De voortzetting van de behandeling van het wetsontwerp Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot opneming van bepalingen inzake... - Handelingen Tweede Kamer 1976-1977 22 december 1976 orde 24
Inhoudsopgave van deze pagina:
Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van het wetsontwerp Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot opneming van bepalingen inzake sociale grondrechten (13873). Artikel 1.22 wordt bij zitten en opstaan verworpen. De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, D'66, de PPR en DS'70 vóór dit artikel hebben gestemd. Het gewijzigde artikel II wordt zonder stemming aangenomen. De vergadering wordt voor enkele ogenblikken geschorst. De Voorzitter: Ik merk op, dat als gevolg van de aanneming van het amendement-Rietkerk es. (stuk nr. 13,1) ook het andere op dit stuk voorkomende amendement, strekkende tot invoeging van een nieuw artikel III, als aangenomen kan worden beschouwd. Het amendement-Bakker c.s. (stuk nr. 17) op artikel IV (oud artikel III) wordt bij zitten en opstaan aangenomen. De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PPR en DS'70 tegen dit amendement hebben gestemd. Ik merk op, dat als gevolg van de aanneming van dit amendement het amendement-Hermes c.s. (stuk nr. 14, II) als vervallen kan worden beschouwd. Artikel IV (oud artikel III), zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Bakker c.s. (stuk nr. 17), wordt zonder stemming aangenomen. De beweegreden wordt zonder stenv ming aangenomen. De vergadering wordt van 1.03 uur tot 1.20 uur geschorst. De Voorzitter: Ik geef thans gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen.
De heer Jongeling (GPV): Mijnheer de Voorzitter! Sociale grondrechten zijn niet zoals politieke grondrechten, burgerrechten in de volle zin des woords. Sociale grondrechten zijn beleidsnormen voor de overheid, intentieverklaringen van de wetgever, doelstellin gen. Als men ze in de Grondwet wil opnemen, is het naar de mening van mijn fractie noodzakelijk deze afzonderlijke doelstellingen te onderbouwen door een algemene doelstelling, waarin de gezamenlijke roeping van volk en overheid om Gods opdracht: deze aarde tot ontwikkeling te brengen, wordt uitgedrukt. Zulk een uitspraak, vastgelegd in een preambule, heeft mijn fractie bepleit. Dit pleidooi is door de Regering afgewezen. Mijn fractie acht het niet gewenst, sociale deeldoelstellingen in de Grondwet te verankeren, nu het eigenlijke doel dat mee door middel van deze sociale in-tentieverklaringen moet worden nagestreefd, volledig ontbreekt. Wij zullen daarom tegen dit wetsontwerp sternmen.
De heer Abma (SGP): Mijnheer de Voorzitter! Sociale rechten zijn ons zeer dierbaar, ofschoon ook niet alle, die genoemd zijn. Conform ons in eerste instantie ingenomen standpunt vinden wij niet dat deze rechten in de grondwet behoren te worden opgenomen. Het zijn zulke open deuren en het is zo vanzelfsprekend. Aan de andere kant is ook duidelijk naar voren gekomen, dat toch aan een zekere gunst, genade moet zijn voldaan, willen deze rechten kunnen worden geëffectueerd. Ook dat komt in de formulering volstrekt niet tot uitdrukking. Wij hebben uitgedrukt, dat het meer intenties betreft. Bovendien is hier juist ten aanzien van de sociale grondrechten ten zeerste de strijdigheid aan de orde tussen grondrecht en grondwet. Wij hebben wel meegedaan om nijver te amenderen, niet dat wij het aan onze stand verplicht zijn een zo gefatsoeneerd mogelijk geheel af te stemmen, maar omdat wij toch een zo verantwoord mogelijk stelsel wilden hebben indien de meerderheid niet die wijsheid kon opbrengen, die wij menen op te brengen. D De heer Koekoek (BP): Mijnheer de Voorzitter! Onze fractie heeft geen behoefte aan wijziging van de Grondwet. Alhoewel wij voor sociale grondrechten zijn, zien wij die hierin niet zitten. Wij zullen onze stem dus aan dit wetsontwerp niet geven.
Het wetsontwerp wordt zonder stenv ming aangenomen. De Voorzitter: De aanwezige leden van de fracties van de SGP, het GPV en de BP wordt aantekening verleend, dat zij geacht wensen te worden tegen dit wetsontwerp te hebben gestemd.