Handen ineen slaan onder zeespiegel

Met dank overgenomen van Ministerie van Defensie (Def) i, gepubliceerd op donderdag 4 juni 2015, 11:57.

Europese landen moeten nu meer dan ooit samenwerken op het vlak van defensie. In deze onrustige tijden is er geen andere keuze, aldus directeur algemene beleidszaken Wim Bargerbos van het ministerie van Defensie. Het onderwaterdomein is hierin geen uitzondering, stelde hij gisteren tijdens de start van de vakbeurs Undersea Defence Technology (UDT) in Rotterdam. De beurs duurt tot en met morgen.

Voorsprong

Wie onder de zeespiegel de baas is, heeft een grote voorsprong op de tegenpartij. Maar mijnbestrijding en de ontwikkeling van onderzeeboten zijn dure takken van sport. Bijna geen enkel Europees land kan deze onderdelen in zijn eentje betalen. Terwijl deze onderdelen cruciaal zijn voor beveiliging zeeroutes en havens.

Voortrekkersrol

“Samenwerking is geen keuze meer, het is een noodzaak. Maar er is te weinig samenhang als het gaat om beleid en daden”, aldus Bargerbos. ‘Kleine’ landen kunnen volgens hem een voortrekkersrol vervullen. Zij kunnen laten zien dat verregaande samenwerking geen gevaar hoeft te zijn voor de soevereiniteit.

Onderzeeboten

Een goed voorbeeld is de relatie tussen Noorwegen en Nederland. Deze landen bekijken momenteel samen welke onderzeeboten er na 2025 nodig zijn. “Daarbij wordt gekeken naar budgetten en ambities”, zei directeur Defensie Materieel Organisatie (DMO) vice-admiraal Matthieu Borsboom. Door intensieve samenwerking is er veel winst te behalen op bijvoorbeeld training en reserveonderdelen.

Nieuwste snufjes

De UDT is een jaarlijkse beurs waar internationale bedrijven hun laatste snufjes tonen op het vlak van oorlogsvoering onder het wateroppervlak. Ook die bedrijven zijn belangrijke partners om mee samen te werken, benadrukten Bargerbos en Borsboom. “Ik ben ervan overtuigd dat er nog veel mogelijkheden onbenut zijn”, besloot Bargerbos. “Het is de hoogste tijd dat we samen de uitdagingen het hoofd bieden.”