Developed in Holland

Met dank overgenomen van Staatkundig-Gereformeerde Partij (SGP) i, gepubliceerd op woensdag 2 november 2011.

Wil Nederland economisch een rol blijven spelen, dan zal het meer moeten inzetten op innovatie en nieuwe ontwikkelingen. Naast 'made in China' zal 'developed in Holland' moeten komen te staan. Dat zei SGP-kamerlid Dijkgraaf bij de behandeling van de begroting van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Dijkgraaf noemde in dit verband het inzetten op sectoren waarbij Nederland voorop loopt, zoals 'water'.

De SGP wees overigens óók op het feit dat economie niet alles is en 'door kan draaien', bijvoorbeeld door mensen op te jagen om zeven dagen per week 24 uur per dag te werken. Juist op dankdag is dat iets waar we stil bij mogen staan.

Plenair - Begroting EL&I, onderdeel Economie en Innovatie

2 november 2011

E. Dijkgraaf

Hoe harder wij de Grieken bespotten, hoe harder de Chinezen ons te kijk zetten. De afgelopen jaren wordt de opgebouwde luchtbel ‘schuld’ langzaam maar zeker doorgeprikt. Dat geldt voor Griekenland heel pijnlijk. Op korte termijn moet dit land de tering naar de nering zetten. Maar dat geldt ook voor ons. De nering vergroten is eigenlijk veel uitdagender. Uitstekende gezondheidszorg houden we niet overeind door schulden, import en off-shoring, maar door zelf hard en slim te werken. Het kan alleen als we naast het label ‘made in China’ het label ‘developed in Holland’ kunnen plakken.

Wat is de visie van de minister op de economische ontwikkelingen en de rol van het Nederlandse bedrijfsleven? Ik daag de minister bewust uit. In eerdere kabinetten werd visie en leiderschap van EZ-ministers nog wel eens gemist. Juist nu hebben we beide echter hard nodig.

Bedrijfslevenbeleid

Voorzitter! We moeten investeren in de kracht van Nederland. Een illustratie, een vergelijking tussen Tata Steel Nederland en Rijk Zwaan. Ik heb beide bedrijven bezocht. Twee prachtige bedrijven, maar wel met een belangrijk verschil. Moederbedrijf Tata Steel zit in India, de winst gaat daar naar toe. Moederbedrijf Rijk Zwaan zit in Nederland, de winst blijft hier. Is de minister het met de SGP-fractie eens dat het de komende jaren essentieel is om goede Nederlandse bedrijven de ruimte te bieden?

De SGP is positief over de inzet op topsectoren. Ik noem de topsector Water. We hebben veel kennis in huis, internationaal opererende bedrijven en er is een groeiende wereldwijde vraag naar waterexpertise. Ik zie echter ook een versnipperde sector en het ontbreken van een klinkend visitekaartje. De potentie is groter dan nu benut wordt. Hoe gaat de minister bundeling van kennis en kracht stimuleren?

Lastiger is hoe om te gaan met nieuwe sectoren. Hoe kijkt de minister aan tegen het feit dat de nu onbekende sector X van groot belang voor Nederland kan zijn? Is het beleid flexibel genoeg zodat ook sector X voldoende kans maakt om als ze zich ontpopt ze snel in het beleid wordt opgenomen?

MdV, het is niet moeilijk om wat al gebeurd in ronkende taal op papier te zetten. Het gaat om de vernieuwende aspecten. Wat was zonder deze topsectorenaanpak niet gebeurd? Waar wordt extra geld in geïnvesteerd? Voor ‘tam tam’ kopen we niets. De vernieuwende aspecten moeten zichtbaar en kritisch gevolgd worden.

De Algemene Rekenkamer schreef een vernietigend rapport over het innovatiebeleid in het afgelopen decennium: weinig goede evaluaties en te weinig coördinatie. Tussen 2003 en 2010 is het overheidsbudget voor innovatiebeleid verdubbeld, maar het percentage investeringen in R&D door het bedrijfsleven is gedaald. Op basis van welke analyse denkt de minister dat zijn beleid wel effectief is? De inschatting van de minister is duidelijk, maar wat is de onderbouwing daarvan?

De minister schrijft dat de derde geplande beleidsdoorlichting is vervangen door de heroverweging ‘Innovatie en toegepast onderzoek’ . Ik zie in dit rapport geen hoofdstuk dat aan een beleidsdoorlichting kan tippen. Ik vraag de minister de kritiek van de Algemene Rekenkamer op te pakken en alsnog een beleidsdoorlichting uit te voeren. Ik denk dat die ook een goede basis kan leggen voor een effectieve monitoring van het bedrijfslevenbeleid. Hoe kunnen we goed zichtbaar maken naar welke bedrijven onze innovatie-euro’s toe gaan, hoeveel ze zelf bijleggen en wat ze ermee bereiken?

Eigenlijk is de analyse dat meer geld nodig is voor kennis en innovatie. Ik begrijp de condities van het regeerakkoord en de huidige crisis. Maar is de minister het met mij eens dat als de ontwikkelingen mee gaan zitten en er meer financiele ruimte komt, het goed zou zijn als meer geinvesteerd kan worden in kennis en innovatie?

We moeten ook nadenken over de juiste accenten en instrumenten. Het programmaonderzoek MKB en ondernemerschap is een zeer goed instrument. Ik sluit aan bij de vragen van de CDA fractie, inclusief de borging van de financiering na 2013.

Voorzitter! Te veel kennis blijft op de plank liggen. Valorisatie is nodig en moet een belangrijk criterium zijn bij innovatiecontracten en ook binnen de universitaire geldstromen. Kern van het probleem is dat wetenschappers vaak niet beloon worsen voor valorisatie. Het Rathenau Instituut heeft dat als knelpunt benoemt. Wetenschappers moeten niet bestraft, maar beloond worden voor valorisatie. De minister verwijst naar de prestatieafspraken die collega Zijlstra zal maken met het hoger onderwijs. Tussen intenties en harde afspraken zit een wereld van verschil. Daarom mijn vraag: gaat het kabinet, als het aan deze minister ligt, universiteiten en wetenschappers afrekenen op valorisatie?

Ik kom bij de Topinstituten. Het kabinet heeft de FES-bijdrage afgebouwd. Vanaf 2015 is de financiering min of meer veilig gesteld. De minister springt in 2012 bij. De financiering voor 2013 en 2014 is echter nog hoogst onzeker. Kan de minister garanderen dat ook hiervoor een oplossing wordt gevonden?

Het hele bedrijfsleven heeft baat bij aandacht en instrumenten voor belangrijke onderliggende thema’s. Ik noem de flexibilisering van de arbeidsmarkt. Ik noem proeftuinen en ruimte voor innovaties in nieuwe en ongedachte richting. Dat betekent bijvoorbeeld dat bij innovatiecontracten, consortia en innovatiefonds ook kleine MKB-bedrijven aan moeten kunnen haken die geen portemonnee met geld hebben, maar wel inventiviteit en expertise. Waarom is bij het innovatiefonds de ondergrens voor projectkosten zo hoog gelegd? Ik noem de Biobased economy. Op dit thema moeten we dé internationale proeftuin worden. Ik noem sociale innovatie. Is de minister het met de SGP-fractie eens dat product innovatie zeer gebaat is bij stelsel innovatie (denk aan onderwijs, veiligheid, pensioenen, sociale zekerheid). Borgt hij dat sociale innovatie voldoende ruimte krijgt? Ik vraag de minister ook om de genoemde punten expliciet op te nemen in de jaarlijkse voortgangsrapportages.

Minister Kamp snijdt in het takenpakket van productschappen. Dat is goed, maar we moeten niet doorslaan. Productschappen spelen een belangrijke rol bij innovatie in ondermeer de topsector Agra&food. Het gaat om veel kleine bedrijven die niet zomaar zelf investeren in onderzoek en innovatie. Via de productschapheffingen komt dat wel van de grond. Daar zijn die sectoren ook positief over. Wil minister Verhagen zijn collega waarschuwen?

Regeldruk

Het kabinet laat zien dat het de aanpak van regeldruk serieus neemt. Actal geeft aan dat het kabinet de nalevingskosten van Europese regels buiten schot laat, terwijl deze kosten met 1,2 miljard euro dreigen toe te nemen. De SGP vraagt de minister om ook hier tegen op te treden. Durven kabinet en minister in Brussel ook het voortouw te nemen bij het snijden in deze regels en nalevingskosten? Nemen zij het advies van Actal over om ‘kan-bepalingen’ in Europese regelgeving in principe niet te implementeren in onze wetgeving en daar niet zonder zwaarwegende redenen van af te wijken?

Winkeltijdenwet

Voorzitter! Tot slot de tweede helft van mijn betoog.

Tex Gunning van de raad van bestuur van AkzoNobel schreef onlangs: ‘Als we willen voorkomen dat onze beschaving zichzelf om zeep helpt, zullen we afscheid moeten nemen van het allesoverheersende economische paradigma en in actie moeten komen. ’ De SGP heeft altijd het belang van waarden en normen uitgedragen. Dat geldt ook ons economisch handelen. Ik noem onze 24 uurseconomie die steeds meer 7 dagen per week doordraait. Dat doet onze samenleving geen goed. In dit verband een voor de SGP belangrijk punt:

wij zijn ontevreden over de wijze waarop het kabinet uitvoering geeft aan de Winkeltijdenwet en de Arbeidstijdenwet. Ik verwijs naar de verschillende series schriftelijke vragen die wij met ondermeer het CDA hebben ingediend. Over gemeenten die het handje lichten met de gewenste zorgvuldigheid, over winkelketens die werknemers onder druk zetten om op zondag te werken en over winkelcentra die koopzondagen opdringen. Ik noem de belangen van kleine winkeliers en werknemers. Ik herinner hem aan de recent aangenomen resolutie tijdens het CDA-congres. Is de minister bereid ervoor te zorgen dat niet alleen de letter, maar ook de geest van de wetten gehandhaafd worden en dat eventuele tekortkomingen in wetgeving gerepareerd worden?

Dankdag

Het is vandaag in kerkelijk Nederland dankdag. Investeren in beter beleid is essentieel. Maar laten we beseffen dat zegen op dat beleid nodig is. Ik ben dankbaar te weten dat daar, vandaag in het bijzonder, velen voor bidden en danken voor wat we mogen ontvangen.