Amendementen van het lid Kappeyne van de Coppello C.S. - Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van bepalingen inzake grondrechten

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Tekst

Nr. 17

AMENDEMENTEN VAN HET LID KAPPEYNE VAN DE COPPELLO CS.

Ontvangen 14 december 1976

De ondergetekende stelt de volgende amendementen voor:

I Artikel II wordt gewijzigd als volgt:

In artikel 1.10 wordt na het eerste lid een nieuw lid ingevoegd, luidende: 2. leder heeft, behoudens bij de wet te stellen beperkingen, recht op onaantastbaarheid van zijn lichaam.

Artikel IV wordt gewijzigd als volgt:

In artikel A 1.10 worden de volgende wijzigingen aangebracht: a. In de eerste volzin wordt in plaats van «Artikel 1.10, eerste lid» gelezen: Artikel 1.10, eerste en tweede lid. b. In de laatste volzin wordt in plaats van «artikel 1.10, eerste lid» gelezen: artikel 1.10, eersteen tweede lid.

Toellichting Het is onvoldoende wanneer slechts door interpretatie het beginsel van onaantastbaarheid van het menselijk lichaam begrepen wordt onder de te beschermen persoonlijke levenssfeer. De indieners van het amendement menen, dat het menselijk lichaam extra bescherming verdient en dat inbreuken daarop zonder instemming van de betrokkene in principe slechts bij in de wet geregelde gevallen mogen plaatsvinden. Daar een aantal algemene maatregelen van bestuur dienovereenkomstig moeten worden gewijzigd, is het zinvol de overgangsregeling van artikel A 1.10 van toepassing te doen zijn.

Kappeyne van de Coppello Rietkerk Koning Evenhuis Dees Tweede Kamer, zitting 1976-1977, 13872, nr. 17

 
 
 

2.

Meer informatie