Vrijdenker

Met dank overgenomen van A.A.G.M. (Ronald) van Raak i, gepubliceerd op donderdag 25 augustus 2011, 3:56, column.

‘Ik wil graag strijden voor de vrijheid van denken, maar ben niet bereid daarvoor onze “christelijke” cultuur tot voorbeeld te stellen.’

De vrijheid van denken is een verworvenheid van onze ‘christelijke’ cultuur, die we moeten beschermen tegen ‘achterlijke’ moslims. Dat is een opvatting die je bij steeds meer politici hoort. Ooit was het precies andersom en werden denkers die in Europa uit de gratie raakten, vertaald en bediscussieerd in de Arabische wereld. Zoals Aristoteles, wiens boeken in Europa verloren gingen, maar door islamitische geleerden werden bewaard en doorgegeven. Vanaf 1200, toen in Bologna en Parijs universiteiten waren opgericht, werden boeken van Aristoteles in het Latijn vertaald en opnieuw onderwezen. De belangrijkste strijder voor deze vrijheid van denken was Siger van Brabant (1240-1281) - een strijd die hij moest betalen met de dood.

Volgens Dante was Siger (of Zeger, geboren in het hertogdom Brabant) de belangrijkste filosoof van zijn tijd. In La Divina Commedia (De goddelijke komedie) schreef hij: ‘Het is het eeuwig licht van Siger/ Die lessen gevend in de Strostaat/ Afgunst wekkende waarheden verkondigde.’ Filosofen in de late Middeleeuwen waren geestelijken, die de wijsbegeerte vooral zagen als een dienstmaagd van de theologie; het denken van de mens kon immers nooit strijdig zijn met het woord van God. Siger van Brabant kan met recht de eerste moderne filosoof worden genoemd. Hij was geen geestelijke en verdedigde de eigenheid van de filosofie - en wekte daarmee veel afgunst. Aan de hand van Aristoteles zocht Siger de grenzen op van de vrijheid van denken.

Siger van Brabant doceerde tussen circa 1265 en 1275 aan de universiteit van Parijs, waar hij studenten liet kennismaken met de herontdekte filosofie van Aristoteles. Daarmee trad hij in de voetsporen van de beroemde Thomas van Aquino, maar vanuit een heel andere instelling. Als sprake was van een tegenstelling tussen de filosofie van Aristoteles en de leer van de kerk, verklaarde Thomas van Aquino dit door een verkeerde uitleg van Aristoteles. Siger van Brabant bleef vasthouden aan het aristotelisme - en aan de interpretaties daarvan door islamitische denkers. Zo zette hij vraagtekens bij christelijke opvattingen over de schepping, het leven na de dood en het geloof in wonderen.

In 1277 verbood de bisschop van Parijs een groot aantal filosofische stellingen, waaronder die van Siger. De Brabantse denker dreigde zelfs uit de kerk te worden gezet en een dergelijke ‘excommunicatie’ betekende een groot gevaar voor zijn leven en werk. Siger ontvluchtte Frankrijk, om zijn toevlucht te zoeken aan het hof van de paus, waar hij zijn zaak wilde bepleiten. Aan dat hof werd hij in 1281, vermoedelijk door zijn secretaris, met een mes vermoord. Nog eeuwen daarna werden uit naam van het christendom filosofen verketterd. Ik wil graag strijden voor de vrijheid van denken, maar ben niet bereid daarvoor onze ‘christelijke’ cultuur tot voorbeeld te stellen.

Deze column verscheen in Filosofie Magazine van september 2011. www.filosofiemagazine.nl