Gewijzigde amendementen van het lid Hermes C.S. ter vervanging van die gedrukt onder nr. 15 - Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van bepalingen inzake onderwijs
Inhoudsopgave van deze pagina:
2 december 1976
De ondergetekenden stellen de volgende amendementen voor:
Artikel II wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 1.23 worden de leden 3 en 4 vervangen door de volgende leden:
-
-De eisen van deugdelijkheid voor het uit de openbare kas te bekostigen onderwijs worden gesteld bij de wet of zonodig krachtens de wet bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële verordening, met inachtneming van de vrijheid van richting van het bijzonder onderwijs. Deze eisen worden zodanig gesteld dat de deugdelijkheid van het bijzonder onderwijs even afdoende wordt gewaarborgd als die van het openbaar onderwijs. 4. Het bijzonder basisonderwijs alsmede de bij de wet aangewezen andere soorten van bijzonder onderwijs, die aan bij de wet of zonodig krachtens de wet bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële verordening te stellen voorwaarden voldoen, worden naar dezelfde maatstaf als het overeenkomstige openbaar onderwijs uit de openbare kas bekostigd. 5. De in het derde en vierde lid bedoelde eisen en voorwaarden eerbiedigen met name de vrijheid van het bijzonder onderwijs, betreffende de keuze der leermiddelen en de aanstelling van hen die onderwijs geven.
II Artikel III wordt als volgt gewijzigd:
In artikel A1.23 worden de woorden: «artikel 1.23, tweede en derde lid» vervangen door: artikel 1.23, tweede en vierde lid.
Toelichting Het amendement beoogt de mogelijkheid van delegatie te beperken. Enerzijds door het woord «zonodig», waardoor de voorkeur voor regeling bij wet wordt uitgesproken, waarbij echter de vaststelling van nadere regelen bij een algemene maatregel van bestuur of ministeriële verordening niet wordt uitgesloten; anderzijds door beperking tot delegatie aan Kroon of Minister, waarbij delegatie aan provincies en gemeenten wordt uitgesloten. Tevens beoogt het amendement het onderscheid eisen van deugdelijk heid/voorwaarden voor bekostiging in de Grondwet te handhaven.
Hermes Veerman Van Leijenhorst Tweede Kamer, zitting 1976-1977,13874, nr. 17