Opinie Clingendael: Houd het ambitieuze Polen in de gaten
Jan Marinus Wiersma is Senior Visiting Fellow at the Clingendael Institute.
DEN HAAG - Nederland moet Polen in de gaten houden. Het kan een welkome partner zijn in het institutionele debat over de EU, betoogt Jan-Marinus Wiersma. Alleen: de Frans-Duitse as is nog lang niet begraven.
De Frans-Duitse samenwerking is een van de fundamenten van het Europese bouwwerk dat de afgelopen tientallen jaren tot stand is gekomen. Op belangrijke momenten traden de leiders van deze twee Europese grootmachten gezamenlijk op om belangrijke beslissingen te forceren. Eén van de belangrijkste besluiten was natuurlijk de invoering van de euro. Frankrijk en Duitsland stonden aan de wieg van de gemeenschappelijke munt, maar met verschillende motieven. Voor Bonn was het de prijs was die betaald moest worden voor de hereniging van Duitsland; in Parijs wilde men een eenheidsmunt om de invloed van de Duitse centrale bank in te perken.
Frans-Duitse as onder druk
Juist op het financieel-economische terrein vertoont de Frans-Duitse combine de laatste tijd wat scheurtjes. Bondskanselier Merkel i wil de financiële teugels strak houden en werpt zich op als voorvechter van de Noorderlijke (surplus) belangen. Vooralsnog lijkt de Duitse inzet bepalend voor het beleid van de eurozone. Echter, in Frankrijk worden de klachten over de dominante rol van Berlijn steeds luider en neemt de ontevredenheid over de aanpak van de eurocrisis toe.[1] President Hollande i pleit voor meer overheidsinvesteringen om de eurocrisis aan te pakken en groei te stimuleren en houdt zo meer rekening met tekortlanden als Italië en Spanje. De traditionele Frans-Duitse as lijkt vervangen te worden door een nieuwe Noord-Zuid as in Europa.
Toch is het veel te vroeg om de Frans-Duitse as te begraven. Ook in de eurocrisis hebben beide landen toenadering gezocht om een deal te sluiten: het begrotingsverdrag (Duits) in ruil voor meer economic governance (Frans). De Fransen en Duitsers zijn op elkaar aangewezen wanneer het gaat om het veranderen van de architectuur van Europa. Op dat vlak stond en staat het Verenigd Koninkrijk meestal tegenover deze twee grote, continentale lidstaten. Het lijkt er echter steeds meer op dat Londen de handdoek in de ring gooit en – in plaats van het gevecht aan te gaan over de toekomstige vormgeving van de EU – op zoek is naar de uitgang. Wat daarvan het gevolg is voor de traditionele Frans-Britse as op het terrein van buitenlandpolitiek (Lybie, Syrië), is op dit moment moeilijk vast te stellen.
Polen: the new kid on the block
Sommige analisten vrezen dat een eventueel wegvallen Londen de spenders binnen de EU in de kaart zal spelen, tegen het Nederlandse belang in. De vraag is natuurlijk of er alternatieven zijn voor het wegvallen van het Verenigd Koninkrijk. Polen lijkt een potentiële kandidaat: het is de grootste nieuwe lidstaat die een ambitieuze rol binnen de EU opeist. Sinds de toetreding in 2004 gaat het goed met het land en de regering bestaat al jaren uit een pro-EU-coalitie. De minister van Buitenlandse Zaken, Radoslaw Sikorski, heeft een groot aandeel gehad in de koerswijzigingen die de regering-Tusk heeft doorgevoerd. Dat begon met een toenadering tot Berlijn en een veel pragmatischere opstelling tegenover Moskou. Polen wil investeren in de verdere ontwikkeling van de EU en kijkt vooral naar Duitsland om de leidende rol te vervullen.
Toch kijkt Polen verder dan alleen Duitsland. Eerder dit jaar werden de regeringsleiders van de Weimar-driehoek – een los verbond tussen Frankrijk, Duitsland en Polen – en de Visegrad-groep – bestaande uit Hongarije, Tsjechië, Slowakije en Polen – bijeengebracht op initiatief van Polen. Hiermee werd de Visegrad samenwerking niet leven ingeblazen en het heeft de groep de ambitie gegeven om meer afstemming te zoek op het gebied van het gezamenlijk buitenlands en defensiebeleid van de EU. Het is geen echt machtige as, maar niet helemaal zonder invloed.
Sikorski heeft - na de geruchtmakende speech van de Britse premier Cameron i - gezegd dat zijn land op termijn de plaats van het VK aan de belangrijkste onderhandelingstafels van de EU kan overnemen. Met ‘op termijn’ bedoelde hij vooral: nadat de euro is ingevoerd. Echter, het is niet in het belang van Polen wanneer de rol van het VK uitgespeeld raakt en de uitspraak van de minister werd niet lang daarna afgezwakt. Polen heeft ambities voor de nieuwe Oosterburen van de EU – en in het bijzonder Oekraïne - en kan daarbij de steun van Londen wel gebruiken. Ondanks de ruzies tussen Brussel en Kiev over de mensenrechten hoopt men in Warschau dat er in het najaar een nieuw samenwerkingsverdrag met het Oekraïne gesloten kan worden. Bovendien hecht Warschau grote waarde aan goede relaties met de VS en daarbij kan het London goed gebruiken.
Polen als noordelijk euroland
In het geval van Polen is volledig lidmaatschap van de eurozone, en aansluiting bij de noordelijke surplus-landen, essentieel om de gewenste invloedrijke rol te spelen in Europa. Maar zover is het nog niet en deze stap is niet onomstreden. In regeringskringen wordt de noodzaak van een referendum over de invoering van de euro ontkend – de kiezers hebben daar immers voor de toetreding tot de EU over kunnen stemmen – maar het is de vraag of dat vol te houden is. Ook Polen is niet vrij van euroscepsis. Een aanzienlijke meerderheid van de Poolse bevolking blijft positief ten opzichte van de EU staan, maar de steun voor verdere economische integratie is aan het afnemen.
Het kan nog wel even duren voordat Polen aan alle tafels van de EU mag meebeslissen en het is maar zeer de vraag of het land de positie van het VK zal overnemen, mocht dat compleet afhaken. Polen is echter zeker the new kid on the block geworden en een interessante partner voor Nederland bij het institutionele debat, de relaties met Oost-Europa en waar het gaat om open economische verhoudingen.
Over dit onderwerp wordt op 22 mei in Clingendael het debat 'The shifting balance of power in Europe' gehouden. Lees meer