De stemming over het wetsontwerp Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van bepalingen inzake onderwijs - Handelingen Tweede Kamer 1976-1977 22 december 1976 orde 25
Inhoudsopgave van deze pagina:
Aan de orde is de stemming over het wetsontwerp Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van bepalingen inzake onderwijs (13874). De Voorzitter: Ik geef de gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen. D De heer Hermes (KVP): Mijnheer de Voorzitter! Wij betreuren het in hoge mate, dat ons amendement geen meerderheid in deze Kamer heeft kunnen verkrijgen. Met dit amendement waren wij zeer dicht genaderd bij een wijziging van het artikel betreffende het onderwijs in de Grondwet, zoals de Regering zich dat had voorgesteld. Op belangrijke punten waren wij het standpunt van de Regering dicht genaderd. Ik moge wijzen op de kwestie van de eisen van deugdelijkheid en de bekostigingsvoorwaarden. Ik moge verder wijzen op wat in het vijfde lid was geregeld ten aanzien van de vrijheid van het bijzonder onderwijs, met name ten aanzien van de leermiddelen en hen, die onderwijs geven. Er waren nog enkele punten meer. Het enige punt, dat overbleef en ons verdeeld hield, was de delegatie, niet naar Kroon en Minister, want die hebben wij van harte willen steunen -dat is ook een omstreden kwestie geweest in de afgelopen tijd -maar naar provincie en gemeente. Wij betreuren het dat ons amendement de meerderheid niet heeft kunnen verkrijgen, waardoor wij teruggevallen zijn in de situatie dat wij zouden moeten aanvaarden een delegatie in de richting van provincie en gemeente en bovendien zouden moeten aanvaarden niet meer het onderscheid te hebben tussen de eisen van deugdelijkheid en bekostigingsvoorwaarden, niet meer de regeling te hebben ten aanzien van het bijzonder onderwijs, enz. Wij zijn teruggevallen op de oude redactie, die door de Regering is voorgesteld. Hoezeer wij ook betreuren dat het ons niet is gelukt na het uitvoerige overleg in deze Kamer een zodanige positie te bereiken dat volledige over-Tweede Kamer 22 december 1976
Grondwet
2476
Hermes eenstemming bereikt had kunnen worden, rest ons thans, gedwongen door de omstandigheden -ons zijn ook de pluspunten uit handen geslagen -niets anders meer dan tegen het wetsontwerp te stemmen. D De heer Evenhuis (VVD): Mijnheer de Voorzitter! Mijn fractie heeft van meet af aan haar bezwaren tegen een wijziging van het onderwijsartikel in de Grondwet geuit, een mening die ook vertolkt werd door de partijraad van de VVD in november 1975, toen deze zich voor handhaving van het huidige pa-cificatie-artikel uitsprak. De Regering heeft gesteld, dat het voorgestelde ontwerp niets anders betekent dan een modernisering van de tekst, een technische wijziging dus die mede tot doel heeft de tekst meer te doen aansluiten op de gegroeide wetgevende praktijk. Nu de Regering voorstellen heeft ingediend, dient de formulering daarvan zeer zorgvuldig te gebeuren. Zeker geldt dat voor het onderwijsartikel in de Grondwet. De huidige tekst van artikel 208 vertoont alle kenmerken van een afgewogen formulering. Daarom luistert die gekozen formulering zo bijzonder nauw. Hoezeer samenhang en ordening daarbij een eigen betekenis hebben, is gebleken uit de discussie over de interpretatiemogelijkheden van bepaalde begrippen en de strekking van sommige amendementen. Deze discussie heeft ons gesterkt in de mening, dat onze uitgangsstelling in dit debat van meet af aan de juiste was: handhaving van de tekst van het huidige artikel! Ons stemgedrag ten aanzien van de amendementen, ingediend op het voorstel van de Regering, hebben wij daarop consequent afgestemd. Wij stemden vóór de amendementen, die tot doel hadden, de bestaande tekst terug te brengen, en té-gen de amendementen welke verdere wijziging van de tekst beoogden. De Kamer zal begrijpen, dat wij nu tegen de voorstellen van de Regering zullen stemmen. D De heer Koekoek (BP): Mijnheer de Voorzitter! Wij zijn altijd voorstanders geweest van onderwijs in het algemeen en van christelijk onderwijs in het bijzonder. Beide soorten van onderwijs hebben wij altijd in Nederland kunnen verkrijgen. Dat was bijzonder goed in de Grondwet geregeld en wij hebben er nooit moeilijkheden mee gehad. Wij hebben daarom ook niet Tweede Kamer 22 december 1976
deelgenomen aan de debatten. Wij vonden het de grootste onzin van de wereld om daar uren en dagen mee druk te zijn. Dit geldt te meer nu de Minister tegen mensen, die bezwaren maakten, heeft gezegd, dat het helemaal niets te betekenen heeft. Men zal daarom begrijpen, dat wij onze steun aan dit wetsontwerp niet kunnen geven.
Het wetsontwerp wordt met 75 tegen 66 stemmen verworpen.
Tegen hebben gestemd de leden Van Dis, Evenhuis, Geurtsen, Ginjaar-Maas, Groensmit-van der Kallen, Van der Gun, Van Heel-Kasteel, Hermes, Hermsen, Honig van den Bossche, Van Houwelingen, Hutschemaekers, Joekes, Jongeling, Kappeyne van de Coppello, Keja, Kleisterlee, Koekoek, Koning, De Koning (AR), De Koning (BP), De Koster, Kraaijeveld-Wouters, Krosse, Kruisinga, De Kwaadsteniet, Van Leeuwen, Van Leijenhorst, Lüc-kers-Bergmans, Van der Mei, Mommersteeg, Nooteboom, Notenboom, Peijnenburg, Ploeg, Portheine, Rietkerk, Roolvink, Van Rossum, Van der Sanden, Schakel, Scherpenhuizen, Scholten, Smit-Kroes, Tilanus, Tolman, Tuijnman, Veder-Smit, Veerman, Van de Ven, Verbrugh, Waalkens, Weijers, Wiegel, Wisselink, Van Zeil, Aantjes, Van Aardenne, Abma, Van Amelsvoort, Andela-Baur, Andriessen, De Beer, Beinema, De Bekker, Berkhouwer, Beumer, De Boer, Bremen, Van den Broek, Du Chatinier, G. M. P. Cornelissen, P. A. M. Cornelissen, Van Dam en Dees.
Vóór hebben gestemd de leden Van der Doef, Dolman, Dragstra, Drees, Drenth, Epema-Brugman, Franssen, Giebels, De Graaf, Haas-Berger, Hartmeijer, Van der Heem-Wagemakers, Van der Hek, Hoekstra, Huijsen, lm-kamp, Jansen, Knot, Kolthoff, Kombrink, Koningh, Konings, Kosto, Van Kuijen, Laban, Lamberts, Langedijk-de Jong, De Leeuw, Masman, Meis, Van Mierlo, Molleman, Nypels, Van Ooijen, Patijn, Rinks, Roels, Roethof, Salomons, Van het Schip, Van der Spek, Spinks, Staneke, Stoffelen, Terlouw, Van Thijn, Tuinenburg, Van Veenen-daal-van Meggelen, Vellenga, Voogd, Voortman, De Vries, Waltmans, Wierenga, Van Winkel, Wolff, Worrell, AI-bers, Bakker, Barendregt, Ter Beek, Beekmans, De Boois, Coppes, Dankert en de Voorzitter.