De 118 programma’s voor plattelandsontwikkeling zijn allemaal goedgekeurd
De 118 EU-programma’s voor plattelandsontwikkeling voor 2014-2020, met een budget, voor die periode, van 99,6 miljard euro, kunnen nu van start gaan.
De goedkeuring, vandaag, van het Griekse plattelandsontwikkelingsprogramma (POP) betekent het einde van het goedkeuringsproces voor de in totaal 118 programma’s voor de periode 2014-2020. Het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling i (Elfpo) levert een bijdrage van 99,6 miljard euro en daarbovenop komt 60,6 miljard euro aan cofinanciering uit nationale en regionale overheidsmiddelen of particuliere investeringen. Met deze middelen zullen de POP's de Europese plattelandsgebieden en ‑gemeenschappen helpen om aan de huidige economische, ecologische en sociale uitdagingen het hoofd te bieden en om de kansen te benutten die de toekomst hun biedt.
Om deze belangrijke gebeurtenis luister bij te zetten zei commissaris Phil Hogan i hierover het volgende: "Het plattelandsontwikkelingsprogramma gaat over banen, groei, investeringen en concurrentievermogen op het Europese platteland. Doel is de plattelandsgebieden en ‑gemeenschappen in staat te stellen om in te gaan op de talrijke uitdagingen en kansen die de 21e eeuw voor hen op economisch, sociaal en ecologisch vlak in petto heeft. Met slimme en strategische investeringen zullen de POP's de generatiewissel in de landbouw in goede banen leiden en de voorwaarden creëren voor een bruisende rurale economie, maatschappij en leefomgeving. Met de aan de gang zijnde klimaatconferentie in Paris ligt de focus onvermijdelijk op het aanpakken van de grote klimaatproblemen. De plattelandsontwikkelingsprogramma's spelen hierbij een belangrijke rol."
De overwegend rurale gebieden maken 52 % van het grondgebied van de EU uit en tellen 112,1 miljoen inwoners. Deze gebieden verschillen heel erg van elkaar en de problemen waarmee zij te maken hebben, zijn de weerspiegeling van zeer diverse omstandigheden. Daarom biedt de Commissie de lidstaten meer flexibiliteit zodat de steun beter op de specifieke behoeften van elke regio of elk land kan worden toegesneden en daarbij meer nadruk op de subsidiariteit komt te liggen. Zo kunnen de lidstaten hun eigen nationale of regionale programma's opzetten waarin deze specifieke kenmerken tot uiting komen. Dit moeten zij doen op basis van ten minste vier van de zes gemeenschappelijke prioriteiten: kennis en innovatie, concurrentievermogen, een betere organisatie van de voedselketen, instandhouding van de ecosystemen, efficiënt gebruik van de hulpbronnen en sociale inclusie. Met deze prioriteiten wordt ook duidelijk in welke mate de financiering van de POP's een gunstig effect heeft op de maatschappij in het algemeen, en niet alleen op de agrarische en andere rurale gemeenschappen.
De Poolse autoriteiten bijvoorbeeld hebben besloten een derde van de financiering van hun POP's te besteden aan de versterking van de levensvatbaarheid van de landbouwbedrijven en van het concurrentievermogen. Hun programma zal aan ongeveer 200 000 landbouwbedrijven en meer dan 1 800 producentengroeperingen investeringssteun bieden, met als doel duizenden banen te creëren. In vele regionale programma’s, zoals dat van Picardië of Basse-Normandie in Frankrijk, is steun voor de vestiging van jonge landbouwers opgenomen.
Klimaatacties behoren tot de vaakst voorkomende projectprioriteiten in de nationale en regionale POP’s.
Oostenrijk bijvoorbeeld heeft 71 % van zijn steun toegewezen aan beter beheer van de natuurlijke hulpbronnen en aan de bevordering van klimaatvriendelijke landbouwpraktijken. Het is de bedoeling dat 83 % van het landbouwland wordt beheerd in het kader van contracten die een grotere biodiversiteit bevorderen, en 75 % in het kader van contracten om de waterkwaliteit te verbeteren.
Ook in het Ierse POP is de centrale prioriteit het herstel, de instandhouding en de versterking van de aan land‑ en bosbouw gerelateerde ecosystemen. Driekwart van de totale financiering voor Ierland gaat naar deze prioriteit.
Plattelandsgebieden verbinden en de infrastructuur verbeteren is een belangrijke voorwaarde om een goede concurrentiepositie te kunnen innemen. In Italië zal het POP van Calabrië tot de sociale inclusie en de economische ontwikkeling in de plattelandsgebieden bijdragen. Ongeveer 48 % van de plattelandsbevolking zal hierdoor immers een betere breedbandinfrastructuur aangeboden krijgen.
In deze factsheet wordt toelichting gegeven bij een aantal algemene resultaten die voor de periode 2014-2020 worden verwacht. De uitvoering en de impact van de plattelandsontwikkelingsprogramma's worden diepgaand gemonitord en geëvalueerd. De bevindingen zijn beschikbaar in de verslagen die op de website van de Commissie worden gepubliceerd.
Achtergrond
Steun voor plattelandsontwikkeling vormt de tweede pijler van het gemeenschappelijk landbouwbeleid. In het kader hiervan ontvangen de lidstaten EU-middelen die zij nationaal of regionaal beheren door middel van gecofinancierde meerjarenprogramma's. In totaal zijn er voor de 28 lidstaten 118 programma’s, waarvoor een budget van 99,6 miljard euro is uitgetrokken (meer dan het vorig jaar aangekondigde bedrag van 95,6 miljard euro als gevolg van overdrachten uit de eerste pijler). In de nieuwe verordening inzake plattelandsontwikkeling (Verordening (EU) nr. 1305/2013) voor de periode 2014-2020 zijn zes economische, ecologische en sociale prioriteiten gesteld. De programma's bevatten duidelijke streefdoelen om aan te geven wat moet worden bereikt. Om hun acties beter te coördineren en een zo groot mogelijke synergie met de andere Europese structuur- en investeringsfondsen (ESI-fondsen) te bereiken, is bovendien met elke lidstaat een partnerschapsovereenkomst gesloten. In deze overeenkomsten wordt de brede strategie voor door de EU gefinancierde structurele investeringen uitgestippeld. Met een budget van 454 miljard euro voor 2014-2020 zijn de ESI-fondsen het belangrijkste beleidsinstrument voor investeringen van de EU.
Links
Factsheet over een aantal resultaten die van de programma's 2014-2020 worden verwacht
Overzicht van de 118 plattelandsontwikkelingsprogramma's voor 2014-2020
Meer informatie over het plattelandsontwikkelingsbeleid van de EU
IP/15/6283
Contactpersoon voor de pers:
Voor het publiek: Europe Direct per telefoon 00 800 67 89 10 11 of e-mail |