Delegatie Europarlement bij VN-conferentie over de armste landen van de wereld
"Handel, geen hulp", moet de minst ontwikkelde landen uit de armoede helpen zegt het conservatieve Europarlementariër i Nirj Deva, die in mei de Parlementaire delegatie zal leiden naar een VN i-conferentie over ontwikkeling. Het Parlement bereidt haar formele positie voor en we spraken ondertussen met Nirj Deva en een ander delegatielid, Corina Cretu (S&D) over hoe de wereld de armste landen kan helpen.
De VN plaatste 48 landen in de categorie van de "minst ontwikkelde landen" (MOL's). Van 9 tot 13 mei is een speciale conferentie van de VN gepland in Istanbul om de problemen te bespreken van de MOL's. Er zal ook een delegatie van het EP aanwezig zijn. Op 7 april zal het Parlement een formele positie aannemen, tijdens de plenaire zitting.
Over de verwachtingen van de conferentie…
Nirj Deva wil dat meer landen die gecategoriseerd zijn als minst ontwikkeld land een categorie stijgen binnen de komende jaren. "Het enige wat de ontwikkelingslanden kunnen is het exporteren van landbouwproducten. Ze hebben geen fabrieken of bedrijven, dus enkel handel kan duurzame groei stimuleren".
Corina Cretu verwacht van de regeringen dat ze meer zullen focussen op resultaten, in plaats van "enkel te focussen op principes, zoals in de laatste drie conferenties." Ook al is de EU i slechts een observator binnen de VN, "ieder van ons is verantwoordelijk om ideeën in te brengen en voorstellen te doen om van deze conferentie een succes te maken".
Over de positie van de EU en de hulp van rijke landen
Deva merkt op dat de MOL's het meest kwetsbaar zijn voor de klimaatwijziging, door het tekort aan drinkbaar water en ziekten. "Dat raakt de meest zwakken in de maatschappij, vooral de kinderen." Hij pleit voor een betere verdeling van de rijkdom, "zonder een mateloze verrijking van de bovenste klassen." Hij wil daarom dat het "trickle-down effect" wordt toegepast, waarbij de rijkdom in een land beter wordt verdeeld.
Minst ontwikkelde landen
-
-De vierde grote VN-conferentie over de MOL's zal gehouden worden in Istanbul, Turkije, van 9 tot 13 mei, 2011.
-
-De 48 MOL's zijn het "armste en zwakste segment" van de internationale gemeenschap: 33 in Afrika, 14 in Azië en de Grote Oceaan en een land in Zuid-Amerika.
-
-De gecombineerde bevolking van deze landen bedraagt 800 miljoen mensen.
-
-De VN richtte deze categorie op in 1970 en nu staan er 51 landen in deze lijst.
Cretu vindt dat de prioriteit moet gelegd worden op voedselveiligheid, productieve bouwcapaciteiten, industrie, de dienstensector, de infrastructuur en een inclusieve economische groei. De EU en de andere ontwikkelde landen moeten ook de structurele obstakels verwijderen, die de ontwikkelingslanden verhinderen om hun ontwikkelingsdoelstellingen te realiseren.
Over de traagheid van het proces - slechts drie MOL's (de Malediven, Botswana en Kaapverdië) zijn uit de categorie geraakt sinds 1970…
Deva: "Dat komt omdat we het probleem verkeerd aanpakken. We willen deze landen toegang verschaffen aan de EU-markt." De Europese Commissaris i voor Handel kreeg 2 miljard euro om deze landen handel te laten voeren met de EU, "maar de MOL's krijgen dat geld niet. Er zijn MOL's met bomen vol fruit en grazende koeien, maar ze hebben de capaciteiten niet om hun producten te exporteren." Zo hebben ze de mogelijkheden niet om producten in te vriezen of ze snel te verkopen. "Als we serieus handel willen voeren met deze landen om hun ontwikkelingen te stimuleren, moeten we zorgen voor de noodzakelijke infrastructuur daarvoor".
Cre?u ziet sinds 1971 het aantal minst ontwikkelde landen stijgen van 25 naar 48, terwijl slechts drie landen uit de categorie geraakt zijn. "Toch zijn veel andere landen er bijna in geslaagd om een categorie op te schuiven: Equatoriaal-Guinea, Samoa, Angola, Bangladesh…" Cretu ziet ontwikkeling als een uitdaging voor zowel de ontwikkelde als de ontwikkelingslanden. "Er is een lange lijst opgesteld van de prioriteiten, maar er werd nooit aandacht geschonken aan de uitvoerbaarheid." Tegelijkertijd vindt Cretu dat de ontwikkelingslanden zelf moeten zorgen voor een gunstig klimaat voor duurzame ontwikkeling, wat "good governance, democratie en respect voor de mensenrechten" inhoudt.
REF. : 20110401STO16789