Advies Raad van State

De Afdeling advisering van de Raad van State i geeft in een advies aan wat zij vindt van een wetsvoorstel. De regering is verplicht de Raad om advies te vragen over alle wetsvoorstellen en Algemene Maatregelen van Bestuur (AmvB) i. Ook initiatiefvoorstellen i worden voor advies aan de Raad van State voorgelegd. De Raad let voor zijn advies op de beleidsmatige en juridische kwaliteit, de uitvoeringsanalyse en uitvoeringsgevolgen voor de rechtspraktijk.

Aan het slot van het advies geeft de Afdeling advisering haar eindoordeel over het wetsvoorstel, het dictum. Sinds 1 oktober 2018 geeft de Raad ook een eindoordeel over initiatiefwetsvoorstellen.

Het eindoordeel (dictum) kan zijn:

  • 1. 
    geen opmerkingen, geen bezwaar tegen indiening (A)
  • 2. 
    aantal opmerkingen, waarmee geadviseerd wordt rekening te houden voordat het voorstel wordt ingediend (B)
  • 3. 
    bezwaren en het advies om pas in te dienen na aanpassing (C)
  • 4. 
    ernstige bezwaren en het advies om niet in te dienen (D)

Het C-dictum werd bijvoorbeeld gegeven bij een wetsvoorstel over invoering van minimumstraffen bij recidive (33.151) en het wetsvoorstel kansspelen op afstand (33.996). Het eerste werd ingetrokken, het tweede wel ingediend en later aangenomen. Het D-dictum was er bij het initiatiefwetsvoorstel-Bosma over zwarte piet (34.078).

De Raad brengt een niet-bindend (maar zwaarwegend) advies uit. De regering beantwoordt het advies met een zogenoemd Nader Rapport i. De regering kan naar aanleiding van dit advies wijzigingen aanbrengen, of het wetsvoorstel onveranderd bij de Tweede Kamer indienen. Vroeger was het advies van de Raad van State geheim, tegenwoordig is het openbaar.

De Tweede en Eerste Kamer kunnen de Afdeling ook om voorlichting verzoeken.


Meer over