Conclusies van de Raad over Burundi

Met dank overgenomen van Raad van de Europese Unie (Raad) i, gepubliceerd op maandag 22 juni 2015.
  • 1. 
    De politieke impasse in Burundi en de verslechtering van de veiligheids- en economische situatie hebben zware gevolgen voor de bevolking en brengen risico's voor de gehele regio mee. In het licht van deze kritieke toestand juicht de EU het toe dat de gehele regio zich inzet om een oplossing te vinden. De besluiten over de toestand in Burundi die op 13 juni tijdens de top van de Afrikaanse Unie (AU) zijn aangenomen, en de conclusies van de top van de Oost-Afrikaanse Gemeenschap (EAC) van 31 mei 2015 leggen een noodzakelijk kader vast om Burundi een uitweg uit de crisis te bieden.
  • 2. 
    Onder verwijzing naar de conclusies van de Raad van 16 maart en 18 mei 2015, valt de EU de AU, de EAC en de Verenigde Naties (VN) bij in hun standpunt dat een duurzame politieke oplossing, in het belang van veiligheid en democratie voor alle Burundezen, alleen mogelijk is door consensus en dialoog, met eerbiediging van de Overeenkomst van Arusha en de grondwet van Burundi. Zij roept alle Burundese actoren op de dialoog over alle kwesties waarover de partijen van mening verschillen, te hervatten en belooft hen daarbij te zullen steunen.
  • 3. 
    De Europese Unie roept ertoe op de door de AU en de EAC bepaalde voorwaarden integraal na te leven; deze voorwaarden zijn onontbeerlijk voor de geloofwaardigheid en het goede verloop van het verkiezingsproces, in vreedzame, inclusieve en transparante omstandigheden en met volledige eerbiediging van de politieke vrijheden, waaronder de vrijheid van meningsuiting. De EU roept op tot betere coördinatie, steunt de bemiddelingspogingen van de AU, de EAC en de VN, en houdt zich klaar om de uitvoering van de onlangs door de AU aangekondigde concrete maatregelen te ondersteunen. Zowel de EAC als de AU heeft duidelijk verklaard dat de huidige omstandigheden zich niet lenen voor de organisatie van verkiezingen. De kans dat hierin binnen de door de Burundese grondwet voorziene termijn verbetering wordt gebracht, is gering. De EU spoort de regering van Burundi ertoe aan deze conclusie te accepteren en zo snel mogelijk met concrete acties gevolg te geven aan de besluiten van de Raad voor Vrede en Veiligheid van de AU.
  • 4. 
    Net als de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de mensenrechten, drukt de EU haar grote bezorgdheid uit over het aantal slachtoffers en de gevallen van zware mensenrechtenschendingen sinds het begin van de crisis, met name de misbruiken die aan de veiligheidstroepen en de leden van de Imbonerakure worden toegeschreven. Zij vraagt de verantwoordelijken op te houden met elke actie die deze gewelddaden uitlokt, en roept de Burundese autoriteiten op een grondig onderzoek in te stellen naar deze gebeurtenissen en de daders voor de rechter te brengen. De EU herhaalt dat er geen sprake kan zijn van straffeloosheid voor personen die ernstige mensenrechtenschendingen plegen, en dat deze personen individueel aansprakelijk moeten worden gesteld en voor de rechter verantwoording moeten afleggen. In dit verband hecht de EU bijzonder belang aan het onmiddellijk inzetten van de door de AU in het vooruitzicht gestelde mensenrechtenwaarnemers en militaire deskundigen.
  • 5. 
    De EU is vastbesloten om, in voorkomend geval, gerichte beperkende maatregelen te nemen tegen de personen wier handelingen zouden hebben geleid of zouden leiden tot daden van geweld en repressie, tot zware schendingen van de mensenrechten, en/of die een politieke oplossing binnen het door de AU en de EAC voorgestelde kader zouden bemoeilijken. Uit voorzorg verzoekt de Raad de hoge vertegenwoordiger om met voorbereidende werkzaamheden in die zin te beginnen.
  • 6. 
    De EU herinnert aan de verplichtingen van de Overeenkomst van Cotonou op het gebied van de eerbiediging van de mensenrechten, de democratische waarden en de rechtsstaat, en aan de mogelijkheid de overlegprocedures op te starten die onder andere in artikel 96 van die overeenkomst zijn voorzien.

Afhankelijk van de reactie van de Burundese regering op de besluiten van de Raad voor Vrede en Veiligheid van de AU, en van de toekomstige ontwikkelingen, is de EU bereid deze procedures te initiëren, ook op het gebied van samenwerking, om ervoor te zorgen dat Burundi deze verplichtingen nakomt.

De EU benadrukt dat de verplichtingen van de Overeenkomst van Cotonou ook van toepassing zijn op alle staten die partij zijn bij de overeenkomst.

  • 7. 
    De EU spreekt tevens haar ernstige bezorgdheid uit over de onophoudelijke vluchtelingenstroom naar de buurlanden. Zij bevestigt haar steun aan de humanitaire organisaties in de regio, die tegemoetkomen aan de onmiddellijke behoeften van de vluchtelingen. Zij prijst de autoriteiten van de ontvangende landen voor hun politiek van openheid en opvang ten aanzien van de bevolkingsgroepen die buiten hun grenzen een onderkomen zoeken.