Europees Ontwikkelingsfonds (EOF)
Het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) financierde projecten en programma's gericht op de economische en sociale ontwikkeling in de ACS-landen i en de overzeese gebieden i. Het EOF was voor de Europese Unie i een belangrijk instrument voor de uitvoering van ontwikkelingssamenwerking zoals bepaald in het EU-ontwikkelingsbeleid. Het fonds trad in maart 2015 in werking.
Het grootste deel van het EOF-budget was bestemd voor de financiering van nationale, regionale en lokale projecten en programma's gericht op de economische en sociale ontwikkeling. Een ander deel van het EOF werd besteed aan grensoverschrijdende projecten en ontwikkeling op regionaal en internationaal niveau. Een derde component van het EOF vormde de verstrekking van leningen en risicodragend kapitaal. De nadruk lag meer op samenhangende programma's dan op losse projecten. Ook particuliere (non-gouvernementele) organisaties konden direct steun ontvangen.
Financiering
Het EOF werd buiten de meerjarenbegroting van de Europese Unie om gefinancierd door de lidstaten. Het was aan eigen financiële regels gebonden, en de controle was in handen van een apart comité.
Verreweg het grootste deel van de begroting was gereserveerd voor de landen die vallen onder de Cotonou-overeenkomst i, de overeenkomst tussen de EU en landen uit Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan. Een ander deel van de EOF-gelden was bestemd voor de eigen overzeese gebieden i. Daarnaast verstrekte de Europese Investeringsbank leningen onder de vlag van het EOF.
In 2021 is het Europees Ontwikkelingsfonds met enkele andere instrumenten samengevoegd tot het nieuwe Instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking.