Europese Commissie wil strafrechtelijke sancties handel met voorkennis en marktmanipulatie om afschrikking en marktintegriteit te verbeteren

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op donderdag 20 oktober 2011.

Brussel, 20 oktober 2011 - Investeerders die op grond van voorkennis handelen en de markten manipuleren door valse informatie te verspreiden hoeven momenteel niet beducht te zijn voor sancties wanneer ze gebruik maken van de verschillen in de wetgeving tussen de 27 EU-lidstaten i. In sommige landen beschikken de autoriteiten niet over effectieve sanctiebevoegdheden terwijl in andere landen helemaal geen strafrechtelijke sancties bestaan voor bepaalde transacties met voorkennis en strafbare feiten op het gebied van marktmanipulatie. Effectieve sancties kunnen een sterke afschrikkende werking hebben en de integriteit van de financiële EU-markten versterken. Daarom presenteert de Europese Commissie vandaag voorstellen voor EU-voorschriften die moeten zorgen voor strafrechtelijke minimum sancties op handel met voorkennis en marktmanipulatie. Voor het eerst maakt de Commissie hiermee gebruik van nieuwe bevoegdheden die zij heeft gekregen in het kader van het Verdrag van Lissabon om EU-beleid uit te voeren door middel van strafrechtelijke sancties. Op grond van de voorgestelde richtlijn moeten de lidstaten de nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat voor de strafbare feiten handel met voorkennis en marktmanipulatie strafrechtelijke sancties gelden. De lidstaten moeten ook strafrechtelijke sancties opleggen voor uitlokking, hulp en medeplichtigheid in geval van marktmisbruik en voor pogingen daartoe. Deze richtlijn vormt een aanvulling op een ander voorstel dat vandaag werd gepresenteerd voor een richtlijn inzake marktmisbruik, die het bestaande EU-wetgevingskader verbetert en de administratieve sancties versterkt.

EU-commissaris Viviane Reding i voor Justitie i zei hierover: “In deze tijden van crisis is het van wezenlijk belang dat burgers weer vertrouwen krijgen in onze markten. Als aanvulling op een effectief toezicht op de markten stelt de Commissie vandaag derhalve voor het toezicht op de naleving van de EU-voorschriften tegen handel met voorkennis en marktmanipulatie te versterken door middel van strafrechtelijke maatregelen. Crimineel gedrag is ontoelaatbaar op de financiële markten van Europa!"

Commissaris Michel Barnier i voor Interne markt i en diensten verklaarde in dit verband het volgende: "Sancties op marktmisbruik lopen momenteel te sterk uiteen en missen het noodzakelijke afschrikkende effect. Door strafrechtelijke sancties op te leggen voor ernstig marktmisbruik in de hele EU zenden wij een duidelijk signaal uit dat potentiële overtreders afschrikt- handel met voorkennis of marktmanipulatie betekent gevangenisstraf en een strafblad. Deze voorstellen zullen de marktintegriteit verhogen, het vertrouwen van investeerders bevorderen en zorgen voor gelijke concurrentievoorwaarden binnen de interne markt."

Definitie van strafbare feiten op EU-niveau

Handel met voorkennis houdt in dat een persoon in financiële instrumenten handelt terwijl hij koersgevoelige voorkennis bezit ten aanzien van aanverwante instrumenten. Er is sprake van marktmanipulatie als een persoon de prijzen van financiële instrumenten kunstmatig beïnvloedt door bijvoorbeeld onjuiste informatie of geruchten te verspreiden en met winstoogmerk te handelen in aanverwante instrumenten. Deze praktijken samen staan bekend als marktmisbruik.

In het voorstel voor een richtlijn worden zowel handel met voorkennis als marktmanipulatie gedefinieerd. Beide moeten, indien opzettelijk begaan, door de lidstaten worden beschouwd als strafbare feiten. In overeenstemming met het toepassingsgebied van het voorstel voor de verordening inzake marktmisbruik vallen transacties voor bepaalde doeleinden buiten het voorstel: de terugkoop van aandelen en stabiliseringsprogramma's, activiteiten met betrekking tot monetair beleid en het beheer van schulden en activiteiten met betrekking tot handel in emissierechten in het kader van het milieubeleid.

Het voorstel bepaalt tevens dat de lidstaten uitlokking, hulp en medeplichtigheid in geval van handel met voorkennis en marktmisbruik en pogingen daartoe strafbaar moeten stellen. Aansprakelijkheid, al dan niet strafrechtelijk, moet eveneens worden uitgebreid tot rechtspersonen.

De lidstaten dienen ervoor te zorgen dat de strafrechtelijke sancties die ze voor deze feiten opleggen doeltreffend, evenredig en afschrikwekkend zijn. Het voorstel omvat een herzieningsclausule die de Commissie ertoe verplicht uiterlijk vier jaar na de inwerkingtreding van de richtlijn verslag uit te brengen aan het Europees Parlement i en de Raad i over de toepassing ervan en in voorkomend geval over de noodzaak de richtlijn te herzien, met name wat betreft de wenselijkheid om gemeenschappelijke minimumvoorschriften in te voeren met betrekking tot soorten en niveaus van strafrechtelijke sancties. Dit verslag dient in voorkomend geval vergezeld te gaan van wetgevingsvoorstellen.

Dit is het eerste wetgevingsvoorstel dat gebaseerd is op het nieuwe artikel 83, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, dat voorziet in de vaststelling van gemeenschappelijke minimumvoorschriften met betrekking tot de bepaling van sancties wanneer dit van fundamenteel belang blijkt voor een doeltreffende uitvoering van beleid van de Unie op een gebied waarop harmonisatiemaatregelen zijn vastgesteld. De huidige sanctieregelingen die in de lidstaten worden toegepast voor strafbare feiten met betrekking tot marktmisbruik zijn onvoldoende effectief gebleken. Vaak lopen de definities van strafbare feiten te veel uiteen, zodat overtreders tussen de mazen van de wet kunnen glippen.

Het vandaag gepresenteerde voorstel volgt de aanpak die uiteengezet wordt in de mededeling van de Commissie " Naar een strafrechtelijk beleid van de Unie - de effectieve uitvoering van EU-beleid waarborgen door middel van strafrecht " van 20 september 2011 (zie IP/11/1049). Deze aanpak omvat een beoordeling, gebaseerd op duidelijk feitelijk bewijsmateriaal, van de bestaande nationale regelingen voor toezicht en gaat uit van de toegevoegde waarde van gemeenschappelijke EU-minimumnormen op het gebied van strafrecht, waarbij rekening wordt gehouden met de beginselen van noodzakelijkheid, evenredigheid en subsidiariteit.

Het voorstel van vandaag maakt tevens deel uit van de follow-up van de mededeling van de Commissie over " Het versterken van sanctieregelingen in de financiële sector " van 8 december 2010 (zie IP/10/1678). Deze mededeling beoogt de invoering van strafsancties voor de ernstigste schendingen van wetgeving inzake financiële diensten als dit voor een doeltreffende uitvoering deze wetgeving van essentieel belang zou blijken.

Volgende stappen

Het voorstel gaat nu naar het Europees Parlement en de Raad waar het zal worden besproken en vastgesteld. Als het voorstel eenmaal is vastgesteld hebben de lidstaten twee jaar de tijd om de richtlijn om te zetten in nationale wetgeving.

Zie ook IP/11/1217 en MEMO/11/715

Voor meer informatie:

Homepage van vicevoorzitter Viviane Reding, EU-commissaris voor Justitie:

http://ec.europa.eu/commission_2010-2014/reding/

Homepage van Michel Barnier, commissaris voor Interne Markt en Diensten:

http://ec.europa.eu/commission_2010-2014/barnier/

 

Contact :

Chantal Hughes (+32 2 296 44 50)

Carmel Dunne (+32 2 299 88 94)

Matthew Newman (+32 2 296 24 06)

Mina Andreeva (+32 2 299 13 82)


1.

Relevante EU dossiers