Conclusies van de Raad over migratie

Met dank overgenomen van Raad van de Europese Unie (Raad) i, gepubliceerd op maandag 20 juli 2015.
  • 1. 
    De Raad steunt overeenkomstig de Europese agenda inzake migratie en de conclusies van de Europese Raad van 25 en 26 juni een actief en alomvattend en uit geografisch oogpunt evenwichtig extern migratiebeleid van de Unie. Een ruimere benadering van het buitenlands en veiligheidsbeleid is essentieel om de samenwerking met landen van herkomst en doorreis te versterken bij het aanpakken van de dieperliggende oorzaken en het voorkomen van irreguliere migratie, waaronder mensenhandel en mensensmokkel, de bescherming van personen die internationale bescherming nodig hebben, de eerbiediging van het asielrecht, het garanderen van de daadwerkelijke terugkeer en overname en het optimaliseren van het effect van een goed beheerde migratie en mobiliteit op ontwikkeling. Daartoe dient nauwer met de partners te worden samengewerkt om kwetsbare landen te stabiliseren door conflicten, politiek geweld, mensenrechtenschendingen, precaire sociaaleconomische situaties en een gebrek aan goed bestuur aan te pakken. Die factoren wakkeren irreguliere migratie en gedwongen ontheemding immers aan. Die samenwerking moet zijn gebaseerd op dialoog, eigen verantwoordelijkheid en gedeelde verantwoordelijkheid.
  • 2. 
    De Raad is dan ook verheugd over de voorbereidingen voor de top in Valletta op 11 en 12 november, die zal plaatsvinden in nauwe samenwerking met de Afrikaanse partners, en over de conferentie op hoog niveau waar de urgente problemen van de Westelijke Balkanroute zullen worden besproken; de Raad neemt er nota van dat Hongarije aanbiedt in Boedapest gastheer te zijn voor de conferentie. De Raad zal tijdens zijn volgende zitting bijdragen tot de aan de gang zijnde voorbereiding van deze vergaderingen, nadat de hoge vertegenwoordiger informatie over de jongste ontwikkelingen heeft verstrekt. De Raad is ingenomen met de lopende contacten en dialogen op hoog niveau met belangrijke partners over migratiekwesties, waaronder de recente ontmoeting van de hoge vertegenwoordiger met de ministers van Buitenlandse Zaken van de G5 Sahel. Tevens herinnert de Raad aan zijn besluit om de samenwerking met de belangrijkste landen en regionale en internationale partners, waaronder de VN, langs de belangrijkste migratieroutes op te voeren. Hij benadrukt de rol die de EU-delegaties en de missies van de lidstaten spelen bij het toelichten van het migratiebeleid van de Unie en het verbeteren van de samenwerking ter zake.
  • 3. 
    De Raad herhaalt dat de prioriteiten op het gebied van migratie verder in de relevante instrumenten en beleidssectoren van de Europese Unie moeten worden geïntegreerd, onder meer in het kader van het ontwikkelingsbeleid en het Europees nabuurschapsbeleid. Het is van groot belang dat er samenhang is tussen verschillende beleidssectoren, met name het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid/het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid, justitie en binnenlandse zaken, mensenrechten, ontwikkelingssamenwerking, handel en werkgelegenheid. Tevens benadrukt de Raad het belang van toereikende financiering, zodat de doeltreffendheid en de duurzaamheid van de uitvoering van het beleid ter zake gegarandeerd is. De gevolgen van migratie voor de EU en de landen van herkomst, doorreis en bestemming, dienen passend in de uitvoering van het Europees extern beleid weerspiegeld en behandeld te worden.
  • 4. 
    De Raad merkt op dat de implementatie van een alomvattend migratiebeleid een gezamenlijke onderneming en gedeelde verantwoordelijkheid van de EU-instellingen en de lidstaten is. De Raad is bereid om met de hoge vertegenwoordiger en de Commissie samen te werken bij hun inspanningen om vaart te zetten achter een actiever, alomvattender en doeltreffender extern migratiebeleid van de Europese Unie.
  • 5. 
    De Raad vraagt de hoge vertegenwoordiger en de Commissie om tijdens de Raad Buitenlandse Zaken van oktober verslag uit te brengen en met concrete voorstellen te komen ter ondersteuning van de implementatie van de externe dimensie van de Europese agenda inzake migratie, en daarbij rekening te houden met de verklaring van de Europese Raad van 23 april en zijn conclusies van 25 en 26 juni, en te zorgen voor optimale samenhang tussen de interne en externe beleidslijnen.