Groei en voorwaardelijkheid: het Europees cohesiebeleid na 2013
Fondsen voor cohesie en regionale ontwikkeling zijn de grootste begrotingspost van de EU i. Op donderdag bespraken nationale parlementsleden en Europarlementsleden in de Commissie voor Regionale Ontwikkeling het wetgevingspakket voor cohesiebeleid na 2013 dat voorgesteld werd door de Europese Commissie i. De parlementsleden waren enthousiast over de nadruk die werd gelegd op groei, maar minder positief over het recht van de Commissie om in de fondsen te snoeien.
In 2010 werd 45% van de jaarlijkse EU-begroting besteed aan het cohesiebeleid. Het geld werd besteed aan de verbetering van de competitie en werkgelegenheid, het helpen van arme regio's om hun achterstand in te halen en Europese territoriale samenwerking. Meer dan 70% van de nieuwe fondsen zou gaan naar regio's met een BBP i minder dan driekwart van het EU-gemiddelde.
Betekent dit dat de rijkere regio's betalen voor de anderen? Volgens Johannes Hahn i, Europees Commissaris i voor regionaal beleid, niet. "Een euro die wordt uitgegeven in Polen brengt 40 cent op in de 15 landen die al het langst lid zijn van de EU", aldus Hahn, die ook zei dat twee derde van de export van Europese landen op de interne markt blijft.
Het debat werd geopend door de Poolse Danuta Hübner i, Voorzitter van de EP i-Commissie voor Regionale Ontwikkeling. "De toekomstige EU-begroting tot 2020 is een zeer belangrijk onderdeel van de overheidsfinanciering," aldus Hübner, "wij moeten er alles aan doen om te zorgen dat dit budget wordt geïnvesteerd in projecten die geld aantrekken uit de private sector. Europa moet geleid worden in de richting van duurzame ontwikkeling en banen."
De nieuwe aanpak bestaat uit een harmonisering van de regels als stap naar eenvoudigere financieringstoegang en een lagere documentatielast voor samenwerkingspartners. De lidstaten en regio's moeten 11 thematische duidelijke en meetbare doelstellingen opzetten om ontwikkelingen beter te volgen en te melden en de middelen dienen te gaan naar prioriteiten die aansluiten bij de Europa 2020 strategie.
Fondsen voor cohesiebeleid
-
-Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling: hulpverlening aan bedrijven, investeringen in infrastructuur, regionale ontwikkeling en samenwerking tussen regio's.
-
-Europees Sociaal Fonds i: werkgelegenheid, toegang tot de arbeidsmarkt, sociale integratie en onderwijshervorming.
-
-Cohesiefonds: fonds voor trans-Europese vervoersnetwerken, energie-efficiëntie, hernieuwbare energie, openbaar vervoer in de minst welvarende lidstaten.
-
-Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: concurrentievermogen van land- en bosbouw, milieu en platteland, verhoogt de levenskwaliteit
-
-Europees Maritieme en Visserijfonds: hulp aan visserijindustrie en de kustgemeenschappen voor economische veerkracht en ecologische duurzaamheid
Voorwaardelijkheid
Het wetgevingspakket bevat ook richtlijnen in verband met voorwaardelijkheid. Ex ante voorwaardelijkheid laat toe om geld uit te geven indien, afgaand op de context en voorwaarden, succes van de investering gewaarborgd is. Ex post voorwaardelijkheid houdt in dat de Commissie mag snoeien in het budget indien blijkt dat het nationale begrotingsbeleid niet duurzaam blijkt, een maatregel verbonden aan het Stabiliteits- en Groeipact i. Danuta Hübner i bestempelde voorwaardelijkheid als een "indirecte straf" voor landen en regio's in moeilijke situaties. "Wij zijn te veel op stabiliteit en te weinig op groei gericht." Ook de Franse Elisabeth Morin-Chartier, rapporteur voor Commissie voor Werkgelegenheid, uitte haar bezorgdheid over naleving van het Stabiliteits- en Groeipact i: "Wij kunnen geen dubbele boete opleggen aan landen die het al moeilijk hebben".
Voor Elzbieta Bienkowska, minister van Regionale Ontwikkeling, Pools voorzitterschap van de Raad i is voorwaardelijkheid geen straf. "Integendeel, het is een stimulans die grotere efficiëntie aanmoedigt op het vlak van cohesiebeleid." Zij voegde wel toe dat het voorstel van de Commissie in de huidige vorm niet flexibel genoeg is voor de lidstaten.
De huidige regionale financieringsprogramma's zullen lopen tot 2013 en de wetsvoorstellen zijn door de Commissie aangenomen op 6 oktober 2011. Er zijn zes rapporteurs benoemd in het EP i, zij zullen het voorstel behandelen. De onderhandelingen tussen het EP en de Raad zullen gebeuren tussen 2012-2013 en de nieuwe verordeningen gaan in vanaf 2014.
REF. : 20111007STO28688