De samenwerking van de Europese Unie met Afrika op het vlak van migratie

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op maandag 9 november 2015.

Vragen en antwoorden over de samenwerking van de Europese Unie met Afrika op het vlak van migratie

Hoe verloopt de samenwerking van de Europese Unie met Afrika op het vlak van migratie?

Op basis van haar Totaalaanpak van migratie en mobiliteit (TAMM) - het overkoepelende kader voor het externe migratie- en asielbeleid van de Unie - voert de EU een brede dialoog met Afrikaanse landen over migratie en mobiliteit op bilateraal, regionaal en continentaal niveau:

  • Op continentaal niveau met de Afrikaanse Unie. Een belangrijke politieke verklaring over migratie en mobiliteit is aangenomen door de staatshoofden en regeringsleiders op de top EU-Afrika in april 2014. Hierin werd de gezamenlijke verbintenis van de partijen opnieuw bevestigd om onder andere irreguliere migratie te bestrijden en alle hiermee samenhangende aspecten aan te pakken, met inbegrip van preventie, versterkt migratie- en grensbeheer, terugkeer en overname, alsook het wegnemen van de onderliggende oorzaken van irreguliere migratie. De bovenvermelde verklaring wordt geschraagd door een actieplan(2014-2017) en de noodzakelijke financiële middelen.
  • Op regionaal niveau, met beleidsdialogen met landen op de westelijke migratieroute (het proces van Rabat) en de oostelijke migratieroute (het proces van Khartoem). Deze dialogen worden geschraagd door concrete actieplannen en financiële middelen. De EU heeft ook nieuwe regionale ontwikkelings- en beschermingsprogramma's in Noord-Afrika en de Hoorn van Afrika opgezet.
  • Op bilateraal niveau, met een breed scala aan programma- en projectondersteuning, die tot doel heeft bij te dragen tot institutionele en wetgevingshervormingen en capaciteitsopbouw in partnerlanden, alsook met specifieke politieke overeenkomsten die zijn gesloten met Marokko, Tunesië, Kaapverdië en Nigeria. In de marge van de top in Valletta zal ook met Ethiopië een dergelijke overeenkomst worden ondertekend. Deze politieke overeenkomsten worden ondersteund door concrete maatregelen die door de EU worden gefinancierd.

Daarnaast vindt de samenwerking met de Afrikaanse landen plaats binnen het kader van de ACS-partnerschapsovereenkomst (ACS: landen in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan) die in juni 2000 in Cotonou is ondertekend. In juni 2012 heeft de ACS-EU-Raad drie reeksen aanbevelingen inzake a) visa b) overmakingen en c) overname goedgekeurd. In mei 2015 heeft de ACS-EU-Raad van ministers ook aanbevelingen inzake inzake mensenhandel en migrantensmokkel goedgekeurd.

1. Op continentaal niveau

De EU-Afrikadialoog over migratie en mobiliteit

Het partnerschap EU-Afrika inzake migratie, mobiliteit en werkgelegenheid ging van start op de Afrika-EU-top in december 2007. Op deze top werden de gezamenlijke strategie EU-Afrika en het eerste actieplan (2008 - 2010) goedgekeurd. Op de Afrika-EU-top in 2014 werd een nieuwe impuls gegeven aan de samenwerking inzake migratie. Naast de verklaring over migratie en mobiliteit is ook een actieplan 2014-2017 goedgekeurd, met de nadruk op de volgende prioriteiten:

  • mensenhandel,
  • overmakingen,
  • diaspora,
  • mobiliteit en arbeidsmigratie (inclusief mobiliteit binnen Afrika),
  • internationale bescherming (inclusief in eigen land ontheemden),
  • irreguliere migratie.

2. Regionaal niveau

Het proces van Rabat

Het proces van Rabat, dat op de eerste Euro-Afrikaanse ministeriële conferentie over migratie en ontwikkeling in juli 2006 is opgestart, is een samenwerking tussen regeringen van 55 Europese landen en Afrikaanse landen van Noord-, West- en Centraal-Afrika, de Europese Commissie en de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten (Ecowas). De doelstelling is de dialoog en samenwerking inzake migratie te versterken (legale migratie en mobiliteit, preventie en bestrijding van irreguliere migratie, migratie en ontwikkeling en internationale bescherming) alsmede om gemeenschappelijke prioriteiten in kaart te brengen teneinde de operationele en praktische samenwerking te ontwikkelen.

Het proces van Rabat wordt geleid door een stuurcomité dat is samengesteld uit vijf EU-lidstaten (België, Frankrijk, Italië, Portugal en Spanje), vijf partnerlanden (Burkina Faso, Equatoriaal-Guinea, Mali, Marokko en Senegal), de Europese Commissie en Ecowas.

In het kader van het proces van Rabat is een solide en vruchtbare dialoog opgezet tussen de EU en de partnerlanden. Met de uitvoering van bilaterale, subregionale, regionale en multilaterale initiatieven heeft het proces bijgedragen tot de totstandkoming van een versterkte samenwerking. Een voorbeeld van concrete samenwerking op regionaal niveau is het Atlantisch netwerk Seahorse, waarbij Spanje, Portugal, Senegal, Mauritanië, Kaapverdië, Marokko, Gambia en Guinee-Bissau betrokken zijn. Het netwerk zorgt voor de gegevensuitwisseling tussen autoriteiten waardoor irreguliere migratie en grensoverschrijdende criminaliteit kan worden voorkomen.

De vierde Euro-Afrikaanse ministeriële conferentie over migratie en ontwikkeling vond plaats in november 2014. Op deze conferentie zijn de verklaring van Rome en het programma voor 2015-2017 goedgekeurd, waarbij twee thematische prioriteitsterreinen voor toekomstige actie zijn afgebakend: 1) het versterken van de koppeling tussen migratie en ontwikkeling en 2) het voorkomen en bestrijden van irreguliere migratie en de hiermee gerelateerde criminaliteit. In het kader van deze conferentie is ook internationale bescherming opgenomen als een van de vier pijlers voor samenwerking, waardoor deze in overeenstemming zijn gebracht met de Totaalaanpak van migratie en mobiliteit (TAMM).

Het proces van Khartoem

Het proces van Khartoem (migratieroute-initiatief EU-Hoorn van Afrika) is formeel opgestart op de ministeriële conferentie in november 2014 in Rome en is een regionale dialoog over migratie tussen de EU-lidstaten, negen Afrikaanse landen uit de Hoorn van Afrika, landen van doorreis, de Europese Commissie, de Commissie van de Afrikaanse Unie en de Europese Dienst voor extern optreden. Het doel van dit proces is een langdurige dialoog over migratie en mobiliteit tot stand te brengen om de bestaande samenwerking te versterken, onder meer door het opzetten en uitvoeren van concrete projecten. Zoals is te kennen gegeven in de ministeriële verklaring van 28 november 2014 zal de dialoog in eerste instantie zijn toegespitst op de aanpak van mensenhandel en migrantensmokkel.

Het proces van Khartoem wordt geleid door een stuurcomité dat is samengesteld uit vijf EU-lidstaten (Italië, Frankrijk, Duitsland, VK en Malta), vijf partnerlanden (Egypte, Eritrea, Ethiopië, Zuid-Sudan en Sudan), de Europese Commissie, de Europese Dienst voor extern optreden en de Commissie van de Afrikaanse Unie aan Afrikaanse zijde.

Het regionaal actieplan voor de Sahel

Op 20 april 2015 heeft de Raad het regionale actieplan voor de Sahel 2015-2020 aangenomen. Het actieplan voorziet in het algemene kader voor de uitvoering van de EU-strategie voor veiligheid en ontwikkeling in de Sahelregio, die de Raad heeft aangenomen en vervolgens heeft herzien in zijn conclusies van respectievelijk 21 maart 2011 en 17 maart 2014. Tijdens hun ontmoeting met de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid op 17 juni 2015 hebben de vijf Sahellanden dit actieplan goedgekeurd.

Het actieplan vormt een solide basis om de EU in staat te stellen zich meer te concentreren op vier terreinen die zeer belangrijk zijn voor de stabilisatie van de regio, namelijk het voorkomen en bestrijden van radicalisering; het scheppen van passende omstandigheden voor jongeren; migratie, mobiliteit en grensbeheer en de bestrijding van illegale handel en transnationale georganiseerde criminaliteit.

Het regionale actieplan van de EU voor de Hoorn van Afrika

Op 26 oktober 2015 heeft de Raad het regionale actieplan van de EU voor de Hoorn van Afrika goedgekeurd, dat tot doel heeft het bestaande strategisch kader van de EU voor de Hoorn van Afrika van 2011 uit te voeren, rekening houdend met nieuwe uitdagingen die de jongste jaren een meer prominente en cruciale rol zijn gaan spelen, namelijk het ruimere geopolitieke kader, de gemengde migratiestromen en de gewelddadige radicalisering. In het kader van het actieplan heeft het EU-optreden tot doel conflicten op te lossen en te voorkomen en duurzame veiligheid, stabiliteit, ontwikkeling en behoorlijk bestuur te bevorderen op basis van de democratische beginselen van inclusie, de rechtsstaat en de eerbiediging van de mensenrechten.

Migratie en mobiliteit

Mensen zijn in beweging om armoede en conflict te ontvluchten, bescherming tegen vervolging of ernstig onheil te zoeken of een beter leven op te bouwen. Voor individuele personen kan migratie één van de krachtigste en meest directe strategieën voor armoedebestrijding zijn, en bij gebrek aan arbeidsmogelijkheden zoeken veel jongeren naar betere kansen door te migreren. In het regionale actieplan voor de Sahel en de Hoorn van Afrika wordt de aandacht toegespitst op dit verband tussen migratie en ontwikkeling. Daarnaast zal de EU haar inspanningen richten op het voorkomen en bestrijden van irreguliere migratie, mensensmokkel en mensenhandel en op het bevorderen van internationale bescherming en het organiseren van mobiliteit en legale migratie.

De situatie in Niger, dat een belangrijk doorgangsland is, zal verhoogde inspanningen vergen, met name om de reeds door de GVDB-missie EUCAP Sahel Niger (een missie van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid) opgezette acties te versterken en te begeleiden.

Jongeren

Economische groei is nodig om werkgelegenheid te scheppen en de wijdverbreide armoede en inkomensongelijkheden die in de hele Sahel domineren, aanmerkelijk te verminderen. Er zijn meer inspanningen nodig om in alle sectoren arbeidsmogelijkheden te scheppen, vooral voor jongeren.

De EU zal bijstand verlenen die relevant is voor jongeren, waaronder onderwijs en opleiding evenals het scheppen van banen, en zal zorgen voor gelijke kansen voor jongens en meisjes. Een voorbeeld van dergelijke bijstand is de versterking van de positie van jongeren door middel van het bepalen van indicatoren voor het toezien op en het bevorderen van onderwijs en werkgelegenheid voor jongeren, teneinde alternatieven voor illegale activiteiten/extremistische actie te bieden.

Verder zal ook worden nagegaan hoe jongeren als actoren voor positieve verandering kunnen worden gesteund. De EU zal bijdragen tot het opbouwen van weerbaarheid onder jongeren, bv. door in programma's van de EU en de lidstaten, waar mogelijk, economische en werkgelegenheidskansen (via steun aan kmo's en belangrijke waardeketens, de aanwerving van lokale arbeidskrachten, enz.) en gelijkheid te bevorderen.

Er zou ook een speciaal overleg kunnen worden opgestart betreffende het demografische vraagstuk, om na te gaan hoe dit beter kan worden aangepakt. Demografie zou geleidelijk en stelselmatiger een onderdeel van de politieke dialoog met begunstigde landen moeten worden. Meer in het algemeen zullen de instrumenten van de EU en de lidstaten worden ingezet om de sociale cohesie en inclusieve economische groei, met inbegrip van regionale integratie, te verbeteren, met name door middel van de uitvoering van het ontwikkelingsprogramma van de economische partnerschapsovereenkomst.

EU-steun voor vluchtelingen in de regio's die zich het dichtst bij de conflicten bevinden - de regionale ontwikkelings- en beschermingsprogramma's

De regionale ontwikkelings- en beschermingsprogramma's hebben tot doel derde landen die grote aantallen vluchtelingen opvangen, bijstand te verlenen om een antwoord te kunnen bieden op zowel de beschermings- en ontwikkelingsbehoeften van vluchtelingen en asielzoekers als de noden van gemeenschappen die vluchtelingen opvangen en om de noden inzake capaciteitsopbouw van de autoriteiten op het vlak van vluchtelingenbescherming te ondersteunen. Met deze programma's wordt ook gezorgd voor meer coördinatie van de op bescherming en op ontwikkeling toegespitste acties.

Het consortium van het regionale ontwikkelings- en beschermingsprogramma voor Noord-Afrika wordt geleid door Italië, terwijl het consortium van het regionale ontwikkelings- en beschermingsprogramma voor de Hoorn van Afrika wordt geleid door Nederland. De regionale ontwikkelings- en beschermingsprogramma's worden ondersteund met middelen uit de verschillende EU-fondsen en bijdragen van de lidstaten.

De regionale ontwikkelings- en beschermingsprogramma's kunnen onder meer de volgende acties omvatten: ondersteuning van het wetgevings- en beleidskader, opbouw van een bestuurlijke structuur, opleiding van professionals die vluchtelingenkwesties moeten aanpakken, ondersteuning voor het vaststellen van de vluchtelingenstatus, verbetering van de opvang, steun voor kwetsbare migranten en vluchtelingen, bewustmaking van de gevaren van irreguliere migratie, voorzien in mogelijkheden voor lokale integratie en zelfredzaamheid, steun voor vluchtelingen en gemeenschappen die vluchtelingen opvangen door te voorzien in meer mogelijkheden op het gebied van onderwijs en bestaansmiddelen, voorzien in regelingen voor het scheppen van werkgelegenheid en beroepsopleiding, en bevordering van vertrouwen en sociale samenhang tussen vluchtelingen en gemeenschappen die vluchtelingen opvangen.

Met de regionale ontwikkelings- en beschermingsprogramma's in Noord-Afrika en de Hoorn van Afrika wordt voortgebouwd op de ervaring die is opgedaan met vorige regionale beschermingsprogramma's en het regionale ontwikkelings- en beschermingsprogramma voor het Midden-Oosten dat een door Denemarken geleid consortium heeft uitgevoerd.

Grensbeheer, bestrijding van illegale handel en transnationale georganiseerde criminaliteit

De EU verstrekt thans steun voor een aantal activiteiten ter bestrijding van illegale handel (partnerschap met het VN-Bureau voor drugs- en misdaadbestrijding (UNODC) en Ecowas) in grensgebieden, en voor activiteiten op het gebied van veiligheid en ontwikkeling.

Hierbij gaat het om acties inzake grensbeheer, migrantensmokkel, mensenhandel en andere vormen van handel en transnationale georganiseerde criminaliteit, waarbij bijzondere nadruk wordt gelegd op versterkte en grensoverschrijdende samenwerking en informatie-uitwisseling tussen instanties. In de Europese migratieagenda en de Europese veiligheidsagenda wordt migrantensmokkel ook vermeld als een van de prioriteiten van de Commissie. Concrete maatregelen zijn opgenomen in het EU-actieplan tegen migrantensmokkel dat in mei is vastgesteld en dat voorziet in robuuste voorstellen voor het bestrijden en voorkomen van migrantensmokkel.

De EU zal de uitvoering van projecten voor geïntegreerd grensbeheer - zowel in de Sahelregio als rond het Tsjaadmeer - overwegen, met inbegrip van acties op het gebied van zowel ontwikkeling als veiligheid. Voorts moedigt de EU de reeds in de Sahelregio actieve civiele GVDB-missies - de EUCAP Sahel Mali en EUCAP Sahel Niger missies - aan om in het kader van hun operationele ontwerp en mogelijkheden steun te blijven verlenen aan de lokale inspanningen met het oog op de ontwikkeling van lokale grensbeheercapaciteit en actief bij te dragen aan de internationale samenwerking op het terrein.

Samenwerking op het gebied van terugkeer en overname met landen van herkomst en doorreis

De EU wil zich inzetten om met alle operationele actoren samen te werken bij de aanpak van de huidige complexe uitdagingen op het vlak van migratie en menselijke mobiliteit, inclusief de problemen die worden veroorzaakt door de gemengde toestroom van migranten, asielzoekers en vluchtelingen. De daadwerkelijke terugkeer en overname van degenen die geen bescherming behoeven, vormt een topprioriteit voor het behoud van de geloofwaardigheid en de behoorlijke werking van onze asiel- en migratiesystemen, waarbij de grondrechten van migranten en het beginsel van "non-refoulement" (niet-uitzetting) volledig worden nageleefd.

Tegen deze achtergrond heeft de Commissie onlangs een ambitieus EU-actieplan inzake terugkeer voorgesteld, waarin met name een strategie wordt opgezet voor een uitgebreidere samenwerking met derde landen over terugkeer- en overnameovereenkomsten.

Het aanmoedigen en ondersteunen van de vrijwillige terugkeer naar de landen van herkomst blijft in het algemeen de voorkeursoptie. De EU doet evenwel een beroep op alle betrokken beleidssectoren waaronder buitenlands beleid, ontwikkelingshulp en handel om onze partners aan te zetten tot samenwerking op het vlak van overname, op basis van een "meer voor meer"-beginsel. Met het oog hierop zal de samenwerking van de EU met derde landen ook toegespitst worden op de versterking van de capaciteit om tijdig op overnameverzoeken te reageren en op het bevorderen en versnellen van het identificatie van eigen onderdanen.

Tegelijkertijd zal de EU investeren in het ondersteunen van de re-integratie van repatrianten en het versterken van de capaciteit van hun landen van herkomst om hen over te nemen en opnieuw te integreren.

  • 3. 
    Bilaterale samenwerking

Hoe zit het met de bilaterale samenwerking?

Bilaterale dialogen over migratie en mobiliteit tussen de EU en derde landen kunnen verschillende vormen aannemen. De mobiliteitspartnerschappen en de gemeenschappelijke agenda's inzake migratie en mobiliteit voorzien in belangrijke kaders voor een beleidsdialoog en operationele samenwerking met betrekking tot asiel- en migratiekwesties. Tot dusver zijn vier dergelijke overeenkomsten ondertekend met partnerlanden op het Afrikaanse continent: Kaapverdië, Marokko, Tunesië en Nigeria[1]. In de marge van de migratietop zal in Valletta ook een gemeenschappelijke agenda inzake migratie en mobiliteit met Ethiopië worden ondertekend. Financiële middelen zijn toegewezen om de uitvoering van de overeenkomsten te ondersteunen.

De EU is voornemens een dialoog met andere landen in de regio op te starten overeenkomstig het door de Europese Raad verstrekte politieke mandaat. Het opzetten van een dergelijke dialoog met Libië - zodra de omstandigheden dit mogelijk maken- blijft een prioriteit.

Welke soort activiteiten vallen onder een mobiliteitspartnerschap?

De typische acties/activiteiten die in een mobiliteitspartnerschap aan de orde komen, zijn:

Legale migratie en mobiliteit

  • bevordering van een beter kader voor legale migratie en mobiliteit, onder meer door regelingen voor circulaire en tijdelijke migratie, alsook betere informatieverstrekking aan en bescherming van migranten, inclusief opleiding vóór vertrek;
  • informatieverstrekking aan potentiële migranten over de mogelijkheden voor legale migratie en de voorwaarden voor legaal verblijf, alsook over de gevaren van ongedocumenteerde migratie en illegale arbeid;
  • institutionele en administratieve capaciteitsopbouw van de autoriteiten in de partnerlanden door verbetering van het regelgevingskader, technische bijstand, opleiding, uitwisseling van deskundigen en optimale werkmethoden, enz.

Bestrijding van irreguliere migratie en mensenhandel, grensbeheer

  • intensivering van de strijd tegen migrantensmokkel en mensenhandel, onder meer door capaciteitsopbouw (meer financiële en technische bijstand ter ondersteuning van de ontwikkeling van nationale en regionale strategieën tegen migrantensmokkel), gezamenlijke operationele maatregelen (inclusief risicoanalyse en uitwisseling van informatie en optimale werkmethoden) en de totstandkoming van een operationele interoperabiliteit tussen de desbetreffende grensinstanties van de EU, de lidstaten en de partnerlanden;
  • ontwikkeling van doeltreffende mechanismen en concrete initiatieven voor het voorkomen en bestrijden van irreguliere migratie en mensenhandel, onder meer door voorlichtingsacties;
  • verbetering van de grensbewaking, het grensbeheer en de grensoverschrijdende samenwerking.

Migratie en ontwikkeling

  • ondersteuning van de vrijwillige terugkeer en duurzame re-integratie van remigranten, onder meer door circulaire migratie, waarbij emigranten worden geïnformeerd over de arbeidsmarktsituatie in hun landen van herkomst en de terugkeermogelijkheden, opleiding van migrerende werknemers die willen terugkeren en bevordering van de overdracht van socialezekerheidsuitkeringen, en aanmoediging van ondernemerschap;
  • bevordering van wettelijke en concrete maatregelen om de kosten van overmakingen te verlagen en aanmoediging van productieve investeringen;
  • bevordering van de rol van (en de samenwerking met) de diaspora's.

Asiel en internationale bescherming

  • ondersteuning van de ontwikkeling van een wettelijk en institutioneel kader inzake asiel overeenkomstig de internationale normen;
  • capaciteitsopbouw bij de autoriteiten van de partnerlanden om een asielbeleid te ontwikkelen en uit te voeren, te voorzien in internationale bescherming en de opvangfaciliteiten te verbeteren, zoals de opvang van asielzoekers en de indiening van asielverzoeken door specifieke vereenvoudigde procedures uit te werken, met name voor personen met specifieke behoeften;
  • bevordering van de samenwerking tussen nationale autoriteiten die bevoegd zijn voor asielprocedures in derde landen en de hiervoor bevoegde autoriteiten in de EU-lidstaten.

Hoe zit het met de samenwerking met Libië?

Door het aanhoudende Libische conflict is een klimaat van wetteloosheid ontstaan waardoor smokkelaars ongestraft hun gang kunnen gaan. De stabilisering van Libië vormt een cruciale stap om verder verlies van mensenlevens aan de Libische kust te voorkomen. De EU geeft krachtige ondersteuning aan de werkzaamheden van de Ondersteuningsmissie van de Verenigde Naties in Libië en de door de VN geleide dialoog. De EU spoort de Libische partijen met klem aan in te stemmen met een regering van nationale consensus. Indien deze toekomstige regering hierom zou verzoeken, is de EU bereid steun te verstrekken op een breed scala van terreinen, met inbegrip van migratievraagstukken om mee te helpen een einde te maken aan het menselijk leed van de migranten. Ondertussen gaat de EU door met de aanpak van de humanitaire gevolgen van de crisis en haar impact op migranten en andere kwetsbare groepen.

In de voorbije jaren zijn aanzienlijke middelen uitgetrokken voor migratieprojecten in Libië (in de periode 2011-2014 is een bedrag van 42,7 miljoen euro vastgelegd). Elk door de EU gefinancierd programma heeft betrekking op verschillende actiegebieden. De steun aan migratiebeheer is toegespitst op drie subsectoren: een migratiebeheer dat uitgaat van de mensenrechten, bestrijding van irreguliere migratie en bijstand aan migranten die nood hebben aan internationale bescherming.

Nadat de veiligheidssituatie vorig jaar was verslechterd en om de noden te lenigen van de bevolking die wegvlucht uit de gebieden in Libië waar wordt gevochten, is de focus van de migratiesteun van de EU bijgesteld en toegespitst op noodhulp en steun voor gestrande migranten, vluchtelingen, asielzoekers en ontheemden in Libië en zijn buurlanden. Als gevolg van de zeer onstabiele politieke context zijn programma's voor institutionele steun opgeschort met uitzondering van opleidingsactiviteiten met betrekking tot reddingsoperaties op zee voor de Libische kustwacht (SeaHorse programma ten belope van 4,5 miljoen euro).

In het kader van het door de EU gefinancierde programma START (9,9 miljoen euro), dat door de IOM wordt uitgevoerd, is de evacuatie en repatriëring uit Libië ondersteund van 1 200 gestrande migranten (ongeveer 4 000 extra gevallen zijn door de IOM vastgesteld) en 417 migranten die op zee in Tunesische wateren zijn gered. Voorts heeft het START-programma binnen Libië rechtstreekse bijstand (non-foodartikelen, hygiënekits en gezondheidsdiensten) verleend aan 7 429 in eigen land ontheemde gezinnen en 10 506 migranten. De meeste van deze activiteiten worden momenteel voortgezet in het kader van het SaharaMed project (8,3 miljoen euro), dat in samenwerking met de IOM door het Italiaanse ministerie van Binnenlandse Zaken wordt uitgevoerd. Twee nieuwe programma's zijn ondertekend en zullen worden uitgevoerd door de Internationale Federatie van het Rode Kruis in samenwerking met de Libische Rode Halve Maan. Verwacht wordt dat zij in de nabije toekomst bijstand zullen beginnen verlenen aan migranten (6,25 miljoen euro), binnenlands ontheemden en risicogroepen (2,9 miljoen euro).

Achtergrondinformatie

Het externe migratiebeleid van de EU

De Totaalaanpak van migratie en mobiliteit (TAMM) is sinds 2005 het overkoepelende kader voor het externe migratie- en asielbeleid van de Unie. De TAMM geeft vorm aan de politieke dialoog en operationele samenwerking van de EU met derde landen, is gebaseerd op duidelijk afgebakende strategische EU-prioriteiten en maakt onderdeel uit van het algemene buitenlands beleid van de EU, waaronder het beleid inzake ontwikkelingssamenwerking. Het is ook belangrijk te benadrukken dat de TAMM tot doel heeft voor beide partijen gunstige partnerschappen tot stand te brengen waarbij rekening wordt gehouden met de belangen van zowel de EU-landen als de partnerlanden (hetgeen noodzakelijk is om te komen tot een doeltreffend beheer van de migratiestromen).

De TAMM is toegespitst op vier thematische prioriteiten: (1) legale migratie beter organiseren en een behoorlijk beheerde mobiliteit bevorderen; (2) irreguliere migratie voorkomen en bestrijden, mensensmokkel uitroeien; (3) het effect van migratie en mobiliteit op ontwikkeling maximaliseren; (4) internationale bescherming bevorderen en de externe dimensie van asiel versterken. De bescherming van de mensenrechten is een horizontale prioriteit.

De TAMM wordt uitgevoerd met verschillende beleidsinstrumenten (regionale en bilaterale beleidsdialogen en actieplannen), rechtsinstrumenten (visumversoepeling en overnameregelingen), operationele ondersteuning en capaciteitsopbouw (onder meer via EU-agentschappen zoals FRONTEX, EASO en ETF, en faciliteiten voor technische bijstand zoals MIEUX en TAIEX) alsmede een breed scala aan programma- en projectondersteuning die beschikbaar wordt gesteld aan overheidsdiensten van derde landen en andere belanghebbenden, waaronder maatschappelijke, internationale en migrantenorganisaties.

De uitvoering van de TAMM is een gezamenlijke en gedeelde verantwoordelijkheid van de Commissie, de EDEO (inclusief EU-delegaties) en de lidstaten, overeenkomstig hun desbetreffende, in de Verdragen vastgestelde bevoegdheden.

EU-steun voor migratie en ontwikkeling

De overkoepelende doelstelling van een aan migratie gerelateerde ontwikkelingssamenwerking is het positieve effect van migratie op de ontwikkeling van partnerlanden te maximaliseren. Ontwikkelingssamenwerking kan partnerlanden helpen hun migratiebeheer te verbeteren en op die wijze het potentieel van migratie voor ontwikkeling benutten. Door instabiliteit op politiek, economisch en maatschappelijk gebied aan te pakken, draagt ontwikkelingssamenwerking in een aantal sectoren bij tot het wegnemen van de onderliggende oorzaken van irreguliere migratie en gedwongen verplaatsing, en zorgt het ervoor dat migratie op een ordelijke, veilige en regelmatige manier verloopt, en veeleer een keuze is dan een noodzaak.

Als het gaat om migratie en ontwikkeling, is de Commissie een belangrijke donor; in de periode 2004-2014 is een bedrag van meer dan 1 miljard euro uitgetrokken voor meer dan 400 migratiegerelateerde projecten.

Voor de periode 2014-2020 neemt migratie een belangrijke plaats in bij de financieringsinstrumenten van de Commissie. In het kader van het programma voor mondiale collectieve goederen en uitdagingen is een bedrag van 344 miljoen euro uitgetrokken voor het migratievraagstuk. Het migratievraagstuk heeft ook een belangrijke plaats in geografische programma's (instrument voor een pan-Afrikaans partnerschap, regionale enveloppe voor het Zuidelijk Nabuurschap, West-Afrika en Centraal-Afrika, regio-overschrijdende enveloppe voor Oostelijk en Zuidelijk Afrika) alsook in sommige nationale programma's in Marokko, Nigeria, Ethiopië en Niger.

In zijn toespraak over de Staat van de Unie in september heeft de voorzitter van de Europese Commissie Jean-Claude Juncker het voorstel van de Commissie aangekondigd om een noodtrustfonds voor stabiliteit en de aanpak van de diepere oorzaken van onregelmatige migratie en ontheemding in Afrika op te richten, waaraan een bedrag van 1,8 miljard euro wordt toegewezen uit verscheidene financiële EU-instrumenten. Dit bedrag zou moeten worden verhoogd met bijdragen van de EU-lidstaten en andere donoren.

Herziening van het Europees nabuurschapsbeleid

In maart 2015 is een uitgebreide raadplegingsprocedure over het Europese nabuurschapsbeleid (ENB) opgestart. Binnenkort zullen de Europese Commissie en de hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid een mededeling aannemen over de toekomst van het ENB. Zoals is uiteengezet in de gezamenlijke discussienota over de herziening van het Europees nabuurschapsbeleid, zijn migratie en mobiliteit prioriteiten bij de samenwerking tussen de EU en haar partnerlanden. In het kader van de herziening van het ENB zullen voorstellen aan de orde komen over hoe de mobiliteit verder kan worden versterkt, in het bijzonder op het vlak van onderwijs, wetenschappen, cultuur, opleiding en beroepsmatige oogmerken en over hoe de aanpak van vluchtelingen en in eigen land ontheemden kan worden ondersteund en hoe gemeenschappelijke uitdagingen (zoals mensensmokkel en irreguliere migratie) kunnen worden aangepakt.

Voorbeelden van projecten met EU-financiering

  • Migration EU Expertise (MIEUX): partnerlanden op korte termijn deskundige bijstand verstrekken om migratiebeheer te verbeteren: een bedrag van 8 miljoen euro in het kader van het programma "Mondiale collectieve goederen en uitdagingen" van het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking om bij te dragen tot de verbetering van het migratiebeheer op nationaal en regionaal niveau door de versterking van de capaciteit van de overheden om migratie en mobiliteit in al hun dimensies beter te beheren door te zorgen voor snelle, kleinschalige en deskundige bijstand tussen vakgenoten op korte termijn.
  • Wereldwijde actie ter voorkoming en bestrijding van mensenhandel en migranten smokkel:een bedrag van 10 miljoen euro in het kader van het programma "Mondiale collectieve goederen en uitdagingen" van het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking om bij te dragen tot het voorkomen en het bestrijden van mensenhandel en migrantensmokkel door bijstand te verlenen aan landen bij het opzetten en uitvoeren van acties en capaciteit om mensenhandel en migrantensmokkel tegen te gaan.
  • Steun aan Afrika - dialoog tussen de EU en Afrika inzake migratie en mobiliteit: een bedrag van 17,5 miljoen euro in het kader van het pan-Afrikaanse programma van het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking om het beheer van migratie en mobiliteit binnen Afrika en tussen Afrika en de EU te verbeteren en de rol van de Afrikaanse diaspora als ontwikkelingsactor te versterken.
  • Steun voor de derde fase van het proces van Rabat: de strategie van Dakar : een bedrag van 2 miljoen euro in het kader van het migratie- en asielprogramma van het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de ondersteuning van de uitvoering van concrete acties die in het kader van het proces van Rabat zijn afgesproken.
  • Regionaal beschermingsprogramma voor de Hoorn van Afrika: versterking van de bescherming en bijstand aan vluchtelingen en asielzoekers, meestal ontheemde Somaliërs: een bedrag van 5 miljoen euro in het kader van het migratie- en asielprogramma van het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking om de Somalische vluchtelingen in de Hoorn van Afrika, en met name in Kenia en Djibouti, te beschermen en bijstand te verlenen, in het kader van de toegenomen ontheemding in de regio.

[1] http://ec.europa.eu/dgs/home-affairs/what-we-do/policies/international-affairs/global-approach-to-migration/index_en.htm

MEMO/15/6026

 

Contactpersoon voor de pers:

Voor het publiek: Europe Direct per telefoon 00 800 67 89 10 11 of e-mail


1.

Relevante EU dossiers