Verslag - Veranderingen in de Grondwet van de bepalingen inzake veranderingen in de Grondwet
Inhoudsopgave van deze pagina:
Vastgesteld 30 september 1994
De vaste Commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer van haar bevindingen als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat de gesteide vragen door regering tijdig zullen zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel genoegzaam voorbereid. De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel in verband met de tweede lezing van de voorgestelde wijziging van de Grondwet op het punt van de ontbinding van de Eerste Kamer na eerste lezing. Deze leden kunnen instemmen met het voorstel. Door de huidige wijze van samenstelling van de Eerste Kamer heeft tussentijdse ontbinding immers geen echte relevantie meer. Overigens is de SGP-fractie nooit blij geweest met de nieuwe wijze van samenstelling van de Eerste Kamer. Naar het oordeel van de leden van deze fractie wordt daardoor onvoldoende recht gedaan aan de reflectiefunctie van de Senaat. Die functie is zeker bij gewichtige besluiten als wijziging van de Grondwet van belang. De leden van de SGP-fractie hebben er bij de eerste lezing van het onderhavige wijzigingsvoorstel op gewezen dat door de ontwikkelingen van de laatste tijd de procedure voor wijziging van de Grondwet steeds «gewoner» wordt. De ontbinding van de Tweede Kamer na eerste lezing valt in het algemeen samen met een reguliere verkiezing. Daardoor is het maar de vraag of nog gesteld kan worden dat de kiezer zich bij de verkiezingen na ontbinding uitdrukkelijk uit kan spreken over de voorgestelde grondwetswijziging, zo menen deze leden. Nu bovendien de ontbinding van de Eerste Kamer vervalt, zijn de enige echte extra's in de procedure nog de tweede lezing als zodanig en het vereiste van een meerderheid van twee derden. Gelet hier op hebben deze leden gepleit voor een onderzoek naar alternatieven voor een verzwaarde procedure, waarbij zij als suggesties noemden de mogelijkheid van tweede lezing in een verenigde vergadering of de instelling van een speciale Grondwetskamer. Tljdens de eerste lezing heeft de regering verdere doordenking van alternatieven toegezegd. Deze leden vernemen dan ook graag de zienswijze en voornemens van de regering.
414352F ISSN 0921 • 7371 Sdu Uitgevenj Ptantijnstraat 's-Gravenhage 1994
Verder herinneren de leden van de SGP-fractie aan de noodzaak van wijziging van artikel 55, derde lid, van het Statuut voor het Koninkrijk. Hoe staat het met de voorbereiding daarvan?
De voorzitter van de commissie, De Cloe
De griffier van de commissie, Hommes