel zou men slechts voor het navolgende de aandacht willen vragen. Onder artikel II wordt voorgesteld om in de Grondwet een nieuw artikel 6.6 op te nemen, alwaar in de leden 2 en 3 bepaalde taken opgedragen worden aan de Hoge Raad. Naar aanleiding hiervan zou men gaarne willen vernemen of dezerzijdse interpretatie juist is, dat de hierbedoelde bepalingen tevens inhouden de mogelijkheid van cassatie van rechterlijke uitspraken, gedaan op de Nederlandse Antillen ook nadat dit Rijksdeel zijn onafhankelijkheid zal hebben verworven. Aldus vastgesteld in de vergadering van de Centrale Commissie van de 20ste oktober 1980.
De Rapporteur, P. Bislip.
Tweede Kamer, zitting 1980-1981, 16163 (R1146), nr. 7