Arbeidsmigratiebeleid begint bij Nederlands arbeidsmarktbeleid

Met dank overgenomen van Sociaal-Economische Raad (SER) i, gepubliceerd op woensdag 19 november 2014.

Grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit hoort bij de EU en bij een internationaal georiënteerde economie. Alleen als mobiliteit plaatsvindt binnen het bredere kader van eerlijke concurrentie en een gelijk speelveld voor bedrijven en werkenden, ontstaat een situatie die positief is voor ons land én voor de migrant. De SER bepleit daarom een actieplan bevordering eerlijke arbeidsmobiliteit in de EU. Dat staat in een ontwerpadvies dat de SER in zijn openbare vergadering van vrijdag 19 december a.s. zal behandelen.

Arbeidsmigratiebeleid begint bij Nederlands arbeidsmarktbeleid

Grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit is een gegeven en een consequentie van de interne markt van de EU en de globalisering. Nederland kan zich niet afsluiten van de wereld en moet dat ook niet willen. Voor onze welvaart zijn we in grote mate afhankelijk van het buitenland.

Een pragmatische en effectieve benadering van het arbeidsmigratiebeleid begint bij een breed arbeidsmarktbeleid dat een bijdrage levert aan Nederland als ‘lerende economie’ en een investering is in het aanpassingsvermogen van ons land.

Vertrouwensoffensief nodig

Om het draagvlak voor het vrij verkeer van werknemers en vooral voor het vrij verkeer van diensten / detachering te vergroten, is volgens het ontwerpadvies een vertrouwensoffensief nodig. Dit betekent allereerst dat de geldende regels voor het vrij verkeer op een stevige en doortastende wijze worden gehandhaafd. Het ontwerpadvies is positief over de reeds genomen maatregelen en de maatregelen die nog in voorbereiding zijn, maar meent dat vooral de regelgeving rond het vrij verkeer van diensten en de detachering nader tegen het licht moet worden gehouden omdat deze tot een ongelijk speelveld voor werknemers en bedrijven kunnen leiden.

Actieplan bevordering eerlijke arbeidsmobiliteit in de EU

Om vertrouwen te winnen bepleit het ontwerpadvies dat het kabinet in overleg met sociale partners een actieplan opstelt voor de bevordering van eerlijke arbeidsmobiliteit in de EU. Dit plan moet vervolgens nationaal en in de EU worden geagendeerd. Voor het vrij verkeer van werknemers zou het actieplan maatregelen moeten bevatten die de gelijke behandeling en bekendheid met rechten en plichten bevorderen. Het actieplan moet verder aandacht vragen voor de inburgering van EU-arbeidsmigranten en hun maatschappelijke en arbeidspositie bevorderen. Ook moeten de kwalificaties van de EU-migranten beter worden benut; veel EU-migranten zijn feitelijk overgekwalificeerd voor het werk dat zij doen.

Detacheringsrichtlijn

Ook zou het actieplan moeten oproepen tot herziening van de detacheringsrichtlijn. Dit kan betekenen dat het tijdelijke karakter van arbeid in het kader van grensoverschrijdende dienstverlening wordt benadrukt. Bovendien is verduidelijking gewenst van andere begrippen, zoals loonelementen, onbelaste vergoedingen en toepasselijke arbeidsvoorwaarden.

Ook de coördinatieverordening sociale zekerheid zou tegen het licht moeten worden gehouden om een gelijk speelveld te bevorderen tussen binnenlandse en EU-bedrijven en binnenlandse en EU-werknemers. Het ontwerpadvies vraagt tevens aandacht voor de informatierichtlijn, speciale handhavingsregels voor de transportsector en om een grotere inzet op EU-niveau om misbruik en fraude te voorkomen.

Behoefte aan kennismigranten van buiten de EU

Met een sterk internationaal georiënteerde economie heeft Nederland behoefte aan kennismigranten. Het ontwerpadvies acht de huidige mix van vraag- en aanbodgestuurd beleid afdoende, al is er wel aandacht voor de uitvoering nodig. De uitdaging is vooral om ons land op het netvlies van potentiële kennismigranten te krijgen. Werving en binding van buitenlandse studenten kunnen hierbij een belangrijke rol spelen.

Niet alle arbeidsmigratie over één kam scheren

Het belang en de aard van grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit verschilt naar sector en regio. Om dit te illustreren zijn voor het advies drie case studies uitgevoerd. Zo speelt in de tuinbouw (Westland) het vrij verkeer van werknemers een belangrijke rol: de werknemer is in dienst is van een bedrijf in Nederland tegen Nederlandse arbeidsvoorwaarden. In de bouw (Eemshaven) is het vrij verkeer van diensten/detachering belangrijk: de werknemer is in dienst van een bedrijf dat in een andere EU lidstaat is gevestigd en werkt tijdelijk in Nederland, tegen deels Nederlandse arbeidsvoorwaarden en de sociale zekerheidsregels van het woonland. Voor de regio Eindhoven is kennismigratie van buiten de EU van belang: hiervoor gelden aparte toelatingsvoorwaarden.

Stand van zaken

Het ontwerpadvies is een reactie op een adviesaanvraag van minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het advies wordt behandeld tijdens de openbare raadsvergadering van vrijdag 19 december 2014. Op dit moment wordt het ontwerpadvies besproken in de achterbannen van de organisaties die in de SER zitten.