EP keurt voorstel één verblijfs- en werkgunning goed; verbetering rechten niet EU-burgers

Met dank overgenomen van Europees Parlement (EP) i, gepubliceerd op donderdag 24 maart 2011, 14:07.

Werknemers van buiten de EU zouden qua arbeidsomstandigheden dezelfde rechten moeten hebben als EU-onderdanen, volgens de ontwerprichtlijn inzake "één enkele aanvraagprocedure voor een verblijfs- en werkvergunning" die het Parlement donderdag heeft aangenomen. De ontwerpwetgeving heeft tot doel om de procedures voor immigranten en hun werkgevers te vereenvoudigen door middel van een gecombineerde verblijfs- en werkvergunning.

De voorgestelde richtlijn beoogt bureaucratische procedures te stroomlijnen door immigranten die in een EU-lidstaat een werk- en verblijfsvergunning willen aanvragen, in staat te stellen om dat via één enkele procedure te doen.

Weknemers van buiten de EU zouden vergelijkbare rechten krijgen als EU burgers, op het vlak van beloning, gezondheid en veiligheid op het werk, arbeidstijden en verlof.

De lidstaten blijven zelf bevoegd voor de toelating van werknemers van buiten de EU op hun grondgebied en arbeidsmarkt. In de verblijfsvergunning moeten de lidstaten de informatie betreffende de werkvergunning vermelden; aanvullende vergunningen als bewijs van het feit dat toegang is verleend tot de arbeidsmarkt mogen ze niet verstrekken. Op die manier zou de migratie makkelijker te controleren moeten zijn.

Op wie is de wetgeving van toepassing?

Deze nieuwe gemeenschappelijke Europese regels zouden van toepassing moeten zijn op onderdanen uit derde landen die verzoeken te worden toegelaten tot het grondgebied van een lidstaat om er te verblijven en te werken of die al legaal in een EU-lidstaat verblijven.

De regels zouden niet van toepassing zijn op werknemers van een multinational die in één van de vestigingen van hun onderneming in de EU komen werken (zogenaamde binnen een onderneming overgeplaatste personen). Seizoenarbeiders worden ook uitgesloten. Beide categorieën zullen onder nieuwe Europese richtlijnen vallen. Langdurig ingezetenen en vluchtelingen, voor wie al bestaande Europese wetgeving geldt, zouden ook niet onder de nieuwe regels vallen.

De richtlijn inzake 'één aanvraagprocedure' zou niet moeten gelden voor werknemers van buiten de EU terwijl ze gedetacheerd zijn, aldus de Europarlementsleden. Dit belet niet dat onderdanen van derde landen die legaal in een lidstaat wonen en werken en in een andere lidstaat worden gedetacheerd, "recht blijven hebben op gelijke behandeling met onderdanen van de lidstaat van herkomst" voor de duur van hun detachement, verduidelijken de Europarlementsleden.

Gelijke behandeling met minder beperkingen

Lidstaten mogen besluiten om de toegang tot sociale zekerheid te beperken, behalve voor werknemers uit derde landen die een baan hebben of een baan hebben gehad voor een minimumperiode van zes maanden en als werkloze zijn geregistreerd.

De lidstaten mogen ook besluiten dat familievoordelen alleen van toepassing zijn op onderdanen van derde landen die toestemming hebben gekregen om voor een periode van meer dan zes maanden te werken.

Werknemers uit derde landen mogen aanspraak maken op belastingvoordelen in de lidstaat waar zij verblijven. Hun familieleden zouden daar echter alleen van kunnen profiteren als zij in dezelfde EU-lidstaat wonen.

Ook zouden werknemers van buiten de EU hun pensioenen bij verhuizing terug naar hun land van herkomst op dezelfde voorwaarden als EU burgers kunnen ontvangen.

De lidstaten kunnen besluiten dat alleen werknemers van derde landen die een baan hebben, toegang kunnen krijgen tot publieke diensten en goederen, zoals huisvesting.

Volgende stappen

De amendementen die de Europarlementsleden hebben aangenomen zullen nu aan de Europese ministers van justitie i en binnenlandse zaken worden voorgelegd. Sinds het Verdrag van Lissabon i beslissen het Parlement en de Raad i op gelijke voet over vraagstukken in verband met legale immigratie.

Het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Denemarken nemen niet deel aan deze richtlijn.