Opkopen staatsobligaties door ECB
De Europese Centrale Bank i (ECB) kocht van 1 november 2019 tot juli 2022 maandelijks staatsobligaties op om de economie te stimuleren en de inflatie aan te jagen. Eerder, van begin 2015 tot 1 januari 2019, voerde de ECB ook een opkoopprogramma. Niet iedereen is het eens met dit beleid. Onder andere Duitsland en Nederland lieten zich regelmatig kritisch uit over deze opkoopprogramma's.
Van maart 2020 tot en met maart 2022 liep er ook een extra opkoopprogramma voor obligaties bij de ECB. Dit programma was bedoeld om de impact van de wereldwijde economische gevolgen van de corona-crisis te verzachten. Ondertussen schoot de inflatie vanwege de Russische invasie van Oekraïne omhoog. De ECB kondigde aan per juli 2022 de rentetarieven te gaan verhogen om de hoge inflatie te beteugelen. Om te voorkomen dat de rentes in de zuidelijke landen te snel zouden oplopen gaf de ECB aan in de tweede helft van 2022 gericht obligaties op te kopen uit die landen.
Begin 2023 had de ECB inmiddels voor ruim 6.000 miljard euro aan staatsobligaties op de balans staan. Gezien de hogere rentetarieven en toegenomen vraag naar obligaties besloot de ECB om vanaf maart 2023 een voorzichtige start te maken met het afbouwen van dat enorme bedrag op de balans.
Inhoudsopgave van deze pagina:
Veel Europese landen hebben een flink tekort op hun begroting. Omdat ze geen geld 'in kas' hebben, moeten ze geld lenen om uitgaven te kunnen doen. Zulke leningen heten staatsobligaties. Het zijn vaak banken die in grote hoeveelheden staatsobligaties bezitten. De ECB vermindert de hoeveelheid leningen bij de banken door het opkopen van staatsobligaties; de banken kunnen daardoor weer makkelijker geld uitlenen aan burgers en bedrijven. Die kunnen met dat geleende geld producten kopen of investeren, en dat is volgens de ECB goed voor de economie. Daarnaast daalt ook de rente op de staatsobligaties doordat de ECB als grote geldschieter op de markt komt. De regeringen in geldnood kunnen daardoor goedkoper lenen.
Deze theorie is niet onomstreden. De president van de Nederlandsche Bank, Klaas Knot, heeft zich bijvoorbeeld verzet tegen de denkwijze van de ECB. Zijn stelling is dat het ook zonder inmenging van de centrale bank mogelijk is om geld aan burgers te lenen en de inflatie op een goed peil te houden.
De Europese Centrale Bank én de nationale centrale banken van de landen uit de eurozone kopen maandelijks voor miljarden euro's aan leningen van financiële instellingen op. Dit geeft financiële instellingen de ruimte om nieuwe leningen aan te gaan. De opgekochte leningen bestaan voor het overgrote deel uit staatsobligaties. Andere leningen die worden opgekocht zijn bijvoorbeeld obligaties van de Europese Investeringsbank i (EIB) of soortgelijke instellingen.
Om te voorkomen dat de ECB en de nationale centrale banken met slechte, risicovolle leningen komen te zitten moeten de leningen een minimale kredietwaardigheid hebben om te mogen worden aangekocht. Het opkopen van staatsleningen wordt voor het grootste deel uitgevoerd door de nationale centrale banken, dit om te voorkomen dat de landen elkaars mogelijke verliezen moeten dekken. De ECB koopt de leningen van de EIB en een klein deel van de staatsleningen van alle landen op. In totaal is de ECB goed voor zo'n 20 procent van alle steunaankopen. Het risico op de leningen wordt gedeeld door alle lidstaten.
Start van het opkoopprogramma
In oktober 2014 begon de ECB met het opkoopprogramma, het Asset Purchases Programme. Het programma zou in eerste instantie anderhalf jaar duren met een maximum van 1140 miljard euro. De ECB maakte in december 2015 bekend het programma te verlengen. In eerste instantie kwamen alleen staatsobligaties in aanmerking voor het opkoopprogramma, omdat het heel veilige beleggingen betreft. Vanaf maart 2016 kwamen ook bedrijfsobligaties voor het programma in aanmerking. Voorwaarde hiervoor is dat een bedrijf financieel solide is. Banken bleven uitgesloten van het programma.
Afbouw & beëindiging van het opkoopprogramma
Met ingang van 2018 werd het programma beperkt tot 30 miljard euro per maand, een halvering van het originele programma. Dit maandbedrag werd per september 2018 opnieuw gehalveerd naar 15 miljard euro per maand. Het programma stopte op 1 januari 2019. Na 1 januari 2019 kocht de ECB alleen nog staatsobligaties op met het geld dat vrijkomt uit de winst die gehaald werd uit de aflossing van oude leningen.
Start nieuw opkoopprogramma
In september 2019 kondigde de ECB een nieuw opkoopprogramma aan. Dit programma had een maandelijkse omvang van 20 miljard en ging per 1 november 2019 van start. Het opkoopprogramma werd in het voorjaar van 2020 verruimd. Het hoofd van de ECB, Christine Lagarde i, kondigde aan nog 120 miljard euro meer aan obligaties op te kopen. In maart 2022 heeft de ECB besloten om het programma af te bouwen.
Extra opkoopprogramma coronacrisis
In mei 2020 kondigde de ECB een extra opkoopprogramma aan van 750 miljard euro, het Pandemic Emergency Purchase Programme. Het doel van het opkoopprogramma was om de financiële schade door het coronavirus af te wenden. Op 3 juni 2020 maakte de ECB bekend het opkoop programma uit te breiden met nog eens 600 miljard extra. Later werd aangekondigd het opkoopprogramma nog verder te verruimen, waardoor de ECB in totaal 1850 miljard euro heeft uitgetrokken. Dit opkoopprogramma is beëindigd in maart 2022.
Dit extra opkoopprogramma betekende dat de ECB de eigen regels herziet. De ECB heeft altijd een limiet gehad van wat zij volgens eigen regels kan opkopen, om zo niet de grootste schuldeiser van een land te worden. Christine Lagarde benadrukte echter dat er bij de ECB geen limiet bestaat als het gaat om de toewijding aan de euro.
Ingrijpen na verhoging rentetarieven
In juni 2022 heeft de ECB aangekondigd weer gericht obligaties te gaan opkopen, om de onrust op de obligatiemarkten aan te pakken. Deze onrust ontstond na het bericht van de ECB dat zij de rente wil verhogen om de hoge inflatie te beperken. Als reactie op het bericht liep het verschil in rente op bijvoorbeeld Duitse obligaties en Italiaanse obligaties snel op. De ECB start niet een nieuwe steunregeling, maar gebruikt een "flexibele" inzet van aflossingen uit een eerder opkoopprogramma. Die aflossingen wilde de ECB toch nog tot zeker eind 2024 herbeleggen.
Afbouwen bedrag aan gekochte staatsobligaties
Met de gestegen rente in 2023 zag de ECB kans om voorzichtig te beginnen met het afbouwen van de voorraad staatsobligaties op de balans. Dat doet de ECB door leningen die vernieuwd moeten worden niet voor het volledige bedrag te vernieuwen.
Het besluit om in 2014 tot een grootschalig opkoopprogramma, de zogeheten 'monetaire verruiming', over te gaan, is niet unaniem genomen. Nederland, Duitsland, Estland, Oostenrijk en het Duitse lid van het dagelijks bestuur van de bank zouden tegen de maatregel hebben gestemd. Met name de centrale banken van Nederland en Duitsland hebben zich gedurende het programma herhaaldelijk kritisch uitgelaten over het opkoopprogramma.
Het opkopen van staatsobligaties is een omstreden beleidsoptie. Vooral Duitsland toonde zich tegenstander van deze manier van investeren. De Bundesbank heeft altijd gewezen op het belang van begrotingsdiscipline i van de lidstaten zelf. Jens Weidmann, voormalig president van de Bundesbank stelde bovendien dat deze vorm van kwantitatieve verruiming, een maatregel waarbij de overheid of centrale bank fors investeert in de nationale economie, geen garantie is op economisch herstel.
Het Duitse constitutionele hof verzocht het Europese Hof van Justitie i om na te gaan of het opkopen van obligaties en monetaire verruiming is toegestaan volgens de Europese verdragen. Deze oordeelde in juni 2015 dat dit mag en dat de ECB hierbij niet buiten zijn mandaat is getreden. Nadat het opkoopprogramma in 2016 werd uitgebreid werd in Duitsland opnieuw een zaak aangespannen. Ook hier oordeelde het Hof dat dit verdragsmatig was toegestaan.
Op 5 mei 2020 oordeelde het Duitse Constitutionele Hof echter dat de grootschalige opkoop van staatsobligaties illegaal is. Het Hof stelde dat de ECB haar mandaat overschrijdt door de staatsschuld op te kopen. De Duitse Centrale Bank mag niet meer deelnemen aan het opkoopprogramma, tenzij de ECB een nieuw besluit neemt waarin ze het programma een betere onderbouwing geeft. Het Europese Hof van Justitie heeft de uitspraak als onrechtmatig verklaard. Volgens het Europese Hof zijn zij als enige bevoegd om te oordelen over Europese instanties zoals de ECB.
In september 2019 sprak de president van de Nederlandsche Bank, Klaas Knot, zich kritisch uit over het beleid van de ECB. Hij gaf aan te twijfelen over de effectiviteit van het opkoopprogramma. Knot sprak zijn zorgen uit in een formele verklaring op de website van de Nederlandsche Bank.