Analyse Clingendael: Europa heeft een ambigue hypocriete houding jegens Syrië
Journalist Maarten Zeegers deed mee aan een publieksdebat over de rol van de EU in Syrië, georganiseerd door het Europees Parlement Voorlichtingsbureau in Den Haag.
DEN HAAG - Na het succesvolle ingrijpen van de NAVO in Libië, keken de Syriërs hoopvol naar het Westen. Zij rekenden op steun van onder meer de EU in hun strijd tegen het regime van Bashar al Assad. Maar dat blijft beperkt tot sancties en hulpgelden. "De Syrische bevolking is teleurgesteld", zegt journalist Maarten Zeegers, die twee jaar in Syrië woonde en het boek 'Wij zijn Arabieren' schreef over zijn leven daar.
"Laten we eerlijk zijn: in vergelijking met Libië spelen er bij Syrië hele andere belangen", zegt Zeegers. Ten eerste de olie. Daarvan heeft Syrië relatief weinig, terwijl in Libië de grootste voorraden van Afrika liggen. Daarnaast werd het regime van Bashar al Assad voorafgaand aan de opstand binnen het EU nabuurschapsbeleid als 'bevriende natie' bestempeld. In tegenstelling tot Kadaffi, "waarmee het Westen nog een appeltje te schillen had", wat leidde in augustus 2011 tot de val van de Libische leider.
De Syriërs hadden actie van de EU verwacht toen het geweld tegen de bevolking begon. Niet zozeer militair ingrijpen maar wel de levering van wapens en bijvoorbeeld het instellen van een no-fly zone, zodat het regime niet meer vanuit de lucht kan aanvallen en de burgers beschermd zijn. "Maar ze (EU, VS) blijven zeer afwachtend". Deze houding verklaart Zeegers deels uit het feit dat de rebellen bestaan uit de Soennitische onderklasse van de samenleving, een "zeer conservatief en snel radicaliserende groep van de bevolking." De EU kan zich beter identificeren met de Christelijke, Alawitische en seculiere minderheden, maar dit zijn nu juist de mensen die achter het regime staan. Ook al is het een steeds kleiner wordende groep, zij houden Assad volgens Zeegers in het zadel.
Ook al kan Europa zich minder goed identificeren met de islamitische rebellen, toch moet er volgens Zeegers meer bemoeienis komen met de opstand tegen het regime in Syrië. De EU hoopte in 2000, toen Assad zijn vader opvolgde, dat hij het land zou veranderen en moderniseren. Maar dat was volgens Zeegers een verkeerde gok. 'Onder zijn bewind gebeuren de meest gewelddadige en gruwelijke dingen. Syrië is een totalitaire staat. Alles staat in het teken daarvan. De bevolking moet daarvan beschermd worden en dat betekent meer betrokkenheid van het Westen.'
Zeegers ziet weinig in de door de EU opgelegde sancties; 'symboolpolitiek'. Een wapenembargo, het invoerverbod op Syrische olie, een zwarte lijst van Syrische kopstukken, het heeft geen enkel effect volgens de journalist. 'Een dictator is niet gevoelig voor sancties, kijk maar naar Saddam Hoessein in Irak. Dat trof alleen maar de bevolking, niet hem of zijn regime. En Assad kan gewoon aan wapens komen. Is het niet via Europa, dan wel via Rusland, China of Iran. Nee, wat er moet gebeuren is dat Europa meewerkt aan de omverwerping van Assad en tegelijkertijd een plan klaar heeft liggen voor het post-Assad tijdperk.'
Want als het zover is, en het einde van Assad's regime is hoe dan ook in zicht, met of zonder militaire steun, dan is het topje van de ijsberg eraf. Zeegers stelt dat de hele Syrische samenleving dictatoriaal is. Ter illustratie beschrijft hij de organisatiestructuur van een typisch restaurant in Damascus: de eigenaar lurkt de hele dag aan de waterpijp en doet niets. Zijn neef is de hoofdober en mag aan het eind van de avond de fooien meenemen. Daaronder is een groep mensen die de bestelling opneemt, vervolgens de mensen die de borden mogen neerzetten. 'En helemaal onderaan bungelt een Koerd die met de waterpijp mag rondlopen. Iedereen zit in zijn eigen laag. Dat is een micro-dictatuur. Het zit in bedrijven en in gezinnen. Daar moeten Syriër ook mee afrekenen.'
In het Syrië van post-Assad kan Europa volgens Zeegers wel degelijk een rol spelen. En daarmee bedoelt hij niet zozeer het streven naar een democratische rechtsstaat Westerse stijl. Het is volgens hem de vraag of de bevolking streeft naar onze Westerse waarden en staatsinrichting. Maar Europa kan meewerken aan verzoening tussen de verschillende bevolkingsgroepen in Syrië. Alle verhoudingen zijn volgens Zeegers verwoest. Waar de inwoners van een dorp voorheen vredig naast elkaar leefden, is men nu vijandig naar elkaar. En elke dag dat het conflict langer duurt, zal het herstel langer duren. Hij trekt een vergelijking met de Balkan. 'Daar heeft de EU te lang gewacht, met alle gevolgen van dien. Nu kan het een herhaling zoals in de Balkan proberen te voorkomen', aldus een verontruste Zeegers.