Nederland kleinste migratie van EU-landen afgelopen decennium

Met dank overgenomen van /RNW (RNW), gepubliceerd op woensdag 6 juli 2011.

In tien jaar tijd van 15,9 naar 16,6 miljoen Nederlanders. Het afgelopen decennium overtrof de Nederlandse bevolkingsgroei het EU-gemiddelde. Niet door migratie, maar door een hoog geboortecijfer, aldus het CBS.

In geen enkel ander van de 27 EU-landen was de migratie het afgelopen decennium zo klein als in Nederland, laat het CBS vandaag weten bij de publicatie van nieuwe cijfers over de bevolkingsgroei. Van 2003 tot 2007 was het saldo zelfs negatief: er vertrokken meer mensen dan er het land binnenkwamen. Migratie is dan ook geen verklaring voor de bevolkingsgroei, althans slechts voor 22% daarvan.

Afwijkend patroon

Dit is anders in de omringende landen: in België (dat op de eerste plaats staat qua bevolkingsgroei) kwam 74% van die groei voor rekening van immigratie; in het Verenigd Koninkrijk (op de tweede plaats, net boven Nederland) was dat 57%. In Duitsland, waar het migratiesaldo ook hoger lag dan in Nederland, kromp de bevolking desalniettemin bijna 2%. Dit heeft met name te maken met het lage geboortecijfer in Oost-Duitsland.

Het afwijkende Nederlandse patroon kan te maken hebben met de strengere eisen die Nederland stelt aan immigranten. Maar het komt ook door een onverwacht hoog aantal geboorten. Terwijl het aantal vrouwen tussen de 20 en 40 jaar de afgelopen drie jaar daalde met bijna 3%, steeg het aantal vrouwen in deze leeftijdsgroep dat voor het eerst moeder werd, met 4%.

Laat moederschap

Dat betekent dat Nederlandse vrouwen het moederschap (PDF) niet steeds langer uitstellen. Tussen 1980 en 2004 steeg de gemiddelde leeftijd van eerste moeders van 25,6 naar 29,4 jaar. Daarna nam die leeftijd niet verder toe.

Laat moederschap is geen typisch Nederlands verschijnsel. Volgens een onderzoek van het CBS uit 2010 horen Nederlandse moeders samen met de Spaanse, Italiaanse, Ierse en Zweedse vrouwen tot de oudste in de wereld.

Eerst trouwen en dan kinderen krijgen lijkt overigens niet meer vanzelfsprekend. Van de 86.000 eerstgeborenen vorig jaar werd precies de helft geboren uit ouders die niet getrouwd waren. In 1990 was dat niet meer dan 16%.

Grijze druk

Voor een West-Europees land is het aantal 65-plussers in Nederland relatief laag: in 2010 was dit 15,3%. Vergelijk dit met het Duitse percentage van 20,7%! Toch vergrijst (PDF) Nederland wel, zij het heel geleidelijk. De Nederlandse bevolkingsprognoses voorspellen al heel lang een versnelling van de groei van het aantal 65-plussers vanaf 2011, het jaar waarin de eerste babyboomers 65 worden. De vergrijzing wordt versterkt door de sterftedaling sinds 2000.

65-plussers wonen vooral in welvarendste gemeenten van Nederland. De lijst wordt aangevoerd door Laren (NH) en Rozendaal. De jongste gemeenten zijn Almere en Urk. Over het algemeen is er sprake van een 'grijze druk' aan de landsgrenzen, zoals in Zeeland en Zuid-Limburg.

Honderdplussers

Lange tijd waren er veel meer vrouwelijke dan mannelijke 65-plussers (PDF). Maar dit is aan het veranderen dankzij de daling van het percentage mannelijke rokers. Dat betekent dat ook het vrouwenoverschot onder deze groep afneemt. Tegenwoordig vind je zelfs mannen onder de 100-plussers, al is de verhouding man-vrouw daar nog altijd 1-7.

Arbeidsmigratie

Ook op het gebied van arbeidsmigratie (PDF) valt een verandering waar te nemen. De klassieke laaggeschoolde arbeidsmigrant, die na enige jaren zijn kroostrijke gezin liet overkomen, bestaat nauwelijks meer. In de periode 2000-2006 hebben zich in Nederland meer dan 144.000 arbeidsmigranten gevestigd. Na een lichte daling van 25.000 in 2000 naar nog geen 16.500 in 2004, is er vanaf 2004 weer sprake van een toename van het aantal arbeidsmigranten. Deze ontwikkelingen kunnen worden toegeschreven aan onder meer de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt.

De arbeidsmigranten zijn in toenemende mate afkomstig uit Europa (57 procent), en dan vooral uit Centraal- en Oost-Europa. Dat is toegenomen van 3,2 procent in 2000 tot 14 procent in 2006. Deze toename kan bijna volledig worden toegeschreven aan de Polen.

De meerderheid van de arbeidsmigranten keert na een gemiddelde verblijfsduur van drie jaar terug naar huis. Ongeveer één op de vijf arbeidsmigranten laat zijn partner overkomen. Hoog opgeleide expats, met een kort contract van één of twee jaar, nemen hun gezin zelden mee.


Met dank overgenomen van /RNW (RNW).
banner Station Europa