Klimaatuitspraak zorgt voor discussie rondom 'trias politica'
In april 2015 stelde hoogleraar staatsrecht Wim Voermans i dat de klimaatzaak van Urgenda bij voorbaat kansloos was. Het zou hoogstens publiciteit opleveren. Inmiddels is bekend dat de rechter het wél eens was met Urgenda en dat hij de staat verplichtte om klimaatverandering aan te pakken. De staat had verdragen ondertekend, waarin beloofd werd om minimaal 25% minder broeikasgassen uit te stoten in 2020, en diende deze na te leven, aldus de rechter.
Het kabinet liet weten de uitspraken te bestuderen en daarna te beslissen over een mogelijk hoger beroep. Klimaatwetenschappers riepen het kabinet niet in hoger beroep te gaan, gezien de ernst van het probleem. Anderen vonden dat het kabinet wel hoger beroep moest aantekenen. De uitspraak was in wezen een politieke beslissing en volgens hen mag de rechter niet op de 'stoel van de politiek gaan zitten'.
Kort na de uitspraak berekenden het PBL i en ECN i dat het kabinet snel in actie moest komen, om de uitspraak te kunnen honoreren. Uiteindelijk liet het kabinet, gesteund door de coalitie, weten dat het in beroep zou gaan. Maar, tot een definitieve uitspraak zou er wel werk gemaakt worden van de reductie van broeikasgassen. Minister Kamp i liet daar direct bij weten dat er niet aan Energieakkoord getornd kon worden, dus hoe het kabinet deze reductie moet bereiken blijft onduidelijk.
Het vonnis van de rechter heeft veel opschudding veroorzaakt. Ondanks dat veel partijen de noodzaak van het reduceren van broeikasgassen inzien, vragen zij zich af of een rechter een politieke beslissing mag nemen.
De VVD liet, via energiewoordvoerder Remco Dijkstra i, weten het een rare uitspraak te vinden. De beslissing van de rechter schept mogelijk een precedent voor de rechter om vaker beslissingen over beleid te nemen en dit ziet de VVD als onwenselijk. De PvdA was blij met de opdracht van de rechter om broeikasgasreductie terug te dringen, maar begreep de ophef binnen de VVD. Diederik Samsom i vroeg zich hardop af wat de PvdA ervan zou vinden als een rechter zich over uitkeringen zou uitspreken, en deze door zo'n uitspraak omlaag zouden moeten. Beide partijen besloten hoger beroep aan te tekenen, niet zozeer om de technische kant van de uitspraak maar vooral om het precedent dat mogelijk geschept is.
Universitair docent staat- en bestuursrecht Geerten Boogard i gaf in de Tweede Kamer aan dat de rechter een 'wetgevingsbevel' had uitgegeven, waardoor de trias politica wordt geschonden. Ook juristen Lucas Bergkamp en Jaap Hanekam vonden dat de rechter door een minderheid was aangezet tot activisme en waren van mening dat de rechter deze beslissing niet had mogen nemen.
Marjan Minnesma, aanvoerder van Urgenda, gaf aan zich juist wel te kunnen vinden in de uitspraak van rechter. Volgens haar wordt de burger door deze uitspraak behoed voor de grote gevaren die klimaatverandering met zich mee brengt. Verder vond Minnesma de uitspraak van rechter niet uniek. Bij moeilijke dossiers, denk aan abortus, euthanasie e.d., kwam het namelijk al vaker voor dat de rechter een uitspraak deed die gevolgen had voor de politiek. Een recent (internationaal) voorbeeld komt uit de Verenigde Staten, waar het Hooggerechtshof besloot dat het homohuwelijk legaal is.
Wanneer de staat officieel beroep aantekent zal het waarschijnlijk nog twee tot drie jaar duren voordat de Hoge Raad i een uitspraak doet. Tot die tijd blijft het de vraag of de rechter daadwerkelijk een oordeel had mogen vellen over klimaatverandering.
Bron: De Correspondent