Oud-Europarlementariër Duff: Europees Hof zet streep door toetredingsovereekomst EU-EVRM
DEN HAAG (PDC i) - Het Europees Hof van Justitie i ziet grote bezwaren tegen de voorlopige overeenkomst tussen de EU i en de Raad van Europa i over de toetreding van de EU tot het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens i (EVRM). In zijn advies dat op 18 december 2014 werd gepubliceerd voorziet het Hof problemen in de verdeling van taken tussen het Hof van Justitie i in Luxemburg en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens i in Straatsburg. Oud-Europarlementairër Andrew Duff i (Liberal Democrats, VK), stelt dat de EU hiermee in grote problemen is geraakt.
De Europese Unie verplicht al haar lidstaten het EVRM te onderschrijven. Dat verdrag is geen onderdeel van de Europese Unie, maar van de Raad van Europa, waarvan ook landen als Turkije en Rusland deel uitmaken. De Unie is echter zelf niet aangesloten bij dat Verdrag. De Europese Commissie i en het Europees Parlement i willen dit rechtzetten en Duff vindt dat een goede zaak.
Het Hof in Luxemburg verwijst in veel zaken naar de EU's eigen Grondrechtenhandvest i, dat in veel gevallen verder gaat dan het EVRM. Door zich aan te sluiten bij het EVRM erkent de EU tegelijkertijd ook het Mensenrechtenhof in Straatsburg als externe toezichthouder op het Hof in Luxemburg waar het gaat om fundamentele rechten. Het handelen van de EU op dit gebied kan dan door het hof in Straatsburg worden beoordeeld. En hoewel de EU heeft bedongen dat het eigen Grondrechtenhandvest verder mag gaan dan het EVRM, mogen uitspraken van het Hof op grond van het handvest niet in tegenspraak zijn met het EVRM.
Daarnaast vreest het Hof in Luxemburg dat het Mensenrechtenhof in Straatsburg zich ook kan gaan bemoeien met prejudiciële beslissingen over EU-wetgeving en het beslechten van conflicten tussen EU-lidstaten i. Dit zijn volgens het EU-verdrag i exclusieve bevoegdheden van het Europees Hof, maar de voorlopige toetredingsovereenkomst is hier volgens de EU-rechters te vaag over. Verder vrezen de rechters in Luxemburg dat hun collega's in Straatsburg meer te zeggen krijgen over het EU-buitenlandbeleid dan de EU-rechters zelf.
Duff, een federalist, stelt voor dat het huidige principeakkoord wordt aangepast, al zullen de lidstaten van de Raad van Europa daar wel mee moeten instemmen. Verder moet de EU het intern eens worden over hoe met in de toekomst om wil gaan met het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg. Tot slot zou het EU-verdrag volgens Duff moeten worden aangepast om het Europees Hof meer bevoegdheden te geven over het EU-buitenlandbeleid en zouden de lidstaten de constitutionele identiteit van de EU expliciet moeten respecteren. Duff noemt dit 'de Viktor Orban i-clausule'.
Bronnen: