Vragen over rechterlijke uitspraak inzake AD-onderzoek Demmink

Met dank overgenomen van Tweede Kamerfractie Groep-Bontes/Van Klaveren (GrBvK) i, gepubliceerd op maandag 22 december 2014.

Vragen van de Leden Bontes en Van Klaveren (VNL) aan de minister van Veiligheid en Justitie, de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en de minister-president over de uitspraak van de rechter die het AD in het gelijk heeft gesteld in de zaak Demmink.

  • 1. 
    Bent u op de hoogte van het vonnis van de Rotterdamse rechtbank, waarin wordt gesteld dat de publicatie in het AD ten aanzien van de heer Demmink in oktober 2012 voldoende steun vond in de feiten en dat niet is gebleken dat het AD onbetrouwbare bronnen heeft gebruikt? (1)
  • 2. 
    Heeft u nog steeds de opvatting dat ten aanzien van de heer Demmink enige grond voor de juistheid van de beschuldigingen niet is gebleken, zoals u de Kamer heeft medegedeeld op 3 en 8 oktober 2012? (Kamerstuknummers 33400 VI, nr.3 en 33400 VI, nr.4)
  • 3. 
    Wat heeft dit vonnis veranderd aan uw opvatting?
  • 4. 
    Kan volgens u uit het vonnis worden opgemaakt dat er wel degelijk contacten waren tussen de heer Demmink en de criminele pooier? Graag een toelichting op het antwoord.
  • 5. 
    In welke mate steunt u de heer Demmink nog steeds volledig bij het treffen van rechtsmaatregelen tegen de publicaties, zoals u in bovenstaande Kamerbrieven heeft aangegeven?
  • 6. 
    In hoeverre kan worden geconcludeerd dat de uitkomst van de eerdere onderzoeken van de AIVD, de Rijksrecherche en het OM onjuist zijn geweest?
  • 7. 
    Heeft een van deze organisaties inmiddels deugdelijk onderzoek gedaan naar de aantijgingen die in de AD-artikelen zijn geuit?
  • 8. 
    Bent u, gezien de uitspraak van de rechter, bereid om alsnog grondig onderzoek te laten doen naar de beschuldigingen uit de publicatie in het AD? Zo nee, waarom niet?

(1) http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBROT:2014:10259