SER-delegatie licht advies arbeidsmigratie toe aan Tweede Kamer

Met dank overgenomen van Sociaal-Economische Raad (SER) i, gepubliceerd op woensdag 4 maart 2015.

Een SER-delegatie onder leiding van Mariëtte Hamer i heeft vanochtend het advies over arbeidsmigratie toegelicht aan de Vaste Kamercommissie van SZW. De toelichting vond plaats met het oog op het Algemeen Overleg i hierover op 11 maart. Er waren zeven Kamerleden aanwezig: Brigitte van der Burg i (VVD, voorzitter), Pieter Heerma i (CDA), Roos Vermeij i (PvdA), Steven van Weyenberg i (D66), Paul Ulenbelt i (SP i), Sjoerd Potters i (VVD) en Selçuk Öztürk i (Groep Kuzu/Öztürk).

Mariëtte Hamer gaf aan dat het uitgangspunt van het SER-advies is dat arbeidsmobiliteit een gegeven is en een consequentie van de interne markt van de EU en van globalisering. Tegelijkertijd moet die mobiliteit wel in goede banen worden geleid binnen een maatschappelijk verantwoord kader. Een van de belangrijkste aanbevelingen is dat er in overleg met de sociale partners een actieplan wordt opgesteld ter bevordering van een eerlijke arbeidsmobiliteit in de EU. Dit actieplan moet vervolgens zowel nationaal als binnen de EU worden geagendeerd.

Catelene Passchier (FNV) wilde onderwerp terugbrengen tot waar het echt om gaat: het vrij verkeer van werknemers is redelijk goed geregeld, maar dat geldt niet voor het vrij verkeer van diensten. Zij pleitte voor het hanteren van het werklandbeginsel vanwege de grote verschillen in sociale zekerheid tussen EU-landen. Dat is belangrijk voor een open economie als die van Nederland. Zij benadrukte de noodzaak om hiertoe nog in de huidige kabinetsperiode actie te ondernemen. Ook zag zij dit als een van de prioriteiten voor het Nederlandse voorzitterschap van de EU in 2016.

CNV-voorzitter Maurice Limmen onderstreepte dat eerlijke regels en goede handhaving cruciaal zijn voor een fatsoenlijke arbeidsmarkt. Oneerlijke concurrentie, verdringing en uitbuiting moeten worden aangepakt. Limmen bepleitte een aanpassing van de Detacheringsrichtlijn en invoering van een zogeheten notificatieplicht voor gedetacheerde werknemers, zodat helder is waar en hoeveel gedetacheerde Europese werknemers er in Nederland aan het werk zijn. Daarnaast moet naar de duur van detachering worden gekeken. Gedetacheerde werknemers hoeven nu twee jaar lang geen sociale premies af te dragen in het land waar ze werken. Die periode moet veel korter worden om de concurrentie met andere werknemers te beperken.

Namens de centrale ondernemersorganisaties VNO-NCW i en MKB-Nederland i sprak Rob Slagmolen. Hij benadrukte het belang van kennismigranten voor Nederlandse economie. Hij bepleitte een betere uitvoerbaarheid van de regelgeving waar kennismigranten mee te maken krijgen. De regels vormen volgens hem nu een lappendeken en zijn soms onvoldoende uitnodigend voor kennismigranten Als voorbeeld noemde hij de onduidelijkheid en rigiditeit rond detachering van kennismigranten binnen een internationaal bedrijf en het volgen van cursussen en trainingen binnen een concern maar vanuit het buitenland. Verder benadrukte hij dat Nederland meer gastvrijheid moet uitstralen.

Vervolgens beantwoordde de delegatie vragen van de Kamerleden. Deze gingen over onder meer de Detacheringsrichtlijn, inburgering, de gevolgen van kennismigratie voor het land van herkomst en de positie van kennismigranten.