Louis Michel: ACS-EU is een partnerschap tussen gelijken in rechten en plichten

Met dank overgenomen van Europees Parlement (EP) i, gepubliceerd op maandag 24 juni 2013, 13:30.

Tijdens de 25e zitting van de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU van 17 tot 19 juni in Brussel i, bespraken EP-leden i en parlementariërs uit 78 ACS-landen i kwesties als Mali, gezondheid en ontwikkeling. We vroegen de co-voorzitters van de vergadering, Louis Michel i, Belgische lid van de liberale ALDE-fractie en Joyce Laboso, vice-voorzitter van het Keniaanse Nationale Lagerhuis, welke vorderingen er zijn gemaakt in de samenwerking en of de economische crisis hier invloed op heeft.

Louis Michel, in de vergadering van vorig jaar, heeft u aangedrongen om van humanitaire hulp een gemeenschappelijk beleid te maken om de ACS-samenlevingen uit de armoede te tillen. Welke vooruitgang is er geweest?

In de afgelopen jaren is de relatie tussen het Noorden en het Zuiden duidelijk geëvolueerd. Sinds 2007 is het partnerschap tussen de ACS en de EU gebaseerd op een relatie tussen gelijken in rechten en plichten. De publieke ontwikkelingshulp is slechts een middel om de ontwikkeling van strategieën te ondersteunen. Enkell groei,, het scheppen van rijkdom, maakt armoedebestrijding effectief en duurzaam. Je moet de officiële ontwikkelingshulp combineren met een economisch beleid op middellange en lange termijn om de voorwaarden voor de ontwikkeling van de particuliere sector te creëren en om de ontwikkelingslanden in de mondiale markt te brengen.

Joyce Laboso, heeft u het gevoel dat de economische crisis waarmee sommige EU-landen worden geconfronteerd, invloed heeft op de betrekkingen EU-ACS?

Het is logisch dat als de burgers uit eigen land een economische crisis ondergaan die eerst geholpen moeten worden voordat er gekeken wordt naar burgers ver weg in Afrika, de Stille Oceaan en het Caribische gebied. Dus ja, ik kan me voorstellen dat het invloed op de verhoudingen heeft, maar ik hoop dat de EU een manier zal vinden om ermee om te gaan en dat zij verder zullen gaan met de relatie en de overeenkomsten die zijn gesloten met de ACS-landen.

REF. : 20130617STO12375