Slotwoord van voorzitter Donald Tusk tijdens het debat in het Europees Parlement over de Europese Raad van juni en de situatie in Griekenland

Met dank overgenomen van Raad van de Europese Unie (Raad) i, gepubliceerd op woensdag 8 juli 2015.

Bijna iedereen heeft het over de noodzaak van eenheid. Maar als er één ding is dat de bijeenkomst van de Europese Raad i en het debat van vandaag duidelijk hebben gemaakt, dan is het wel onze grote verdeeldheid over Griekenland.

Daarom moeten wij teruggrijpen op een aantal gemeenschappelijke basisbeginselen, die eeuwenoud zijn.

In de eerste plaats moeten wij in deze crisis een onvoorwaardelijk respect voor elkaar betonen.

Ten tweede is het een moreel goed dat schuld aan anderen wordt afgelost. Het is niet zo dat de schuldeisers slecht en immoreel zijn, terwijl de schuldenaar een onschuldig slachtoffer is.

Ten derde kan je het simpelweg niet volhouden om gedurende jaren méér uit te geven dan er binnenkomt. Dáár ligt de oorsprong van de crisis in Griekenland, niet bij de gemeenschappelijke munt.

Ten vierde: zoek hulp bij je vrienden. Niet bij je vijanden, vooral als zij jou niet kunnen helpen.

En ten slotte, een vriend in nood help je. Je vernedert hem niet.

Eenheid is wat wij nodig hebben vandaag. Niet omdat eenheid een schitterend idee is, maar omdat eenheid onontbeerlijk is om concrete beslissingen te kunnen nemen. Zonder eenheid over Griekenland, ontwaken wij over vier dagen in een ander Europa i. Dit is nu echt de laatste wake‑upcall voor Griekenland, maar ook voor ons. Dit is onze laatste kans.

Ik kan u melden dat de allesbeslissende procedure net is ingeleid. Voorzitter Dijsselbloem heeft tijdens dit debat het formele Griekse verzoek om bijstand uit het ESM‑programma ontvangen, zoals wij gisteren zijn overeengekomen.

Ik hoop dat dit een goed signaal is, een goed voorteken voor morgen. Ik hoop het. Dank u.