Debat ‘16% duurzame energie: een vloek of een zegen voor Nederland?’

Met dank overgenomen van Europees Parlement (EP) i, gepubliceerd op donderdag 26 september 2013.

Op donderdag 19 september vond er in een volle zaal in het huis van Europa een debat plaats over het op 6 september jl. gesloten nationale energieakkoord.

Het debat werd ingeleid door een keynote speech van Wiebe Draijer de voorzitter van de Sociaal Economische Raad (SER). In die functie heeft hij de onderhandelingen tussen de meer dan veertig betrokken partijen bij het energieakkoord succesvol tot een einde gebracht. Daarnaast waren er twee paneldebatten met Erwin van Laethem (CEO van Essent), Colette Alma-Zeestraten (directeur van de Nederlandse Chemische Industrie) en twee Europarlementariërs, Lambert van Nistelrooij van het CDA en Bas Eickhout van Groenlinks. Ook was er een presentatie van Stathis Peteves, het hoofd van de Afdeling voor Evaluatie van Energie Systemen bij het Joint Research Centre (JRC) Instituut voor Energie en Transport van de Europese Commissie. Het JRC is het inhouse wetenschappelijk centrum van de Commissie en dit instituut houdt zich bezig met het energiebeleid.

Gedurende de middag wordt duidelijk dat iedereen positief is dat er met meer dan veertig partijen een akkoord is bereikt, maar dat het succes van het energieakkoord afhangt van de uitvoering door de verschillende partijen. Sommige aanwezigen vonden dat de doelstellingen van het akkoord niet ver genoeg gaan of niet ver genoeg vooruit kijken, terwijl andere voorzagen dat innovatie en concurrentiekracht te weinig worden gestimuleerd door de afspraken van het akkoord. Het energieakkoord zoals het er nu ligt moet de basis vormen voor het energiebeleid in de komende jaren in Nederland en de positie van Nederland in de Europese energiemarkt. Doordat de partners van het akkoord in gesprek met elkaar blijven zullen er aanvullende afspraken moeten worden gemaakt om de ambitieuze doelstellingen te halen.

Ondanks dat het energieakkoord een nationaal succes is, wordt er op verschillende momenten het belang van Europese samenwerking aangehaald. Zo is er veel steun voor bindende afspraken over energiedoelstellingen op Europees niveau, ook na 2020. Ook wordt er gesproken over het Europees coördineren van innovatiebeleid door het JRC, en over het gladstrijken van verschillen in subsidies om een eerlijk speelveld te creëren. Europese samenwerking lijkt onmisbaar voor de toekomst van het Nederlandse energiebeleid. De samenkomst van Europarlementariërs, een vertegenwoordiger van het JRC van de Commissie, vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven en de hoofdonderhandelaar van het energieakkoord, maakte dat vanmiddag de Europese dimensie van het Nederlandse energiedebat duidelijk werd. De nationale consensus die is bereikt in het energieakkoord biedt perspectief om de op Europees niveau afgesproken energiedoelstellingen te halen en fungeert als basis voor de energiediscussie zowel nationaal als Europees.

REF. : 20130906AVI18801