Commissie akkoord met Nederlandse vliegbelasting maar stelt onderzoek in naar luchtvaartsector in Frankrijk, Duitsland en Ierland

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op woensdag 13 juli 2011.

Europese Commissie i - Persbericht

Brussel, 13 juli 2011 - De Europese Commissie heeft drie afzonderlijke diepgaande onderzoeken geopend naar staatssteun voor de luchthavens Marseille en Frankfurt Hahn en naar een lagere belasting voor luchtpassagiers in Ierland die vrijwel uitsluitend op binnenlandse vluchten wordt toegepast. Het inleiden van een grondig onderzoek biedt belanghebbenden de gelegenheid hun opmerkingen over de maatregelen in kwestie te maken. Dit laat de uitkomst van het onderzoek onverlet. De Commissie heeft uiteindelijk goedkeuring verleend aan het Nederlandse stelsel van vliegbelasting omdat deze er niet toe leidde dat bepaalde marktdeelnemers ten koste van andere werden bevoordeeld.

Joaquín Almunia i, Vicevoorzitter van de Commissie en belast met het mededingingsbeleid, verklaart: "Staatssteun is onder bepaalde voorwaarden en bepaalde omstandigheden een gepast instrument om kleine regionale luchthavens en luchtvervoerdiensten te ontwikkelen. De Commissie heeft echter tevens de plicht concurrentievervalsing binnen de eengemaakte markt van de EU te voorkomen en sommige regionale luchthavens zijn niet meer zo klein of zo nieuw".

Bij de beoordeling van staatssteun in de luchtvaartsector past de Commissie in de eerste plaats de richtsnoeren van 2005 toe die de lidstaten de mogelijkheid geven financiering te verstrekken aan regionale luchthavens die tot 5 miljoen passagiers per jaar afhandelen en aan luchtvaartmaatschappijen die vanaf deze luchthavens nieuwe routes starten. De overheidsinstanties kunnen infrastructuur van regionale luchthavens financieren om aan een duidelijk omschreven doel van algemeen belang, zoals regionale ontwikkeling of toegankelijkheid, te beantwoorden. De Commissie moet de noodzaak en evenredigheid nagaan van andere soorten steun en de vooruitzichten voor het gebruik van de infrastructuur en onbelemmerde, niet-discriminerende toegang voor gebruikers beoordelen. Ook moet zij de voordelen van de steun evalueren qua toegankelijkheid en regionale ontwikkeling ten opzichte van de negatieve gevolgen die deze kan hebben voor de concurrenten die hun activiteiten zonder staatssteun moeten verrichten.

Wat de vliegbelasting betreft, moeten de lidstaten erop toezien dat zij niet discrimineren tussen luchtvaartmaatschappijen en tussen verschillende categorieën passagiers.

Luchthaven van Marseille (Frankrijk)

In dit eerste geval zal de Commissie de overheidssteun onderzoeken die de luchthaven van Marseille voor zijn goedkope terminal "mp2" heeft ontvangen en de kortingen op vergoedingen die aan zowel lagekostenmaatschappijen als aan de gevestigde luchtvaartmaatschappijen zijn verleend. Tussen 2005 en 2007 ontving de exploitant van de luchthaven van Marseille (de plaatselijke kamer van koophandel) een subsidie van 7,577 miljoen euro voor de bouw van de "mp2" terminal. In dit stadium betwijfelt de Commissie of de subsidie noodzakelijk was om de investering uit te voeren en of de steun in verhouding stond met de beoogde doelstellingen. Bovendien vreest de Commissie dat de lagere vergoedingen voor de luchtvaartmaatschappijen die de terminal "mp2" gebruiken en de kortingen die worden verleend voor het starten van nieuwe routes de begunstigden een selectief voordeel bezorgden, wat in strijd zou zijn met de EU-staatssteunregels. Luchtvaartmaatschappijen - of dit nu lagekostenmaatschappijen zijn zoals Ryanair of gevestigde luchtvaartmaatschappijen zoals Air France - die vluchten verzorgen vanaf de luchthaven van Marseille, profiteren niet in dezelfde mate van deze verschillende kortingen. Daarnaast heeft de kamer van koophandel een reclameovereenkomst ondertekend met Airport Marketing Services, een 100% dochteronderneming van Ryanair, waarvoor volgens de klager een te hoge prijs is vastgelegd. De Commissie betwijfelt in dit stadium of een andere investeerder op dezelfde wijze als de kamer van koophandel zou hebben gehandeld toen zij deze voordelen toekende. De luchthaven van Marseille is de vierde grootste luchthaven van Frankrijk voor passagiersvervoer.

Luchthaven Frankfurt-Hahn (Duitsland)

De Commissie zal met name onderzoeken of de volgende maatregelen onder marktvoorwaarden werden toegekend: een kredietlijn die aan de luchthaven Frankfurt-Hahn is verstrekt in het kader van de cash pooling faciliteit van de deelstaat Rijnland-Palts; de herfinanciering van leningen die aan de luchthaven zijn verstrekt door de staatsbank Investitions- und Strukturbank; en een door de deelstaat verstrekte onderliggende garantie. In dit stadium is de Commissie vooralsnog van mening dat deze maatregelen gewoon bijdragen aan de betaling van de exploitatiekosten van de luchthaven. De luchthaven Frankfurt-Hahn is op dit ogenblik de tiende grootste passagiersluchthaven, de vijfde grootste vrachtluchthaven in Duitsland en de 21ste grootste in Europa. De Commissie is dan ook zeer bezorgd over deze steun die de luchthaven een oneerlijk voordeel tegenover haar concurrenten zou kunnen geven.

Ierse vliegbelasting

Op 30 maart 2009 voerde Ierland een belasting in die door luchtvaartmaatschappijen voor elke vertrekkende passagier moet worden betaald. Tot 1 maart 2011 werden twee verschillende tarieven toegepast: 2 euro voor bestemmingen op minder dan 300 km afstand van de luchthaven van Dublin en 10 euro voor alle overige bestemmingen. Met uitzondering van enkele luchthavens in het westen van het VK was het lagere tarief alleen van toepassing op binnenlandse bestemmingen. Na een procedure wegens niet-nakoming van de regels inzake de interne markt in verband met het vrij verrichten van diensten wijzigden de Ierse autoriteiten het tarief in die zin dat vanaf 1 maart 2011 één enkel tarief van 3 euro voor alle bestemmingen geldt (zie IP/11/734). De Commissie heeft echter tevens een klacht ontvangen waarin wordt betoogd dat de subsidies die tijdens deze periode zijn verleend de mededingingsvoorwaarden hebben vervalst; het is de taak van de Commissie dit te beoordelen. De Commissie achtte andere beweringen, namelijk dat het feit dat vrachtvervoer en andere vormen van vervoer alsook transito- en transferpassagiers niet aan de belasting worden onderworpen eveneens staatssteun vormt, ongegrond.

Nederlandse vliegbelasting

De Commissie heeft tevens een klacht ontvangen over een Nederlandse vliegbelasting die van kracht was tussen 1 juli 2008 en 30 juni 2009, toen deze werd ingetrokken. Er waren twee tarieven: 11,25 euro voor eindbestemmingen in de EU en ten hoogste 3 500 km van de luchthaven van vertrek (en voor sommige bestemmingen buiten de EU) en 40 euro voor alle overige eindbestemmingen. De Commissie was van oordeel dat het feit dat de belasting niet op andere vormen van vervoer of op vrachtvervoer wordt geheven geen staatssteun vormt, omdat de exploitanten van dit soort vervoer zich niet in een situatie bevinden die feitelijk en juridisch vergelijkbaar is met die van maatschappijen die passagiers vervoeren. Daarnaast vormt uitsluiting van transfer- en transitopassagiers geen staatssteun omdat deze tot doel had neutraliteit te bewaren ten aanzien van de route die was gekozen om de eindbestemming te bereiken en dubbele belastingheffing te voorkomen. De Commissie concludeerde dan ook dat deze bepalingen binnen de opzet van het Nederlandse stelsel voor vliegbelasting vielen. Voorts vond de Commissie dat de vaste tarieven van deze belasting, ongeacht de ticketprijs, voor de traditionele luchtvaartmaatschappijen geen enkel voordeel meebrachten, in tegenstelling tot de lagekostenmaatschappijen, omdat voor alle bestemmingen in de EU hetzelfde tarief gold.

De Commissie onderzoekt op dit ogenblik andere zaken in de sector luchtvervoer, zoals de steun aan Wizz Air op de luchthaven van Timisoara in Roemenië IP/11/633, steun voor infrastructuurprojecten op de luchthaven Leipzig-Halle in Duitsland IP/11/706 en steun aan de luchthaven van Dortmund en de luchtvaartmaatschappijen die deze gebruiken IP/07/1051.

Deze besluiten zijn beschikbaar onder de zaaknummers SA.22932 (FR), SA.32833 (DE), SA.29064 (IE) en SA.25254 (NL) in het Staatssteunregister en op de website van DG Concurrentie zodra eventuele vertrouwelijkheidskwesties zijn opgelost. Een overzicht van de recentste besluiten inzake staatssteun die op internet en in het Publicatieblad zijn gepubliceerd, is te vinden in State Aid Weekly e-News.

 

Contactpersonen :

Amelia Torres (+32 2 295 46 29)

Maria Madrid Pina (+32 2 295 45 30)