Tunesische president en EP veroordelen moord op oppositieleider
"Dit is een dreigement, een brief die aan ons is gericht. We verwerpen die brief en gaan verder met het ontmaskeren van de vijanden van de revolutie" zei de Tunesische president Moncef Marzouki vandaag tijdens een toespraak in het EP i als reactie op de moord op de Tunesische oppositieleider Chokri Belaïd woensdag in Tunis. EP voorzitter Martin Schulz i betuigde zijn deelneming aan de familie van Belaïd en de Tunesische bevolking.
Tijdens zijn toespraak op woensdag 6 februari zei Moncef Marzouki dat "Tunesië het echte laboratorium is van de transitie en vastbesloten blijft om te slagen (alhoewel) het democratiseringsproces moeilijker is en langer blijkt te duren dan oorspronkelijk voorzien was."
Zei die vrezen voor "een Islamitische Winter na de Arabische Lente" moeten zich geen zorgen maken want de "Arabische revoluties zijn niet nationalistisch of xenofobisch", zei hij. Toch gaf hij ook toe dat er te veel jonge mensen naar Europa stromen op zoek naar een beter leven en hij waarschuwde voor de bedreiging van het Islamitisch extremisme.
Tunesië wordt aanschouwd als de geboorteplaats van de "Arabische Lente" nadat de jonge straatventer Mohamed Bouazizi zichzelf verbrandde en een groot protest in gang zette. Moncef Marzouki werd op 12 december 2011 door het Grondwettelijk Assemblee verkozen tot president van Tunesië. In juni worden er opnieuw parlementaire en presidentiële verkiezingen gehouden.
Sacharov-prijs
Mohamed Bouazizi en vier andere activisten van de Arabische Lente werden in 2011 door het EP verkozen als winnaars van de Sacharov-prijs als erkenning voor hun strijd om waardigheid, basisvrijheden en politieke verandering in de Arabische wereld.
REF. : 20130201STO05564