Een robot voor het onzalige werk

Met dank overgenomen van R.J.L. (Remi) Poppe i, gepubliceerd op maandag 3 november 2014, column.

Anno 2014 zien we een omgekeerde beweging, ‘hervormen’ heet dat. Volgens het kabinet van VVD en PvdA (en D66) zijn langer doorwerken, flexibele arbeid voor lage lonen en een kortere WW-duur noodzakelijk en zaligmakend voor de economie.

Bij de invoering van weefmachines in de textielindustrie en de stoommachine in de 19e eeuw, protesteerden arbeiders en vakbonden. In die tijd werden arbeiders zonder pardon op straat gezet. De huidige liberale politiek is minder grof, maar langer doorwerken voor AOW, kortere WW en meer werken voor minder salaris, gaat toch verrekte veel lijken op de toestanden begin 20ste eeuw.

Minister Asscher ziet robots als een bedreiging voor werkgelegenheid. Hij wil dat jongeren in een gerobotiseerde wereld ‘conceptueler leren denken om in staat te zijn complexe communicatie te begrijpen.’ Dat is mooi. Maar als de robots het zware en ongezonde werk gaan doen, kunnen we onze kinderen beter verder scholen, en echt een vak leren. We hebben meer aandacht en opleidingen nodig voor vakbekwame monteurs, huisschilders, bouwvakkers en metselaar, elektriciens, agenten, zorgmedewerkers en machinebankwerkers (want ook robotonderdelen moeten gemaakt worden). Inplaats van dat 36.000 jongeren per jaar ongeschoold het onderwijs verlaten. Vrijwel alles om ons heen moet echt nog steeds door vakbekwame mensen worden gemaakt, onderhouden en gerepareerd!

Beter dan over robots maken we ons zorgen over de oneerlijke verdeling van de rendementen uit arbeid. De hebzucht van de ‘financiële markten’, beleggers en aandeelhouders: dat is de werkelijke bedreiging van werkgelegenheid in ons land.

Remi Poppe