Parlementaire hoorzitting over de Syrische vluchtelingencrisis

Meer dan negen miljoen Syriërs zijn de afgelopen jaren noodgedwongen hun huizen ontvlucht. Velen onder hen gingen naar de buurlanden Jordanië, Libanon en Turkije. De leden van de commissie Ontwikkelingssamenwerking spraken op maandag 3 november over de humanitaire crisis in Syrië en de situatie van de vluchtelingen in de ruimere regio. De gedachtewisseling volgde op plenaire debatten in oktober over de situatie in Kobane en de kwestie van Europese strijders voor IS.

Carsten Hansen van de Noorse Vluchtelingenraad zei tijdens het debat: "Wij moeten de bestaande Europese humanitaire en ontwikkelingshulp aan landen die grenzen aan Syrië in stand te houden."

Gilles Hansoul van het Internationale Comité van het Rode Kruis voegde daaraan toe: "We doen een beroep op alle partijen in het conflict om neutrale, onafhankelijke en onpartijdige humanitaire actie te vergemakkelijken."

Na een overzicht van de ernst van de situatie van de gastsprekers, wees de Cypriotische christendemocrate, Eleni Theocharous i, hen erop dat humanitaire corridors moeten worden geopend: "Anders zullen we zien dat de enige mensen die nog in Syrië blijven, degenen zijn die proberen om elkaar te doden. "Ze voegde eraan toe dat het moeilijk zou zijn voor landen in Zuid-Europa om meer vluchtelingen op te vangen.

De Spaanse sociaaldemocraat Enrique Guerrero Salom i zei: "Landen als Libanon nemen een aantal vluchtelingen op dat het equivalent zou zijn voor Duitsland van 16 miljoen vluchtelingen. Wij zijn vanuit dit deel van de wereld veel egoïstischer en veel meer geneigd om onze eigen welvaart, levensstandaard en stabiliteit te beschermen."

Heidi Hautala i, een Fins lid van De Groenen/EVA voegde toe: "Het is een diepe schande als we kijken naar hoe weinig vluchtelingen door de EU zijn opgenomen."

De leden van de commissie Buitenlandse zaken bespraken op 4 november het conflict van de Islamitische Staat met de Iraakse Koerdische leider Masrour Barzani.

REF. : 20141103STO77101