Internationale kritiek op mediawet Hongarije
Met een nieuwe mediawet die journalisten de mond snoert, maakt Hongarije een vreemde start. Sinds nieuwjaarsdag heeft premier Viktor Orbán i het roulerende EU-voorzitterschap in handen, maar er is direct kritiek. Een analyse van Tijn Sadée die als correspondent in Boedapest ooit hoog op de zwarte lijst van een Orbán-gezinde krant stond.
Wat er in Hongarije gebeurt is beangstigend, zegt András Bozóki, professor politieke wetenschappen aan de Central European University in Boedapest. 'De premier heeft controle over alle democratische instituten. Wie zijn regering bekritiseert is een vijand die de mond moet worden gesnoerd.' Bozóki omschrijft zijn land als 'een semi-autoritaire éénpartijstaat'.
De Europese Unie gaat het nieuwe jaar in onder de regie van Viktor Orbán, premier van Hongarije. Het voormalige Oostblok-land, sinds 2004 EU-lid, is het komende half jaar voorzitter.
Niet eerder in de geschiedenis van de EU kreeg het voorzittende land al bij aanvang zoveel rode kaarten. Reden: een nieuwe mediawet. Een mediabureau, onder leiding van een politieke vriend van Orbán, krijgt bijna onbeperkt het mandaat om Hongaarse én buitenlandse journalisten te controleren. Als hun berichten niet objectief en moreel verantwoord zijn, kunnen ze torenhoge boetes verwachten.
Ook op andere sleutelposten - justitie, politie, leger, publieke omroep - heeft Orbán kopstukken uit zijn regeringspartij (Fidesz) neergezet. Hij streeft naar 'een nieuwe democratie'. Maar internationaal groeit de kritiek.
'Ondemocratisch'
Het Europees Parlement, de Duitse regering, Amnesty International en vele andere organisaties ageerden al tegen de nieuwe mediawet. 'De tijd van Pravda (vroegere Russische staatskrant, red.) is voorbij', zegt de Europese liberalenleider Guy Verhofstadt i die vindt dat Hongarije ter verantwoording moet worden geroepen.
'Orbán weet zich omringd door partijsoldaten', zegt professor Bozóki. Tijdens de omwentelingen in 1989 stonden ze samen op de barricaden, in de strijd tegen het communisme. Bozóki: 'Orbán was charismatisch en beloftevol. Hij was mijn student en we speelden samen voetbal. Hij wilde altijd winnen.'
Muilkorven
Nu, ruim twintig jaar later, vreest de professor dat zijn oude vriend is bezeten door machtshonger. Orbán heeft een comfortabele tweederde meerderheid in het parlement. 'Hij heeft weinig te vrezen.'
En dan toch die wens om te media te muilkorven. Waar is hij bang voor? 'In 2002 streed hij voor een tweede termijn als premier, maar verloor de verkiezingen van de socialisten', zegt Bozóki. 'Orbán verweet zichzelf te veel openheid tijdens de verkiezingscampagne. Dat nóóit meer.'
Zwarte lijst
Journalisten die de laatste jaren de Hongaarse politiek volgden zijn minder verbaasd over Orbáns zucht naar controle. Toen zijn verkiezingsnederlaag in 2002 zich aandiende, publiceerde een Orbán-gezinde krant een zwarte lijst met meest gehate journalisten. Ondergetekende - destijds correspondent in Boedapest - eindigde in de top drie. Ik was te kritisch.
In 2006 verloor Orbán de verkiezingen opnieuw. Een paar maanden na de beëdiging van de nieuwe regering lekte een speech uit waarin de socialistische premier zijn partijgenoten opriep om een einde te maken aan de leugens over de stand van het land. 'We liegen 's nachts en overdag', werd een gehate passage uit die speech.
Veldslagen
Orbán rook zijn kans: tijdens betogingen riep hij het volk op om 'die corrupte post-communisten' te boycotten. Het kwam tot ware veldslagen tussen betogers en politie. Ultrarechts van Orbán ontstond ook ruimte voor een nieuwe partij, Jobbik, die droomt van een Hongarije zonder joden en zigeuners. Jobbik is inmiddels vertegenwoordigd in het Europees Parlement.
Kritiekloos
Met de buitenlandse pers sprak Orbán in die periode nauwelijks. Slechts één keer trof ik hem, toen hij de Hongaarse minderheid in Roemenië bezocht. Ik kreeg een paar minuten. Orbán omschreef de socialistische regering als een crimineel netwerk. 'Ze sluizen Europese subsidies en ander publiek geld weg, en stoppen het in hun eigen zakken', fulmineerde Orbán in mijn microfoon.
Op de foto's die ik na het interview maakte, werd Orbán omringd door mensen die een kop groter zijn dan hij. Iedere keer dat ik een foto maakte, ging Orbán op z'n tenen staan. Sinds mei 2010 hoeft dat niet meer. Hij is terug in het centrum van de macht - geholpen door de groeiende ontevredenheid over de recessie en corruptieschandalen binnen de socialistische partij.
Verdampt
'Ditmaal wil hij zichzelf voor lange tijd stevig in het zadel zetten', zegt Orbáns vroegere vriend Bozóki. 'De links-liberale oppositie is zowat verdampt. En het gedachtegoed van Jobbik heeft hij gestolen.'
Van Orbáns nieuwe democratie merken vooralsnog vooral cultuurdragers en media de gevolgen. Opera- en theaterdirecteuren worden vervangen door Orbáns mensen. En de media zijn gewaarschuwd. Drie presentatoren van de Hongaarse staatsomroep zijn op non-actief gesteld toen ze één minuut stilte hielden uit protest tegen de nieuwe mediawet.