PVV-kamerlid Klever: EU nam geen maatregelen tegen dumpen fosfor

Met dank overgenomen van Tweede Kamer der Staten Generaal (Tweede Kamer) i, gepubliceerd op dinsdag 2 april 2013.

2 april 2013, debat - Het kost erg veel geld om het terrein van de failliete fosforproducent Thermphos op te ruimen. Daar moet het bedrijf voor opdraaien en niet de rijksoverheid, vindt de Kamer. Minister Kamp i (Economische Zaken) gaat onderzoeken of bedrijven geld moeten reserveren voor eventuele saneringen.

Bij een faillissement hebben sommige schuldeisers voorrang bij het verdelen van geld. Lucas i (VVD) vraagt zich af waarom de overheid niet tot de preferente schuldeisers behoort, zodat er geld is voor sanering. Van Tongeren i (GroenLinks) vindt dat het milieu altijd voor de schuldeisers moet gaan. "Het is mijn inzet dat saneringskosten zo veel mogelijk uit de boedel worden vergoed", antwoordt Kamp. Schuldeisers zijn volgens hem pas daarna aan de beurt.

Minister wil onderzoek verplichte reservering voor sanering

Had de overheid geen financiële garantstelling voor opruimkosten moeten vragen?, vraagt Mulder i (CDA). Volgens Kamp zijn bedrijven die werken met laagradioactieve stoffen, zoals Thermphos, daartoe wettelijk niet verplicht. Toch gaat hij onderzoeken of dat zou moeten, iets waar ook GroenLinks voor pleit. Verhoeven i (D66) vreest dat de curatoren de opruimkosten voor het Thermphosterrein te laag inschatten. Daarom maken het ministerie en de provincie Zeeland een eigen raming, aldus Kamp.

Komt er Europees geld voor een doorstart?

De vraag naar fosfor stijgt en toch ging Thermphos failliet, stelt Jan Vos i (PvdA). Dat komt volgens Klever i (PVV) doordat Kazachstan fosfor kan dumpen in Europa en de EU daar geen maatregelen tegen heeft genomen. Daarom vraagt zowel Vos als Klever of de minister geld wil ophalen in Brussel voor de schade of een eventuele doorstart. Kamp is bereid dat aan de Europese Commissie i te vragen. Ook Van Gerven i (SP) wil dat er nogmaals gekeken wordt naar een mogelijke doorstart.

De Kamer stemt op 9 april over de ingediende moties.