Memorie van toelichting - Verandering in de Grondwet strekkende tot het doen vervallen van de additionele artikelen betreffende Koninkrijksaangelegenheden die zijn uitgewerkt
Inhoudsopgave van deze pagina:
Met dit voorstel van wet wordt in verband met het bepaalde in artikel 137 van de Grondwet het voorstel strekkende tot het doen vervallen van de additionele artikelen betreffende Koninkrijksaangelegenheden die zijn uitgewerkt, vastgesteld bij de Wet van 9 maart 1994 (Stb. 174), met het oog op de tweede lezing daarvan opnieuw aanhangig gemaakt.
Voor de toelichting verwijzen wij naar de desbetreffende tussen de regering en de Staten-Generaal gewisselde stukken en de daarover in de beide kamers gevoerde beraadslagingen (kamerstukken II 1993/94, 23463(R 1488), Handelingen II 1993/94, blz. 3333-3358, 3392-3409 en 3499, kamerstukken I 1993/94, 23463(R 1488) (271) en Handelingen I 1993/94, blz. 1171.
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, R. F. M. Lubbers De Minister van Binnenlandse Zaken, D. IJ. W. de Graaff-Nauta
De Minister van Justitie, A. Kosto
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt, dan wel uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State)
413932F ISSN0921 -7371 Sdu Uitgevenj Plantijnstraat 's-Gravenhage 1994