Commissie komt met nota over aanpak fraude van EU-gelden
In een vandaag goedgekeurde beleidsnota zet de Europese Commissie een aantal maatregelen uiteen waarmee openbare ministeries en rechters overal in de EU fraude met EU-geld krachtiger kunnen aanpakken. De Commissie wil daartoe de definities van bijvoorbeeld verduistering of machtsmisbruik in het strafrecht aanscherpen en het Europees Bureau voor fraudebestrijding i (OLAF) en Eurojust i (het EU-orgaan voor justitiële samenwerking) meer middelen geven. De EU zal eveneens bekijken hoe een gespecialiseerd Europees openbaar ministerie ervoor zou kunnen zorgen dat gemeenschappelijke regels worden toegepast inzake fraude en andere onwettige activiteiten met EU-geld. Deze maatregelen worden mogelijk gemaakt door het Verdrag van Lissabon, dat de EU de bevoegdheid geeft om wetgevende handelingen aan te nemen op strafrechtelijk gebied en de Unie aldus in staat stelt krachtiger tegen fraude op te treden. Het beschermen van belastinggeld is voor de Commissie een prioriteit. De belastingbetaler moet erop kunnen vertrouwen dat het geld van de EU uitsluitend wordt gebruikt voor beleidsmaatregelen die door de wetgever zijn goedgekeurd. De thans beschikbare middelen om misbruik van EU-geld op te sporen en te voorkomen zijn niet altijd adequaat en toereikend. De autoriteiten in de lidstaten ondervinden nog altijd tal van belemmeringen om het geld van de EU afdoende te beschermen tegen criminelen, als gevolg van de verschillen inzake procedures, definities van strafbare feiten en sancties waardoor grensoverschrijdende fraudeonderzoeken en vervolging worden bemoeilijkt.
Vicevoorzitter Viviane Reding, binnen de Commissie bevoegd voor justitie, verklaarde daarover het volgende: “Alleen al in 2009 was met vermoede gevallen van fraude met EU-geld 280 miljoen euro gemoeid, zijnde iets minder dan 0,2% van de totale EU-begroting. Zeker in tijden van bezuiniging moet over elke eurocent worden gewaakt. De EU zal niet dulden dat wordt geknoeid met belastinggeld. Wie steelt van de EU, steelt van de Europese belastingbetaler. Dankzij het Verdrag van Lissabon beschikken wij thans over betere juridische instrumenten om grensoverschrijdende fraude aan te pakken.”
EU-commissaris Algirdas Šemeta, bevoegd voor fraudebestrijding: “Criminelen laten zich door grenzen niet tegenhouden. Zij maken er zelfs gebruik van om aan vervolging te ontsnappen. Dat is onaanvaardbaar in de Europese Unie. Wij moeten ervoor zorgen dat vermoede fraude niet alleen door OLAF en de nationale autoriteiten wordt onderzocht, maar ook wordt vervolgd. Het beste onderzoek biedt geen bescherming aan het geld van de belastingbetaler als er niet consequent gevolg aan wordt gegeven door de openbare ministeries en de rechters in de lidstaten."
Nieuwe instrumenten om crimineel misbruik van EU-geld te bestrijden
De EU is thans toegerust met de nodige juridische instrumenten om deze uitdaging op te nemen. De EU-verdragen voorzien in de mogelijkheid om de financiële belangen van de EU afdoende te beschermen, bijvoorbeeld door minimumvoorschriften op strafrechtelijk gebied vast te stellen (artikel 83 VWEU), nieuwe onderzoeksbevoegdheden te verlenen aan Eurojust, het EU-orgaan voor justitiële samenwerking (artikel 85 VWEU), of een Europees openbaar ministerie in te stellen ter bestrijding van strafbare feiten die de financiële belangen van de Unie schaden (artikel 86 VWEU).
De mededeling van de Commissie wijst verschillende terreinen aan waar verbeteringen in het strafrecht mogelijk zijn om de financiële belangen van de EU beter te beschermen:
-
-Doeltreffendere procedures: de Commissie zal het aanpakken van fraudeurs door openbare ministeries en rechters in de EU vergemakkelijken door schaalvergroting van de informatie-uitwisseling tussen alle betrokkenen, met name politie- en douanediensten, belastingautoriteiten, het gerecht en andere bevoegde autoriteiten. Een nieuw voorstel inzake wederzijdse administratieve bijstand ter bescherming van de financiële belangen van de EU is gepland.
-
-Aanscherping van het materieel strafrecht: de Commissie is van mening dat de huidige definities van strafbare feiten zoals verduistering en machtsmisbruik sterk uiteenlopen binnen de EU en moeten worden verduidelijkt door middel van initiatieven op het gebied van de strafrechtelijke bescherming van de financiële belangen.
-
-Uitbreiding van de rol van de organen op Europees niveau: zowel OLAF, waarvoor een hervorming onderweg is (IP/11/321 en MEMO/11/376) als Eurojust dienen te worden versterkt om hun onderzoeken doeltreffender te kunnen verrichten (SPEECH/11/201).
-
-De EU zal bekijken hoe gemeenschappelijke regels inzake fraude en andere onwettige activiteiten met EU-geld zouden kunnen worden toegepast door een gespecialiseerd Europees openbaar ministerie. (SPEECH/10/89).
Onvoldoende doortastend optreden van het gerecht
De grote verscheidenheid van rechtsstelsels in Europa maakt het beschermen van de financiële belangen van de EU extra lastig. Fraude en corruptie met EU-geld in de lidstaten kan verschillende gedaanten aannemen, van het illegaal verwerven van EU-subsidies voor landbouw-, onderzoeks-, onderwijs- of infrastructuurprojecten tot het betalen van smeergeld aan ambtenaren.
Politie, openbare ministeries en rechters in de lidstaten beslissen op basis van hun nationale wet- en regelgeving hoe zij optreden om het geld van de EU te beschermen, als ze al optreden. Het gevolg daarvan is dat het percentage veroordelingen in fraudezaken met EU-geld in de lidstaten varieert van 14 to 80%.
De onderzoekers in de lidstaten, de openbare ministeries en de rechters maken samen met OLAF en Eurojust nu al werk van de strijd tegen deze vormen van criminaliteit, maar zij stuiten daarbij op grote juridische en praktische obstakels.
Voorbeelden daarvan zijn beperkingen van de bevoegdheid tot "binnenlandse" dossiers, juridische problemen inzake het gebruik van in het buitenland verkregen bewijs en ongelijke regels om fraude en aanverwante vormen van criminaliteit te bestrijden. Dit resulteert in zaken die worden afgesloten door de nationale autoriteiten zonder dat zij voor de rechter komen, ook als de zaken in kwestie reeds door OLAF zijn onderzocht en voldoende ernstig zijn bevonden.
Zo is in een zaak waarbij verschillende lidstaten en niet-EU-landen betrokken waren en het vermoeden bestond van grootschalige ontduiking van douanerechten (ter waarde van ruim 1 miljoen euro), door geen enkele van de nationale autoriteiten van de lidstaten vervolging ingesteld.
Sinds 2000 zijn 93 van in totaal 647 OLAF-dossiers door de nationale openbare ministeries geseponeerd zonder opgave van reden en zijn 178 dossiers geseponeerd op grond van discretionaire argumenten.
Nadere informatie:
website van vicevoorzitter Viviane Reding, EU-commissaris voor justitie:
http://ec.europa.eu/commission_2010-2014/reding/
website van Algirdas Šemeta, Commissaris voor belastingen, douane-unie, audit en fraudebestrijding:
http://ec.europa.eu/commission_2010-2014/semeta/index_en.htm