'Na 9/11 is zwijgen soms goud'
'Zeggen wat je denkt' is bijna een plicht geworden, stelt de Nederlandse cultuurhistoricus Thomas von der Dunk i. Maar woorden kunnen fatale gevolgen hebben. Op verzoek van de Wereldomroep schreef Von der Dunk een column over de gevolgen van de aanslagen op 9/11, tien jaar geleden, voor de vrijheid van meningsuiting.
Mogen we nu dankzij nine-eleven alles zeggen wat we denken? Of mogen we nu dankzij nine-eleven niet meer zeggen wat we denken?
Duidelijk is dat de aanslagen op de Twin Towers van 2001 in tal van Europese landen i in populistisch-islamofobe kring zijn aangegrepen om eindelijk eens te zeggen wat men denkt. Voor zover men daar althans inderdaad denkt, want dat is een voorwaarde voor 'zeggen wat je denkt' die wel eens uit het oog is verloren.
Het recht daartoe wordt momenteel vaak zelfs als een morele plicht opgevat, en het oude spreekwoord dat spreken zilver is, maar zwijgen goud, wordt te vaak genegeerd.
De hele internationale diplomatie is daar echter op gebaseerd, wil zij enig effect kunnen boeken: op juist niét zeggen wat je denkt over obscure demagogen en gure dictatoren met wie je noodgedwongen aan de onderhandelingstafel bent beland. En ook wanneer het om de kans op persoonlijk loopbaansucces gaat, is het veelal niet effectief om je chef recht in het gezicht te zeggen dat hij een onuitstaanbare zak is, hoe correct die constatering veelal ook mag zijn.
Halsmisdaad
De vrijheid van meningsuiting: als bij een felle politieke tegenstelling één kamp die bijzonder luidruchtig opeist, gaat dat snel ten koste van de vrijheid van meningsuiting van het andere kamp. Dat wordt namelijk, als het vervolgens inhoudelijke aanmerkingen op die mening waagt te maken, al snel gedemoniseerd.
Mocht men in het Westen eerst, wilde men niet in het verdomhoekje belanden, conform de politieke correctheid van de jaren negentig geen kritiek hebben op de multiculturele samenleving - thans geldt, volgens de nieuwe politieke correctheid van de jaren nul, met nine-eleven in de hand elke nuancering van het terroristische gevaar, en zelfs de nuchtere constatering dat we in een multiculturele samenleving leven, al min of meer als halsmisdaad jegens volk en vaderland.
Vrijheid is echter vooral de vrijheid van andersdenkenden, zoals Rosa Luxemburg al ooit eens terecht opmerkte - en dat geldt ook voor de vrijheid van meningsuiting. En niemand poogt, bijvoorbeeld in Nederland, momenteel zozeer de vrijheid van anderen in te perken als juist Geert Wilders i en zijn partij: van pogingen tot het verbieden van lezingen van zijn critici tot dat van de hele Koran.
Zelf door de rechtbank vrijgesproken, laat hij niet na anderen te intimideren - wie zelfs maar een bescheiden verband durft te suggereren tussen zijn woorden en de daden van Breivik, die die daden zélf onder verwijzing naar Wilders' woorden legitimeert, bezondigt zich meteen aan 'een hetze'.
Fatale gevolgen
Maar waar woorden fatale gevolgen kunnen hebben, stelt dat causale verband in elk geval morele grenzen aan de absolute vrijheid van meningsuiting - juist bij politici. Die vervullen nu eenmaal een andere rol dan journalisten of cabaretiers; hun machtspositie brengt ook de plicht tot verantwoordelijk gedrag met zich mee.
Dat is het cruciale verschil dat de socioloog Max Weber ooit maakte tussen Gesinnungsethik en Verantwortungsethik: dat politici ook met de gevolgen van hun woorden rekening dienen te houden, omdat zij niet alleen hun eigen individu vertegenwoordigen, maar een collectief, en door de buitenwacht ook met dat collectief worden geassocieerd.