Transparancy International: regels voor lobbyen in Europa moeten beter
DEN HAAG (PDC i) - De Europese landen en de instellingen van de EU hebben te weinig of te zwakke regels als het gaat om lobbyen. Bepaalde groepen hebben onevenredig veel invloed op het beleid; vooral de auto-industrie, de farmaceutische industrie en de financiële sector slagen er vaak in om regels af te zwakken, om te buigen of anderzins te beïnvloeden. Dat stelt Transparency International i in een rapport over lobbyen in Europa.
Na Slovenië doet de Europese Commissie i het meest om onethische lobby-activiteiten aan banden te leggen, al is het nog steeds te weinig. Nederland zit, net als het Europees Parlement i, in de middenmoot. De Raad van Ministers i scoort ronduit slecht in het onderzoek.
Hoe het beter kan
Er is niets op tegen dat organisaties en bedrijven hun belangen verdedigen bij beleidsmakers, alleen gebeurt het nu te veel in achterkamertjes, vindt Transparancy International. Overheidsinstellingen en politici moeten open zijn over hun contacten met belangengroepen en organisaties. Ook pleit Transparency International ervoor dat inzichtelijk wordt gemaakt welke adviezen van lobby- en belangengroepen in wetgeving zijn overgenomen.
Daarnaast moet er meer aandacht komen voor het gemak waarmee politici de overstap naar het bedrijfsleven maken en vice versa. Zo komt meer dan de helft van alle ministers en presidenten van Portugal uit de bankensector. Ook Nederland kent de nodige draaideurlobbyisten; Kamerleden of bewindspersonen die vlak na hun periode als actieve politicus aan de slag gaan als lobbyist.
Bron: Transparency International, EUobserver, De Volkskrant