Analyse Clingendael: Griekenland hoort in Schengen

Met dank overgenomen van euforum.nl, gepubliceerd op maandag 29 oktober 2012, 15:13.

Judith Hoevenaars is Project assistant bij Clingendael Research/Europe

Adriaan Schout is Deputy Director Research/Europe bij Instituut Clingendael

Jan Marinus Wiersma is Visiting Fellow bij Clingendael Research/Europe

DEN HAAG - De positie van Griekenland staat niet alleen ter discussie in de euro. Ook wordt getwijfeld of Griekenland wel in 'Schengen' kan blijven. Om dezelfde redenen als in de eurodiscussie, moet de EU Griekenland in Schengen houden menen Judith Hoevenaars, Adriaan Schout i en Jan Marinus Wiersma i van Instituut Clingendael. i

Na de eurocrisis is Schengen het volgende existentiële Europese probleem. De Grieken houden zich niet aan de Schengenregels. Ze falen de Europese buitengrens goed te bewaken en er is onvoldoende opvangcapaciteit voor immigranten. De overige landen hebben hier last van omdat immigranten zich vrij kunnen bewegen binnen Schengen.

De paralellen met de eurocrisis zijn onmiskenbaar. Wanneer Europa niet snel in actie komt wordt ook Schengen met uiteenvallen bedreigd. Het is misschien gemakkelijker om Griekenland uit Schengen te zetten dan uit de euro maar toch moet Griekenland ook hier lid van de Europese familie blijven. Europa moet voorkomen dat Schengen net als de euro in een crisis belandt.

De zwakke Grieks-Turkse grens is sinds 2010 de belangrijkste toegangspoort tot Europa. Vorig jaar werden meer dan 57.000 illegale immigranten aangehouden aan de Griekse grens. Het aantal dat de grenspolitie weet te ontwijken ligt veel hoger. De lekken in de Griekse bewaking van 'onze' buitengrens trekken drommen vluchtelingen en gelukszoekers aan. Terwijl de vluchtelingenstromen vorig jaar voornamelijk uit Noord-Afrika kwamen, groeit nu het aantal Syrische vluchtelingen gestaag. Naar schatting huist Griekenland circa 450.000 illegale immigranten en dat loopt alleen maar op.

Door de capaciteitsproblemen is Griekenland nu het putje van Schengen. Met de eigen crisis is Griekenland niet de eindbestemming voor migranten. De overgrote meerderheid wil doorreizen naar Noord- of West Europa via de Balkan of Italië. Griekenland is nu nog een eiland binnen Schengen. Als straks Roemenië en Bulgarije toetreden zijn er geen landsgrenzen meer en is doorreizen helemaal makkelijk.

Hiermee is deze Griekse kwestie een Europees probleem. Net als de euro, kan Schengen alleen functioneren als landen elkaar kunnen vertrouwen. Echter, de huidige trend wijst op een groeiend wantrouwen en een drang naar meer nationale controle. Dit jaar zijn de Schengenregels aangepast waardoor het mogelijk is om de binnengrenzen grenzen tijdelijk te sluiten in geval van een 'massale toestroom' van immigranten. Daarnaast bieden de regels ruimte voor andere vormen van grenscontrole. Het Nederlandse camerasysteem aan de grenzen met België en Duitsland wordt gedoogd door Brussel. Soortgelijke ontwikkelingen zijn ook zichtbaar in landen als Denemarken, Finland en Oostenrijk.

Er zijn ruwweg twee alternatieven voor het uiteenvallen van Schengen. Griekenland kan uit Schengen of de Schengenlanden nemen snel maatregelen om zwakke landen als Griekenland te helpen en ervoor te zorgen dat zij aan de maatstaven voldoen. De Nederlandse aanpak in de eurocrisis - het hameren op naleving van regels - moet ook binnen Schengen worden toegepast.

De enorme begrotingstekorten betekenen dat Griekenland moeite heeft de noodzakelijke maatregelen te treffen. Griekenland is daardoor onhoudbaar in Schengen. Echter, een gedwongen exit betekent een verplaatsing van het probleem naar elders. Italië met haar enorme grens en begrotingstekort is het volgende land dat als putje zal dienen. Ook Bulgarije en Roemenië maken kans wanneer zij eenmaal zijn toegetreden.

De keuze is daarmee: of de Schengenstaten accepteren gezamenlijke verantwoordelijkheid van de buitengrenzen en investeren er in, of het pad richting des-integratie wordt verder bewandeld totdat alleen de best georganiseerde landen over zijn. Om dit te voorkomen moet er een politieke keuzen over een Grexit komen. Schengen opknippen is, net als bij de eurozone, draconisch en zal niet worden geaccepteerd door de Zuidelijke lidstaten. Daarbij, op dit moment is het belangrijk het Europese verval te voorkomen, ook in Schengen. Zwakke landen in de EU moeten zich aanpassen omdat Europese integratie niet samengaat met onvoldragen nationale overheden.

Er is nog een andere reden om Griekenland bij te staan. Het is onterecht om alle schuld voor het groeiend wantrouwen binnen Schengen op de Grieken te schuiven. Door de geografische ligging aan de zuidoostelijke rand van Europa is de migratiedruk onevenredig hoger. De toestroom van Syrische vluchtelingen is niet alleen een verantwoordelijkheid van Griekenland. Assisteren door steun te bieden bij de grensbewaking en bij opvang van vluchtelingen in de directe regio is vereist. Nu gebeurt dat onvoldoende. Natuurlijk, naar het voorbeeld van de aanpak van de Griekse schuldencrisis, moeten eisen worden gesteld over de naleving van de afspraken en het hervormingsplan. 

Net als in de eurocrisis levert Griekenland problemen voor de houdbaarheid van Schengen. Europese integratie draait om onderling vertrouwen. Dat vertrouwen is gebaseerd op lidstaten die verplichtingen nakomen en verantwoordelijkheden kunnen dragen. Exit opties zijn een laatste redmiddel en daarom onwenselijk. Om dit te voorkomen moet naast de eurocrisis ook de Schengencrisis hoog op de Brusselse agenda staan. Griekenland moet noch uit de euro noch uit Schengen. Het is tijd dat Nederland en andere lidstaten de tanden laten zien om escalatie te voorkomen. Schengen is het verdedigen waard.