Europese Commissie slaagt gedeeltelijk in het corrigeren van systemen betreffende structuurfondsen
De controle van de Europese Rekenkamer i (ERK) was hoofdzakelijk gebaseerd op een onderzoek van 40 programma’s waarin significante tekortkomingen op het gebied van beheer en controle waren geconstateerd. De controle was erop gericht, te beoordelen of de Commissie de geconstateerde gebreken in de beheers‑ en controlesystemen van de lidstaten op bevredigende wijze heeft aangepakt.
De ERK concludeert in haar speciaal verslag (nr. 3/2012) dat de Commissie passende corrigerende maatregelen neemt als tekortkomingen in beheers‑ en controlesystemen worden geconstateerd, maar dat het proces tot aan de uitvoering zeer lang duurt. De Commissie verzekerde met enig succes dat financiële correcties juist werden toegepast maar slaagde er minder goed in om zekerheid te verkrijgen dat haar maatregelen leidden tot verbeteringen in de beheers- en controlesystemen van de lidstaten.
De ERK doet de Commissie de volgende aanbevelingen:
-
-verkorten van de duur van de administratieve procedure vanaf de vaststelling van tekortkomingen tot aan de tenuitvoerlegging van corrigerende maatregelen;
-
-een hogere prioriteit toekennen aan haar controlewerkzaamheden ten aanzien van de auditautoriteiten om te waarborgen dat deze degelijke foutenpercentages leveren, opdat de financiële correcties kunnen worden gemaakt naar aanleiding van deze foutenpercentages;
-
-checklists verspreiden die dienen als beste praktijken die autoriteiten van de lidstaten kunnen volgen voor hun eerstelijnscontroles;
-
-verzekeren dat de financiële correcties alle uitgaven bestrijken die werden gedaan via tekortschietende beheers- en controlesystemen.
De ERK beveelt de Commissie, het Parlement en de Raad tevens aan om bij de bespreking van toekomstige plannen voor de uitgaven voor cohesie te heroverwegen of aanpassingen moeten worden aangebracht in de regelingen met betrekking tot enerzijds de herschikking van toegewezen steun uit het Cohesiefonds i en de Structuurfondsen i, en anderzijds de mogelijkheden om uitgaven waarvan werd vastgesteld dat zij niet‑subsidiabel zijn, te vervangen.
Achtergrond: De Structuurfondsen vertegenwoordigen ongeveer een derde van de EU-begroting. In de programmeringsperioden 2000-2006 en 2007-2013 werd een bedrag van 475 miljard euro toegewezen aan de Structuurfondsen. Het beheer van de uitgaven uit hoofde van de Structuurfondsen wordt gedeeld door de Commissie en de lidstaten. De lidstaten stellen meerjarenprogramma’s op die worden beoordeeld en goedgekeurd door de Commissie en vervolgens ten uitvoer worden gelegd door de lidstaten. De Commissie moet ervoor zorgen dat er in de lidstaten goed functionerende beheers- en controlesystemen bestaan, zodat de fondsen van de EU doeltreffend en correct worden aangewend. De Commissie behoudt echter de algehele verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de EU-begroting.