Commissie daagt Nederland en Duitsland voor Hof vanwege nalaten invoeren aanbestedingsregels defensiemateriaal
Brussel, 26 januari 2012 - De Europese Commissie heeft vandaag actie ondernomen om ervoor te zorgen dat twee lidstaten (Duitsland en Nederland) hun verplichtingen nakomen en de EU-aanbestedingsregels op het gebied van defensie ten uitvoer leggen. De Commissie is bezorgd omdat deze lidstaten de verbintenissen niet zijn nagekomen die zij zijn aangegaan krachtens de richtlijn betreffende het aankopen van wapens, munitie en oorlogsmateriaal (en de daarmee samenhangende werken en diensten) voor defensiedoeleinden en het aanbesteden van gevoelige leveringen, werken en diensten voor veiligheidsdoeleinden. Indien de richtlijn niet in alle lidstaten volledig ten uitvoer wordt gelegd, kunnen ondernemingen alsook belastingbetalers de voordelen niet plukken van een vlottere toegang tot een transparante en open - en dus meer concurrerende - defensiemarkt.
Deze regels zijn toegesneden op de specifieke vereisten van het defensie- en veiligheidsmateriaal en van de markten hiervoor (2009/81/EG). Deze voorschriften moesten uiterlijk op 20 augustus 2011 zijn uitgevoerd. Om dit doel te bereiken, moet de richtlijn tijdig en correct worden uitgevoerd. Het verzoek van de Commissie aan Duitsland en Nederland heeft de vorm van een met redenen omkleed advies. ls de nationale autoriteiten niet binnen twee maanden een afdoend antwoord geven, kan de Commissie de zaak voor het Hof van Justitie brengen en het Hof verzoeken een geldboete op te leggen.
Wat is het doel van de betrokken EU-regels?
De richtlijn regelt op Europees vlak het volgende:
-
-zij voert een billijke en transparante regeling in om ondernemingen vlottere toegang te verlenen tot de markten op het gebied van defensie en veiligheid in andere lidstaten;
-
-zij biedt aanbestedende diensten flexibiliteit om over alle onderdelen van complexe opdrachten tot in de details te onderhandelen;
-
-zij laat aanbestedende diensten de keuze om (van leveranciers) waarborgen te eisen met betrekking tot de bescherming van gerubriceerde gegevens tegen toegang door onbevoegden en op het gebied van bevoorradingszekerheid zodat leveringen aan strijdkrachten, vooral in tijden van crisis of gewapende conflicten, tijdig kunnen plaatsvinden.
De richtlijn is van toepassing op specifieke overheidsopdrachten op het gebied van veiligheid en defensie voor:
-
-militair materiaal1 en daarmee samenhangende werken en diensten;
-
-gevoelig veiligheidsmateriaal, gevoelige werken en diensten die toegang tot gerubriceerde gegevens vereisen.
Aanbestedingen van materiaal, werken en diensten die niet-gevoelig en niet-militair zijn, verricht door aanbestedende diensten op het gebied van veiligheid en defensie, vallen onder de algemene aanbestedingsrichtlijn 2004/18/EG.
De twee richtlijnen zijn gebonden aan artikel 346 van het Verdrag, wat betekent dat EU-landen opdrachten op het gebied van defensie en veiligheid kunnen vrijstellen wanneer de regels van Richtlijn 2009/81/EG niet toereikend zijn om hun wezenlijke veiligheidsbelangen te vrijwaren.
In hoeverre blijven de lidstaten in gebreke?
Terwijl het merendeel van de lidstaten de richtlijn ofwel volledig ten uitvoer hebben gelegd ofwel de maatregelen tot omzetting van de richtlijn aan het voltooien zijn, moeten deze twee lidstaten - Duitsland en Nederland - alle bepalingen van de richtlijn nog ten uitvoer leggen en verloopt het omzettingsproces daar erg traag.
Nadere informatie
http://ec.europa.eu/internal_market/company/simplification/index_en.htm
Voor het laatste nieuws over inbreukprocedures tegen alle lidstaten:
http://ec.europa.eu/community_law/index_en.htm
Voor nadere informatie over inbreukprocedures: zie MEMO/12/42
Contact : Chantal Hughes (+32 2 296 44 50) Carmel Dunne (+32 2 299 88 94) |
Wapens, munitie en oorlogsmateriaal zoals omschreven in de lijst van 1958 die het toepassingsgebied van artikel 346 van het Verdrag definieert.