eTwinning Plus: digitaal klaslokaal nu ook naar voormalige Sovjetlanden
Europese Commissie
Persbericht
Brussel, 4 maart 2013
Start van eTwinning Plus: virtueel klassennetwerk voor scholen
Het ' eTwinning'-netwerk van de Europese Commissie, dat 100 000 scholen in 33 Europese landen heeft gestimuleerd om via internet met elkaar in gesprek te treden, omvat voortaan ook scholen in Armenië, Azerbeidzjan, Georgië, Moldavië en Oekraïne. Door de start van eTwinning Plus kunnen deze landen zich nu aansluiten bij een omvangrijk virtueel klassennetwerk waar leerlingen en leerkrachten meer over hun tegenhangers in andere scholen kunnen leren en kunnen deelnemen aan interactieve projecten voor bijvoorbeeld taalonderwijs of wiskunde. Ook is dit een gelegenheid voor jongeren om verschillende culturen en tradities te leren kennen en om te ontdekken wat zij met leerlingen van andere scholen en landen gemeen hebben.
"eTwinning is een uitmuntend onderwijsproject dat enorme mogelijkheden biedt om barrières af te breken. De contacten die hierdoor tussen scholen zijn gelegd, brengen ongelooflijk veel voordelen voor alle betrokkenen; eTwinning geeft hun de vrijheid creatieve en interculturele onderwijsprojecten te ontwikkelen en stimuleert kinderen ook hun ICT-vaardigheden te verbeteren. Met eTwinning Plus wordt dit netwerk naar een hoger niveau getild," aldus Androulla Vassiliou, Europees commissaris voor onderwijs, cultuur, meertaligheid en jeugdzaken.
eTwinning Plus is een proefproject dat deel uitmaakt van het nabuurschapsbeleid van de EU. Het valt onder het platform van het Oostelijk Partnerschap 'Intermenselijke contacten' dat de dialoog met onze oostelijke partners moet verbeteren. De Commissie wil het project geleidelijk uitbreiden tot onze zuidelijke buren, te beginnen met Tunesië. Aanvankelijk zullen Engels en Russisch de belangrijkste communicatietalen voor eTwinning Plus zijn en later ook Frans en Arabisch. Het project zorgt niet alleen voor een ontmoetingspunt waar leerlingen en leerkrachten van gedachten kunnen wisselen, maar stelt scholen ook in staat om partners voor gemeenschappelijke projecten te vinden.
EU-commissaris Štefan Füle, commissaris voor Uitbreiding en Europees nabuurschapsbeleid, zei hierover het volgende: “Grotere betrokkenheid van de EU bij het onderwijs, hoger onderwijs en beroepsonderwijs helpt de partnerlanden en vooral de jongere generaties om zich beter voor te bereiden op de economische en sociale uitdagingen in onze omgeving.”
Om het netwerk van de grond te krijgen, is in elk van de betrokken nabuurschapslanden een ondersteuningsagentschap voor de partners in het project opgezet. Deze organisaties promoten eTwinning Plus op nationaal niveau, zien erop toe dat het aan de behoeften van de scholen tegemoetkomt en organiseren de nodige cursussen voor leerkrachten. Zij wijzen scholen aan die op basis van hun computeruitrusting en talenkennis geschikt zijn om aan het project deel te nemen en zorgen er daarbij voor dat hun selectie zowel stedelijke als plattelandscholen en kinderen uit verschillende sociaal-economische milieus omvat.
Voor eTwinning Plus is 834 000 EUR uitgetrokken. Ongeveer de helft daarvan is bestemd voor de ontwikkeling van het nieuwe onlineplatform en voor coördinatiewerkzaamheden. De rest gaat naar de medefinanciering van de ondersteuningsagentschappen. De verdeling per land is als volgt: Armenië 64 000 EUR, Azerbeidzjan 80 000 EUR, Georgië 64 000 EUR, Moldavië 80 000 EUR en Oekraïne 96 000 EUR.
Achtergrond
eTwinning werd in 2005 gestart en omvat een groeiend aantal scholen in Europa. Bijna 200 000 leerkrachten en meer dan 100 000 scholen uit 33 Europese landen (de 27 EU-lidstaten, IJsland, Zwitserland, Noorwegen, Turkije, Kroatië en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië) hebben aangegeven gebruik te willen maken van de gratis beschikbare veilige onlinemogelijkheden voor leerkrachtenopleiding en gemeenschappelijke onderwijsprojecten. Het eTwinning-portaal is beschikbaar in 25 talen.
Het project maakt deel uit van het Comenius-programma van de EU en ontvangt ongeveer 10 miljoen EUR per jaar aan middelen. Het financiert geen individuele projecten, maar biedt tools en steun aan leerkrachten en leerlingen, zoals het eTwinning-portaal en cursussen voor leerkrachten.
Uit een recente studie is gebleken dat eTwinning een gemakkelijke, kosteneffectieve manier is waarop scholen uit verschillende landen met elkaar samen kunnen werken. Ook bleek dat bij eTwinning betrokken leerkrachten hun vaardigheden verbeteren en betere relaties met hun leerlingen onderhouden. Daarnaast breiden zij hun professionele netwerken uit. De leerlingen waren meer gemotiveerd en konden beter in een team werken.
In het kader van het nieuwe Erasmus voor iedereen-programma, dat in 2014 van start gaat, stelt de Commissie voor om eTwinning verder te ontwikkelen voor alle scholen die met steun van de EU over de grens willen samenwerken.
Het eTwinning-project draagt bij aan een verbetering van de digitale competentie en van peerlearning door samenwerking. Later dit jaar zal de Commissie met een strategie komen voor het openstellen van het onderwijs. Deze strategie moet het onderwijs en de ontwikkeling van vaardigheden door middel van nieuwe technologieën en open onderwijsmiddelen verbeteren.
Voor meer informatie
Europese Commissie: Comenius-programma
Website van Androulla Vassiliou
Volg Androulla Vassiliou op Twitter @VassiliouEU
Contact: Dennis Abbott (+32 2 295 92 58); Twitter: @DennisAbbott Dina Avraam (+32 2 295 96 67) |