Conclusies van de Raad over de herziening van het Europees nabuurschapsbeleid

Met dank overgenomen van Raad van de Europese Unie (Raad) i, gepubliceerd op maandag 20 april 2015.
  • 1. 
    De Raad is tevreden met het gezamenlijk raadplegingsdocument getiteld "Naar een nieuw Europees nabuurschapsbeleid" van 4 maart 2015, dat de hoge vertegenwoordiger en de Commissie gezamenlijk hebben gepubliceerd.
  • 2. 
    Het ENB is van cruciaal belang, zowel voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU als op andere gebieden van het externe optreden van de EU. Het nabuurschap is als strategische prioriteit van fundamenteel belang voor de EU. De Raad onderstreept het belang van een bijzondere band met de buren van de EU, een band die zo doeltreffend mogelijk moet zijn teneinde een ruimte van gedeelde stabiliteit, veiligheid en welvaart te ontwikkelen. De Raad benadrukt de noodzaak werk te maken van een herziening van het ENB, opdat het een geschikt kader biedt voor de langetermijnbetrekkingen met alle ENB-partners, en het tegelijkertijd een meer politieke invulling te geven en het te laten inspelen op de diverse uitdagingen in het nabuurschap.
  • 3. 
    Het ENB beoogt de ontwikkeling van een democratisch, stabiel en welvarend nabuurschap, dat stoelt op een gehechtheid aan fundamentele waarden, waaronder de rechtsstaat, de bescherming van de mensenrechten en gendergelijkheid.
  • 4. 
    De Raad benadrukt dat de volledige betrokkenheid van de EU-lidstaten in alle fasen van het herzieningsproces moet worden verzekerd. De Raad is ingenomen met het overleg tussen de Europese Dienst voor extern optreden en de diensten van de Commissie, enerzijds, en de partnerlanden, het Europees Parlement, en andere belanghebbenden zoals het maatschappelijk middenveld, de zakenwereld, internationale organisaties en het brede publiek, anderzijds.
  • 5. 
    De Raad erkent dat de bredere geografische context van onze partners en hun betrekkingen met hun buren belangrijke overwegingen vormen die van invloed zijn op het ENB. Het is het exclusieve recht van de EU en haar partners om soeverein te beslissen hoe zij hun betrekkingen willen ontwikkelen.
  • 6. 
    De Raad onderschrijft de vier prioritaire gebieden waar de huidige herziening van het ENB op inzet: "Differentiatie"; "Aandachtsgebieden" (onder meer veiligheid, economische ontwikkeling en handel, goed bestuur, migratie, energie en mensenrechten); "Flexibiliteit"; en "Eigen inbreng en zichtbaarheid". Deze gebieden sluiten aan bij de kernbeginselen die tot een meer gestroomlijnd ENB moeten bijdragen, in overeenstemming met de politieke prioriteiten en belangen van de EU.
  • 7. 
    De Raad onderstreept dat in een herzien ENB rekening moet worden gehouden met de belangen en behoeften van de EU en haar buren, de inzet van die buren voor hervormingen, het ambitieniveau van het partnerschap en de verschillende uitdagingen en de geopolitieke omgeving. Het beleid moet een instrument zijn waarmee op een flexibele manier kan worden ingespeeld op de veranderende situaties in de regio, op uitdagingen en crisissen, zonder afbreuk te doen aan de voorspelbaarheid en continuïteit ervan. Een vraag- en belangengerichte aanpak moet de eigen inbreng van de partnerlanden vergroten.
  • 8. 
    Stabiliteit en welvaart, gebaseerd op de beginselen politieke inclusie, de rechtsstaat, de eerbiediging van de mensenrechten en inclusieve economische ontwikkeling in haar buurlanden, zijn voor de EU van fundamenteel belang. De Raad verzoekt de hoge vertegenwoordiger en de Commissie met een reeks voorstellen te komen om de coherentie van het nabuurschapsbeleid met de aspecten veiligheid en buitenlands beleid van het buitenlandse optreden van de EU te waarborgen. Het nabuurschapsbeleid moet helpen de stabiliteit in het nabuurschap te bevorderen, in samenhang met de alomvattende aanpak en met de externe dimensie van andere toepasselijke beleidslijnen van de EU, zoals de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht. De ENB-instrumenten dienen op grotere schaal te worden gebruikt om het vermogen van de partnerlanden voor het aanpakken van bedreigingen voor de veiligheid te versterken, met name door middel van hervormingen in de veiligheidssector. Ook moet de lopende herziening van het ENB gericht zijn op meer coördinatie tussen het ENB en de GBVB/GVDB-activiteiten, en wel op alomvattende wijze.
  • 9. 
    De Raad moedigt de hoge vertegenwoordiger en de Commissie aan de procedures te stroomlijnen teneinde EU-steun in het kader van de ENB-instrumenten flexibeler te maken en beter te laten inspelen op veranderende situaties op het terrein; hij blijft ook een doeltreffende donorcoördinatie, ook met niet-EU-donoren, aanmoedigen.
  • 10. 
    De EU moet op doeltreffender wijze aantonen welke impact het ENB heeft op het dagelijkse leven. De Raad benadrukt het belang van een duidelijk discours en de behoefte aan strategische communicatie over de rol die de EU in de regio speelt, met aandacht voor haar waarden en doelen. Verdere inspanningen zijn nodig om de zichtbaarheid van de EU in haar geheel te vergroten, en om het Europees buitenlands beleid en het brede spectrum van sectorale samenwerkingsactiviteiten aan de landen van de regio te communiceren. In dit verband wijst de Raad erop dat de EU nog meer contacten moet aanknopen met het maatschappelijk middenveld en het bedrijfsleven.
  • 11. 
    De Raad herhaalt dat het van belang is integratie en dialoog in het kader van de specifieke regionale dimensies van het ENB verder te ontwikkelen, en hij onderstreept de centrale rol van het Oostelijk Partnerschap en de Unie voor het Middellandse Zeegebied. In dit verband herinnert hij aan het belang van andere regionale initiatieven waarbij de EU en de lidstaten betrokken zijn. Voorts zou een sterkere regionale samenwerking bijdragen aan een sfeer van gelijkwaardig partnerschap, bij de buurlanden van de EU het gevoel van gedeelde verantwoordelijkheid vergroten, en het beleid in zijn geheel verstevigen.
  • 12. 
    De Raad verzoekt de hoge vertegenwoordiger en de Commissie om uiterlijk in het najaar van 2015 hervormingsvoorstellen in te dienen ter bestudering door de Raad, en hij blijft de zaak volgen. Hij is ingenomen met het recente overleg met de zuidelijke partners in Barcelona en ziet uit naar het overleg met de oostelijke partners in Riga. De Raad onderstreept dat de eigen inbreng en de betrokkenheid van de partnerlanden van het ENB bij het herzieningsproces moeten worden gewaarborgd om tot een doeltreffender beleid en een meer op maat geschoeide benadering te komen.