Veiligheid versus burgerlijke vrijheden: de impact van de aanslagen in Parijs

Met dank overgenomen van Europees Parlement (EP) i, gepubliceerd op dinsdag 20 januari 2015, 16:51.

Anna Elżbieta Fotyga i en Claude Moraes i.

Na de schok kwam de reacties. Slechts enkele dagen na de aanslagen in Parijs, riepen overheden en politici op voor meer middelen om terrorisme te bestrijden. Hoe zullen dergelijke maatregelen bestaan naast burgerrechten zoals privacy en vrijheid van verkeer? We spraken met Anna Elzbieta Fotyga, voorzitter van de subcommissie Veiligheid en defensie, en Claude Moraes, voorzitter van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken i.

Zijn wij in een Europese oorlog tegen terreur beland? Na de aanslagen in Parijs hebben sommige landen gepleit voor Europese passagiergegevensbank, strengere grenscontroles en nog meer inlichtingenwerk om terreuraanslagen te voorkomen. Heeft het Europees Parlement i hier een rol in te spelen?

Moraes: Ik denk niet dat het helpt om over een oorlog tegen terrorisme te spreken. Dat is verkeerde taal. Wat het Europees Parlement en de instellingen moeten doen, is de geschiedenis begrijpen en snappen dat we deze zeer moeilijke situaties eerder hebben beheerst. We hebben terrorisme van eigen bodem aangepakt in vele gebieden: Noord-Ierland, Duitsland, Spanje ...

We begrijpen de snelheid waarmee de lidstaten willen dat we om verdergaan op diverse gebieden zoals passagiersgegevens maar wij moeten onze wetgevende rol zeer serieus nemen. Er moet een evenwicht zijn tussen de veiligheid van de Europese burgers en hun privacy en grondrechten.

Fotyga: "Ik zou dit niet een oorlog tegen terrorisme noemen maar we hebben zeker een probleem. We moeten zeer waakzaam zijn en we moeten onze inspanningen bundelen om terrorisme en radicalisering van verschillende groeperingen - die in Europa plaatsvinden - te voorkomen. Ik zou hieraan willen toevoegen dat terrorisme in Europa niet enkel door de invloed van de radicale islam ontstaat. Er zijn ook gevaarlijke situaties aan onze oostelijke grenzen: de Russische agressie in Oekraïne.

De ECR-fractie is al zeer lang voorstander van de richtlijn passagiergegevens Ik weet dat dit een nauwere samenwerking van de geheime diensten inhoudt, het betekent bepaalde gevaren wat betreft het toezicht van de staat op de geheime diensten. Wij hebben allemaal zorg om de democratie, maar het gevaar van terrorisme is er en we moeten escalatie van terreuraanslagen voorkomen. Ik denk dat deze richtlijn moeten worden aangenomen met veel waarborgen omtrent burgerrechten.

REF. : 20150119STO10501